Formuleren

Beoordeling 8.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 3676 woorden
  • 25 januari 2018
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
12 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Maak kans op 50 euro Bol.com tegoed 💜

Scholieren.com wil weten hoe school écht is voor jou. Vul de vragenlijst in (7 - 10 min) en laat weten wat er beter kan. Wij luisteren — en je maakt kans op 50 euro 💶

Doe mee

Nederlands Formuleren

Adeline Visser                                                                    V5A

Paragraaf 1 De standaardfoutenlijst

Dubbelop

    1. Onjuiste herhaling: Vast voorzetsel ten onrechte 2 keer gebruikt
    2. Tautologie: Hetzelfde wordt 2 keer gezegd met synoniemen
    3. Pleonasme: Een deel van de betekenis van een woord of woordgroep wordt door een ander woord uitgedrukt. Meestal van een andere woordgroep
    4. Contaminatie: Als twee woorden/ uitdrukkingen ten onrechte verward worden vermengd
    5. Dubbele ontkenning: Werkwoord met ontkennende karakter ten onrechte een tweede keer ontkend

Fouten met verwijswoorden

2.1 Onjuist verwijswoord

2.2 Onduidelijk verwijzen: Een verwijswoord verwijst naar een antecedent die niet in de tekst staat of naar twee of meer antecedenten waarbij het onduidelijk is naar welke.

Incongruentie

Als er bij een enkelvoudig onderwerp een meervoudig persoonsvorm staat of andersom is er sprake van foute incongruentie

Dat/als-constructie

Als je een bijzin van voorwaarde midden in een zin plaats, ontstaat er een dat/als constructie. Als-zin moet je achteraan de zin plaatsen

Foutieve samentrekking

Mag alleen weglaten als er aan drie voorwaarde worden voldaan:

  1. Betekenissen van de woorden zijn hetzelfde
  2. De vorm (ev, mv) is hetzelfde
  3. De grammaticale functie is hetzelfde

Foutieve beknopte bijzin

Fouten met voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord en met te + infinitief

Verbeteren door een gewone bijzin te maken met een pv en een ow of door het ow van de hoofdzin ook dat van de beknopte bijzin te maken.

Zinnen onjuist begrenzen

7.1 Losstaand zinsgedeelte: bijzin mag niet losstaan van hoofdzin

7.2 ‘Zinnen aan elkaar plakken’: als je tussen 2 hoofdzinnen geen verbindingswoord gebruikt moeten ze door een punt gescheiden worden.

Onjuiste inversie

Soms wordt er in het tweede deel van zinnen ten onrechte inversie toegepast

Verbeteren door inversie ongedaan te maken of een passend zinsdeel toevoegen voor inversie

Geen symmetrie

In een opsomming moet beide delen van de opsomming met dezelfde orde geschreven worden.

Paragraaf 3 Het gebruik van uitdrukkingen

  1. Uitdrukkingen met twee synoniemen (tautologie)
  2. Uitdrukkingen met een tegenstelling (antithese)
  3. Uitdrukkingen met alliteratie (beginrijm)
  4. Uitdrukkingen met eindrijm

Paragraaf 5 Het gebruik van stijlfiguren

  1. Om je ‘lichter’ uit te drukken dan je bedoelt

Eufemisme: Vermijd termen die te ‘hard’ klinken. Bang om te ‘grof’ overkomen

Understatement: Verschil eufemisme: niet bedoeld om te voorkomen om grof over te komen. Soms zit er (zelf)spot in

Litotes: Beweer iets door tegendeel te ontkennen. Denkt gauw dat je aan de ‘grootheid’ van de zaak afbreuk doet

Ironie: Milde vorm van spot. Niet kwetsend. Vaak tegenoverstelde bedoelt.

  1. Om je ‘zwaarder uit te drukken dan je bedoelt

Hyperbool: een overdrijving

  1. Om extra nadruk te geven

Prolepsis: Nadruk van de zin vooropzet

Anticipatie: Zaak eerst met verwijswoorden aanduidt voor het te benoemen

Repetitio: Herhaalt een woord om aandacht op te vestigen

Tautologie: Herhaalt een woord met synoniemen

Pleonasme: Een eigenschap al in een woord extra benadrukt

Enumeratie: Lange opsomming, meestal van meer dan 3 elementen

Opsomming in drieën/ drieslag: Opsomming met drie elementen

Climax: Opsomming met elementen die van sterkte toenemen

Omgekeerde climax: Opsomming met elementen die van sterkte afnemen

Antithese: Een tegenstelling. Vergelijkt 2 dingen met tegengestelde eigenschappen

Chiasme: Een kruisstelling. Herhaal je op een speciale manier een begrip

  1. Om de lezer aan het denken te zetten

Paradox: Een schijnbare tegenstelling. Klinkt eerst vreemd maar als je erover nadenkt zie je de waarheid ervan in

Oxymoron: Speciaal geval van een paradox met 2 tegengestelde begrippen gecombineerd. Door de vreemde combinatie wordt er een verassingseffect gecreëerd

  1. Om een grappig effect te bereiken

Woordspeling: Een taalgrapje. Tekst lijkt er minder ernstig door. Vaak gebruikt in slogans en titels van teksten

  1. Om een belezen indruk te maken

Allusie: Verwijzing naar bekende veronderstelde personen, gebeurtenissen, situaties of teksten. Toon je aan dat je wat weet van literatuur, kunst of politiek. Risico, lezer snapt niet waar je naar verwijst.

Bij tijd en wijle                                                           Zo nu en dan

Gepokt en gemazeld                                                Zeer ervaren

Have en goed                                                            Bezittingen

Met angst en beven                                                 Erg bang

Met hangen en wurgen                                           Met zeer veel moeite

Naar eer en geweten                                               Oprecht

Schering en inslag                                                     Vaak voorkomend

Van haver tot gort                                                    Door en door; geheel en al

Van toeten noch blazen weten                              Volkomen onkundig zijn; van niets weten

Voor galg en rad                                                       Misdadig

Als puntje bij paaltje komt                                      Als het erop aankomt

Dubbel en dwars                                                      Ruimschoots; meer dan

In kannen en kruiken                                               In orde; voor elkaar; geheel afgerond

Kind noch kraai                                                         Geen enkel familielid

Met man en macht                                                   Zo krachtig mogelijk

Op stel en sprong                                                     Onmiddellijk

Paal en perk stellen                                                  Beteugelen; binnen de grenzen houden

Te kust en te keur                                                     Voor het kiezen; zoveel men maar wil

Voor dag en dauw                                                    Heel vroeg

Willens en wetens                                                    Opzettelijk en bewust

Alles op haren en snaren zetten                                          Alles op alles zetten

De tering naar de nering zetten                             Uitkomen met het beetje geld dat je hebt

Handel en wandel                                                    Alles wat je doet; je hele leven

Met raad en daad bijstaan                                      Iemand helpen met advies en actie

Zich met hand en tand verzetten                           Zich verzetten met alles wat hij in zich heeft

Slikken of stikken                                                      Accepteren of helemaal niets

Steen en been klagen                                              Heel erg klagen

Tegen heug en meug                                               Erg tegen je zin

Van de hand in de tand leven                                  Zo gauw iets verdiend is, het meteen weer uitgeven

Wijd en zijd bekend                                                 Overal bekend

De kat de bel aanbinden                                         Een lastige kwestie aankaarten

De kip met de gouden eieren slachten                 Iets afstoten wat zeer winstgevend is

De kool en de geit sparen                                        oplossingen zoeken die beide partijen geen pijn doen

Geen slapende honden wakker maken                  Geen aandacht vestigen op iets waarvan men nadeel kan ondervinden

Het paard achter de wagen spannen                    Een volstrekt verkeerde keus maken

Het paard van Troje binnenhalen                          Een vijand in huis halen

Het zwarte schaap (van de familie) zijn                 Niet zo’n nette burger zijn (als zijn broers en zusters)

Man en paard noemen                                             Duidelijk zeggen wat er fout gaat en wie er verantwoordelijk voor zijn

Op alle slakken zout leggen                                      Moeilijk doen over allerlei kleinigheden

Zijn schaapjes op het droge hebben                      Voor zijn hele leven genoeg geld verdiend hebben

De broekriem aanhalen                                            Het zuiniger aan doen

De handdoek in de ring werpen                              Het opgeven

De vuile was buiten hangen                                     De interne problemen (van een familie, bedrijf e.d.) aan de buitenwacht mededelen

Het klappen van de zweep kennen                         Veel ervaring hebben met zeker werk

(Iets) aan de grote klok hangen                               Iets aan iedereen bekendmaken; iets overal rondbazuinen

(Iets) in de doofpot stoppen                                    Ervoor zorgen dat men niets meer van een discutabele kwestie hoort; iets verzwijgen

Nul op het rekest krijgen                                          Zijn verzoek afgewezen zien worden

Over een kam scheren                                              Gelijk behandelen; geen onderscheid maken

Twee vliegen in één klap slaan                               Tegelijkertijd twee voordelen behalen

Water bij de wijn doen                                             Zijn eisen verminderen; een beetje toegeven

De vinger aan de pols houden                                 De ontwikkelingen goed in de gaten houden

Een rib uit mijn lijf                                                      Een grote uitgave

Een slag om de arm houden                                    Een voorbehouden maken; iets toezeggen onder voorwaarden

Het hoofd in de schoot leggen                                 de moed verliezen; het opgeven

Iemand de hand boven het hoofd houden           Iemand beschermen; iemand verdedigen

Iemand het vuur na aan de schenen leggen         Het iemand moeilijk maken; iemand scherp ondervragen

Op grote voet leven                                                   Met geld smijten

Tegen de borst stuiten                                              Een afkeer van iets hebben; iets volstrekt verkeerd vinden

Van de hand wijzen                                                   Verwerpen; afstemmen

Zijn snor drukken                                                       Ertussenuit knijpen; zich ergens aan onttrekken

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.