Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De Biezenstekker door Cyriel Buysse

Beoordeling 8.2
Foto van een scholier
Boekcover De Biezenstekker
Shadow
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo/vwo | 1809 woorden
  • 9 januari 2020
  • 53 keer beoordeeld
Cijfer 8.2
53 keer beoordeeld

Boekcover De Biezenstekker
Shadow
De Biezenstekker door Cyriel Buysse
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Samenvatting 'De Biezenstekker' - Cyriel Buijsse

Nadat Cloet 4 maanden opgesloten zat, door bezwaar van zijn buurman Rosse Tjeef, werd hij veroordeeld en gevangen genomen door een akelig gevecht. Hij was 1 maand eerder vrijgekomen dan de straf eigenlijk voorschreef en hij besloot om naar huis te gaan, naar zijn huis in de Wilde. De avond was gevallen en hij besloot om eerst naar de herberg te gaan om daar 1 druppel alcohol te bestellen. Hij bedacht dat het Driekoningenavond zou zijn vandaag en dat zorgde voor boosheid. Hij dacht aan zijn familie en zijn vrouw die hem in de eerste 3 maanden van zijn opsluiting niet meer is komen bezoeken. Hij bedacht dat in het ergste geval zijn vrouw vreemd was gegaan met een andere man en stapte extra snel door. Cloet stapte somber door en wist dat hij geen stuk van het verse gebakken gebak kon nemen, omdat hij daar geen geld voor had. Zo ging hij weer naar de herberg, bestelde een druppel, en hij voelde eindelijk warmte aan het hart. Dit beviel hem zo goed dat hij ondanks zijn geldproblemen een heel glas bestelde, opdronk en betaalde. In het Kapelletje stapte Cloet ook rechtstreeks naar binnen en bestelde 2 druppels Genever. Rond 7 kwam hij aan in de Wilde en hij kwam bij het straatje waar hij woonde. Hij had het niet meer koud, door de alcohol, en het brandde in zijn hoofd en het gloeide op zijn wangen. Hij voelde zich krachtig en vastberaden. Na het voorbijkomen van zijn vijand ‘Rosse Tjeef’ kwam hij in zijn woning waar hij zijn vrouw en zijn 4 kinderen aan tafel zat zitten voor het avondmaal.  Zij staarde hem verwilderd aan en hij vroeg waarom zij niet meer langs was gekomen tijdens zijn gevangenschap. Hij zag haar met verschrikkelijke ogen aan en beval haar om recht te zitten, de kinderen keken hun ouders gapend en verschrikt aan. Cloet begon nog vervaarlijker te reageren waardoor zijn vrouw hem vraagt haar geen pijn te doen. Dan ziet Cloet dat haar buik opgezwollen, zwaar en rond is en hij vraagt wie dat heeft gedaan. Zijn vrouw geeft geen antwoord en Cloet wordt steeds bozer. Daarna slaat Cloet haar in het gezicht en stuikte zij huilend achterover. Hij pakt haar met de linkerhand bij de keel en probeert haar te wurgen, daarna stampt hij met volle kracht haar buik ineen. De kinderen waren aan het huilen en Cloet’s vrouw was aan het bloeden en had pijn. Daarna kwam Rosse Tjeef het huis binnen en zag Cloet een nieuwe tegenstander. Hij slaat hem op de vloer achterover. Daarna komen 2 agenten bij de voordeur om Cloet weg te halen en aan te houden. Rosse Tjeef werd onder de schouders door 2 mannen opgetild en was zwaargewond, maar niet dood. Tijdens het gejoel van een uitgesloten menigte werd Cloet na zijn zakken leeg te maken opgesloten in de gevangenis. Hij werd veroordeeld voor 5 jaren en toen hij op een koude winteravond weer terug kwam, zag hij een onbekend vijfjarig knaapje aan de eettafel zitten die zij blijkbaar na 4 maanden na zijn misdaad op de wereld had gezet. Hij nam zijn papteil van de tafel en ging er mee voor de haard zitten en sprak met niemand. Hij deelde zijn slaapkamer niet meer met zijn vrouw en hij richtte zijn leven compleet nieuw in. Dit deed hij helemaal alleen. Hij werkte elke dag hardnekkig op het land en deze handelwijze had  een diepe indruk op zijn vrouw gemaakt. Ze hoopte dat ze, door elkaar goed te verstaan, nog in vrede zouden kunnen leven, echter had de hardnekkigheid van Cloet deze hoop doen verdwijnen. Dit maakte haar onrustig en ze probeerde alles eraan te doen om zich weer te verzoenen met Cloet. Dit werkte echter niet en ze keerde tot haar schrik zich tot de oorzaak van de onenigheid, het laatste kind, genaamd Julken. Sinds lange tijd keek Cloets vrouw haar kind aan met vieze ogen, daarna, op een avond toen Cloets vrouw dronken was, barstte ze tegen het kind los, de andere kinderen keken allen op, het was apart want niemand had iets misdaan. Het jonge knaapje was verwonderd en Cloet keek zijn vrouw voor het eerst aan en zag er een zwijgende goedkeuring in. Daarna roept Cloets vrouw Julken op om op te staan, het jonge knaapje blijft eerst verbaasd zitten en komt daarna voorzichtig van de stoel af en blijft voor zijn moeder staan. Zij slaat Julken dan vol in het gezicht en de jongen vlucht wanneer het weer een nieuw dreigend gebaar ziet naar het keukentje om zich te verschuilen. De andere kinderen keken verschrikt op, terwijl Cloet, nietszeggend bij zijn open haard zit in de hoek, met zijn rug tegen de anderen gekeerd en zijn papkom ledigde. Het kleine knaapje zag er heel anders uit dan de rest van de kinderen met zijn blonde haar en blauwe ogen tegenover kersrode wangen en een gitzwarte bos haar. Hij was door zijn uiterlijk al gedoemd om ‘anders’ te zijn en daarom noemde men hem de ‘Biezenstekker’, dit betekende dat hij arm, misvormd en een onder gebleven kind was van een onbekende vader. Het kleintje werd mishandeld en verdrukt en terwijl zijn moeder steeds meer verslaafd werd aan de drank, begonnen de kinderen van Cloet, naar het voorbeeld van hun ouders hun broertje ook onophoudelijk en ongestraft te klieren. Het kreeg de slechte overschotten, geen nieuwe kleren en moest op zijn 5de verjaardag al zijn eigen geld verdienen. Het leerde dan ook schooien en kreeg door zijn gekregen naam ‘Julken de Biezenstekker’ te gebruiken ook een boterham van de mensen uit het dorp. De houding van Cloet dreef zijn vrouw tot wanhoop en ze wilde zijn ‘oude man’, waar ze zoveel van hield, weer terugkrijgen. Bij elke mishandeling van Julken keek zij hem in de ogen aan om enkele tekenen van verzoening terug te vinden. Ondertussen had Julken een nieuwe vriend gevonden, namelijk zijn buurman Rosse Tjeef die wat verder op de straat woonde, de vijand van Cloet. Hier werd hij in het huis met 3 kinderen, geaccepteerd en liefkoost, daarbij deden ze hem geen pijn, accepteerden ze hem, kreeg hij goed te eten en kreeg hij zelfs zondag centen. Dit kreeg hij van zijn eigen ouders niet, die alleen de andere kinderen geld gaf en naar school liet gaan. Dit alles gebeurde met grote voorzichtigheid om Cloets aandacht niet te wekken. Julken had ondertussen nog een nieuwe vriend gevonden, genaamd Siesken. Het is een zwart hondje die door Jan, Cloet’s oudste zoon, onlang naar binnen is gebracht. De 2 kenden en beminden elkaar en die avond had Julken van Rosse Ttjeef een vijftien cent muntstuk gekregen. Niemand was nog thuis en toen Cloet binnenkwam en Julken net het vijftien cent muntstuk in de hand had, verstopte deze het snel. Siesken had het muntstuk opgepakt en laten vallen waardoor hier de aandacht op kwam. Zijn moeder vroeg hem van wie hij het had maar hij gaf hier geen antwoord op omdat hij er problemen mee zou krijgen. Eerst loog hij dat hij het van Cloet had gekregen maar na de de 3de keer gaf hij toe dat het van Rosse Tjeef was. Daarna begon bij Cloet het kwartje te vallen en hij vroeg aan zijn vrouw van wie Julken nou eigenlijk was. Na steeds bozer te worden gaf ze eindelijk antwoord en bekende ze dat het kind van Rosse Tjeef en haar is. Daarna sprong Cloet op zijn vrouw van verbazing, ongeloof en woede en duwde en stampte haar. Hij wilde haar vermoorden maar de gedachte van de gevangenis weerhield hem hiervan en hij verdween woedend uit het huis. Hij bleef 8 dagen weg en na deze 8 dagen kwam hij weer terug en praatte hij met niemand meer. Julken was ondertussen ziek geworden en kreeg vreselijke aanvallen waarbij hij soms schreiend rechtop sprong en hij aan zijn broertjes en ouders vroeg om hem niet meer zo te mishandelen. Dit werd echter niet aanhoord en hij voelde zich erg eenzaam. Julken had zich helemaal op Siesken gegooid en verzorgde hem en gaf hem veel liefde. Dit kreeg hij echter niet terug. De spanning in het huis was tot een toppunt gekomen en mevrouw Cloet kreeg koorts en verzorgde zelfs Julken weer een beetje. Op een dag ging ze kijken hoe Julken sliep en wilde Julken in zijn slaap vermoorden. Toch kon ze dit niet aan om te doen , hoewel ze wel vaker nadacht dat ze Julken in deze staat makkelijk iets aan kon doen: hij was namelijk verzwakt, ziek en flauw. Julken werd langzamerhand wakker, keek zijn moeder aan en besefte het gevaar dat hem zonet bedreigd had, Siesken kroop meteen naar hem toe. Julkens moeder was verzwakt in de stoel gevallen maar nog steeds erg boos. Op een gegeven moment springt ze uit de stoel, rukt het hondje uit zijn armen en stampte het op de vloer onder haar voeten. Tranen stroomden over zijn wangen en hij jammerde: ‘Arme Siesken’. Cloet en de andere kinderen kwamen binnen, waarbij Cloet op het punt stond om zijn vrouw te bespringen. Siesken werd daarna in zijn mandje gelegd met een gebroken poot en een opgezwollen buik. Hij leefde nog 3 dagen, maar daarna was hij dood. Julken bleef bij Siesken, kreeg koorts en werd niet beter. Cloets jongste dochter, Zulmatje, werd aangewezen om Julken gezelschap te houden. Deze 2 werden goede vrienden omdat Zulmatje zachter van aard was dan de andere kinderen van Cloet. Julken blijft over Siesken praten, ondanks dat hij zelf er helemaal niet goed aan is. Zijn buik is namelijk geheel opgezwollen. Daarna wilt Julken naar zijn vader, waarbij Zulmatje hem raar aankijkt. Hij vertelt haar dat zijn vader, anders is dan haar vader en beiden zwijgen ze. De nacht was vroeg gevallen en het bleek weer Driekoningenavond te zijn. Ze herinnerde zich een gebeurtenis van 6 jaar geleden waarbij Cloet net uit de gevangenis was gekomen. Het lied kleek haar nu anders in de oren toe, ze luisterde het en gaf zelfs 1 cent aan een meisje aan de deur. Na te kijken of de kinderen sliepen, hoorde ze het gezang weer en gaf weer 1 cent. Nadat het eten klaar was, ging ze weer kijken bij de kinderen. Ze wilde namelijk alleen zijn met Cloet. Ze keek bij Julken, die geheel bleek was, en trok de conclusie dat hij dood was.  Dit nieuws vertelde hij ook aan Cloet, hoewel hij zich hier niet al teveel van aantrok. Daarna leek het alsof Cloet iets zocht, het was bier, en zijn vrouw gaf hem een hele pint welke hij vervolgens in een ruk opdronk. Cloets vrouw vroeg of ze Julken niet moesten afleggen, maar hij zegt dat hem dit niets uitmaakt. Hierna was de eerste keer dat Cloet niet alleen in de zolder sliep, maar bij zijn vrouw ging liggen sinds 6 jaar.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Nadat Cloet 4 maanden opgesloten zat, door bezwaar van zijn buurman Rosse Tjeef, werd hij veroordeeld en gevangen genomen door een akelig gevecht. Hij was 1 maand eerder vrijgekomen dan de straf eigenlijk voorschreef en hij besloot om naar huis te gaan, naar zijn huis in de Wilde. De avond was gevallen en hij besloot om eerst naar de herberg te gaan om daar 1 druppel alcohol te bestellen. Hij bedacht dat het Driekoningenavond zou zijn vandaag en dat zorgde voor boosheid. Hij dacht aan zijn familie en zijn vrouw die hem in de eerste 3 maanden van zijn opsluiting niet meer is komen bezoeken. Hij bedacht dat in het ergste geval zijn vrouw vreemd was gegaan met een andere man en stapte extra snel door. Cloet stapte somber door en wist dat hij geen stuk van het verse gebakken gebak kon nemen, omdat hij daar geen geld voor had. Zo ging hij weer naar de herberg, bestelde een druppel, en hij voelde eindelijk warmte aan het hart. Dit beviel hem zo goed dat hij ondanks zijn geldproblemen een heel glas bestelde, opdronk en betaalde. In het Kapelletje stapte Cloet ook rechtstreeks naar binnen en bestelde 2 druppels Genever. Rond 7 kwam hij aan in de Wilde en hij kwam bij het straatje waar hij woonde. Hij had het niet meer koud, door de alcohol, en het brandde in zijn hoofd en het gloeide op zijn wangen. Hij voelde zich krachtig en vastberaden. Na het voorbijkomen van zijn vijand ‘Rosse Tjeef’ kwam hij in zijn woning waar hij zijn vrouw en zijn 4 kinderen aan tafel zat zitten voor het avondmaal.  Zij staarde hem verwilderd aan en hij vroeg waarom zij niet meer langs was gekomen tijdens zijn gevangenschap. Hij zag haar met verschrikkelijke ogen aan en beval haar om recht te zitten, de kinderen keken hun ouders gapend en verschrikt aan. Cloet begon nog vervaarlijker te reageren waardoor zijn vrouw hem vraagt haar geen pijn te doen. Dan ziet Cloet dat haar buik opgezwollen, zwaar en rond is en hij vraagt wie dat heeft gedaan. Zijn vrouw geeft geen antwoord en Cloet wordt steeds bozer. Daarna slaat Cloet haar in het gezicht en stuikte zij huilend achterover. Hij pakt haar met de linkerhand bij de keel en probeert haar te wurgen, daarna stampt hij met volle kracht haar buik ineen. De kinderen waren aan het huilen en Cloet’s vrouw was aan het bloeden en had pijn. Daarna kwam Rosse Tjeef het huis binnen en zag Cloet een nieuwe tegenstander. Hij slaat hem op de vloer achterover. Daarna komen 2 agenten bij de voordeur om Cloet weg te halen en aan te houden. Rosse Tjeef werd onder de schouders door 2 mannen opgetild en was zwaargewond, maar niet dood. Tijdens het gejoel van een uitgesloten menigte werd Cloet na zijn zakken leeg te maken opgesloten in de gevangenis. Hij werd veroordeeld voor 5 jaren en toen hij op een koude winteravond weer terug kwam, zag hij een onbekend vijfjarig knaapje aan de eettafel zitten die zij blijkbaar na 4 maanden na zijn misdaad op de wereld had gezet. Hij nam zijn papteil van de tafel en ging er mee voor de haard zitten en sprak met niemand. Hij deelde zijn slaapkamer niet meer met zijn vrouw en hij richtte zijn leven compleet nieuw in. Dit deed hij helemaal alleen. Hij werkte elke dag hardnekkig op het land en deze handelwijze had  een diepe indruk op zijn vrouw gemaakt. Ze hoopte dat ze, door elkaar goed te verstaan, nog in vrede zouden kunnen leven, echter had de hardnekkigheid van Cloet deze hoop doen verdwijnen. Dit maakte haar onrustig en ze probeerde alles eraan te doen om zich weer te verzoenen met Cloet. Dit werkte echter niet en ze keerde tot haar schrik zich tot de oorzaak van de onenigheid, het laatste kind, genaamd Julken. Sinds lange tijd keek Cloets vrouw haar kind aan met vieze ogen, daarna, op een avond toen Cloets vrouw dronken was, barstte ze tegen het kind los, de andere kinderen keken allen op, het was apart want niemand had iets misdaan. Het jonge knaapje was verwonderd en Cloet keek zijn vrouw voor het eerst aan en zag er een zwijgende goedkeuring in. Daarna roept Cloets vrouw Julken op om op te staan, het jonge knaapje blijft eerst verbaasd zitten en komt daarna voorzichtig van de stoel af en blijft voor zijn moeder staan. Zij slaat Julken dan vol in het gezicht en de jongen vlucht wanneer het weer een nieuw dreigend gebaar ziet naar het keukentje om zich te verschuilen. De andere kinderen keken verschrikt op, terwijl Cloet, nietszeggend bij zijn open haard zit in de hoek, met zijn rug tegen de anderen gekeerd en zijn papkom ledigde. Het kleine knaapje zag er heel anders uit dan de rest van de kinderen met zijn blonde haar en blauwe ogen tegenover kersrode wangen en een gitzwarte bos haar. Hij was door zijn uiterlijk al gedoemd om ‘anders’ te zijn en daarom noemde men hem de ‘Biezenstekker’, dit betekende dat hij arm, misvormd en een onder gebleven kind was van een onbekende vader. Het kleintje werd mishandeld en verdrukt en terwijl zijn moeder steeds meer verslaafd werd aan de drank, begonnen de kinderen van Cloet, naar het voorbeeld van hun ouders hun broertje ook onophoudelijk en ongestraft te klieren. Het kreeg de slechte overschotten, geen nieuwe kleren en moest op zijn 5de verjaardag al zijn eigen geld verdienen. Het leerde dan ook schooien en kreeg door zijn gekregen naam ‘Julken de Biezenstekker’ te gebruiken ook een boterham van de mensen uit het dorp. De houding van Cloet dreef zijn vrouw tot wanhoop en ze wilde zijn ‘oude man’, waar ze zoveel van hield, weer terugkrijgen. Bij elke mishandeling van Julken keek zij hem in de ogen aan om enkele tekenen van verzoening terug te vinden. Ondertussen had Julken een nieuwe vriend gevonden, namelijk zijn buurman Rosse Tjeef die wat verder op de straat woonde, de vijand van Cloet. Hier werd hij in het huis met 3 kinderen, geaccepteerd en liefkoost, daarbij deden ze hem geen pijn, accepteerden ze hem, kreeg hij goed te eten en kreeg hij zelfs zondag centen. Dit kreeg hij van zijn eigen ouders niet, die alleen de andere kinderen geld gaf en naar school liet gaan. Dit alles gebeurde met grote voorzichtigheid om Cloets aandacht niet te wekken. Julken had ondertussen nog een nieuwe vriend gevonden, genaamd Siesken. Het is een zwart hondje die door Jan, Cloet’s oudste zoon, onlang naar binnen is gebracht. De 2 kenden en beminden elkaar en die avond had Julken van Rosse Ttjeef een vijftien cent muntstuk gekregen. Niemand was nog thuis en toen Cloet binnenkwam en Julken net het vijftien cent muntstuk in de hand had, verstopte deze het snel. Siesken had het muntstuk opgepakt en laten vallen waardoor hier de aandacht op kwam. Zijn moeder vroeg hem van wie hij het had maar hij gaf hier geen antwoord op omdat hij er problemen mee zou krijgen. Eerst loog hij dat hij het van Cloet had gekregen maar na de de 3de keer gaf hij toe dat het van Rosse Tjeef was. Daarna begon bij Cloet het kwartje te vallen en hij vroeg aan zijn vrouw van wie Julken nou eigenlijk was. Na steeds bozer te worden gaf ze eindelijk antwoord en bekende ze dat het kind van Rosse Tjeef en haar is. Daarna sprong Cloet op zijn vrouw van verbazing, ongeloof en woede en duwde en stampte haar. Hij wilde haar vermoorden maar de gedachte van de gevangenis weerhield hem hiervan en hij verdween woedend uit het huis. Hij bleef 8 dagen weg en na deze 8 dagen kwam hij weer terug en praatte hij met niemand meer. Julken was ondertussen ziek geworden en kreeg vreselijke aanvallen waarbij hij soms schreiend rechtop sprong en hij aan zijn broertjes en ouders vroeg om hem niet meer zo te mishandelen. Dit werd echter niet aanhoord en hij voelde zich erg eenzaam. Julken had zich helemaal op Siesken gegooid en verzorgde hem en gaf hem veel liefde. Dit kreeg hij echter niet terug. De spanning in het huis was tot een toppunt gekomen en mevrouw Cloet kreeg koorts en verzorgde zelfs Julken weer een beetje. Op een dag ging ze kijken hoe Julken sliep en wilde Julken in zijn slaap vermoorden. Toch kon ze dit niet aan om te doen , hoewel ze wel vaker nadacht dat ze Julken in deze staat makkelijk iets aan kon doen: hij was namelijk verzwakt, ziek en flauw. Julken werd langzamerhand wakker, keek zijn moeder aan en besefte het gevaar dat hem zonet bedreigd had, Siesken kroop meteen naar hem toe. Julkens moeder was verzwakt in de stoel gevallen maar nog steeds erg boos. Op een gegeven moment springt ze uit de stoel, rukt het hondje uit zijn armen en stampte het op de vloer onder haar voeten. Tranen stroomden over zijn wangen en hij jammerde: ‘Arme Siesken’. Cloet en de andere kinderen kwamen binnen, waarbij Cloet op het punt stond om zijn vrouw te bespringen. Siesken werd daarna in zijn mandje gelegd met een gebroken poot en een opgezwollen buik. Hij leefde nog 3 dagen, maar daarna was hij dood. Julken bleef bij Siesken, kreeg koorts en werd niet beter. Cloets jongste dochter, Zulmatje, werd aangewezen om Julken gezelschap te houden. Deze 2 werden goede vrienden omdat Zulmatje zachter van aard was dan de andere kinderen van Cloet. Julken blijft over Siesken praten, ondanks dat hij zelf er helemaal niet goed aan is. Zijn buik is namelijk geheel opgezwollen. Daarna wilt Julken naar zijn vader, waarbij Zulmatje hem raar aankijkt. Hij vertelt haar dat zijn vader, anders is dan haar vader en beiden zwijgen ze. De nacht was vroeg gevallen en het bleek weer Driekoningenavond te zijn. Ze herinnerde zich een gebeurtenis van 6 jaar geleden waarbij Cloet net uit de gevangenis was gekomen. Het lied kleek haar nu anders in de oren toe, ze luisterde het en gaf zelfs 1 cent aan een meisje aan de deur. Na te kijken of de kinderen sliepen, hoorde ze het gezang weer en gaf weer 1 cent. Nadat het eten klaar was, ging ze weer kijken bij de kinderen. Ze wilde namelijk alleen zijn met Cloet. Ze keek bij Julken, die geheel bleek was, en trok de conclusie dat hij dood was.  Dit nieuws vertelde hij ook aan Cloet, hoewel hij zich hier niet al teveel van aantrok. Daarna leek het alsof Cloet iets zocht, het was bier, en zijn vrouw gaf hem een hele pint welke hij vervolgens in een ruk opdronk. Cloets vrouw vroeg of ze Julken niet moesten afleggen, maar hij zegt dat hem dit niets uitmaakt. Hierna was de eerste keer dat Cloet niet alleen in de zolder sliep, maar bij zijn vrouw ging liggen sinds 6 jaar.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De Biezenstekker door Cyriel Buysse"