Correct formuleren

Beoordeling 9.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 818 woorden
  • 20 juni 2018
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 9.5
2 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Twijfel je nog over jouw studiekeuze?

Of heb je hulp nodig bij het inschrijven? Bezoek dan onze Extra Open Avond op 7 juni. Kom een kijkje nemen en voel hoe het is om te studeren bij Hogeschool Inholland. Wij staan voor je klaar! 

Meld je aan!

Er zijn 13 soorten stijlfouten

Dubbelop:

  1. Onjuiste herhaling
  2. Tautologie
  3. Pleonasme
  4. Contaminatie
  5. Dubbele ontkenning

Fouten met verwijswoorden:

  1. Onjuist verwijswoord
  2. Onduidelijk verwijzen
     
  3. Incongruentie
  4. Dat/als constructie
  5. Foutieve samentrekking
  6. Foutieve beknopte bijzin

Zinnen onjuist begrenzen:

  1. Losstaand zinsgedeelte
  2. Zinnen aan elkaar plakken

Dubbel op fouten

1. Onjuiste herhaling = een vast voorzetsel wordt ten onrechte twee keer gebruikt
Je klasgenoten gaan zich aan die rotopmerkingen van jou steeds meer aan ergeren

2.Tautologie = Hetzelfde wordt gezegd met twee verschillende woorden die hetzelfde betekenen.
Hoewel we de catalogus reeds weken van tevoren al in huis hadden, (…)

3. Pleonasme = Een deel van de betekenis van het woord wordt nog eens door een ander woord uitgedrukt.
Als je daar wilt eten moet je wel van tevoren een tafel reserveren.

4. Contaminatie = Twee woorden of uitdrukkingen worden ten onrechte verward.
Uitprinten – uitdraaien of printen, nachecken – nakijken of checken, zich irriteren aan – zich ergeren aan of irriteren.

5. Dubbele ontkenning = In zinnen waar werkwoorden in staan die als eigenschap hebben dat ze al ontkennend zijn wordt ten onrechte nog een ontkenning toegevoegd.
De regering raadt ons af het land Japan voorlopig niet te bezoeken

Fouten met verwijswoorden

6. Onjuist verwijswoord = Om te bepalen welk verwijswoord je moet gebruiken zoek je eerst het woord op waar het naar verwijst. Daarna kies je of het mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. Onzijdige woorden zijn het-woorden

Het-woorden: namen van landen, steden en clubs, verkleinwoorden
Vrouwelijke woorden: woorden met het vrouwelijke geslacht erin en woorden op de uitgangen: -heid, -nis, -ing, -st, -schap, -te, -de, -ie, -ij, -iek, -theek, -teit, -uur

Die of dat? Deze of dit?
De-woorden: die en deze
Het-woorden: dat en dit

Hen of hun?
Hen: als het het lijdend voorwerp is, als het na een voorzetsel staat
Hun: als het het meewerkend voorwerp is en er geen voorzetsel voor staat.

Dat of wat?
Dat: als je verwijst naar een het-woord
Wat: als je verwijst naar:

  •  een overtreffende trap(beste, mooiste, grootste)
  • Onbepaald voornaamwoord (alles, iets, niets, het enige)
  • Een hele zin

Wie of waar...?
Wie: Bij personen gebruik je voorzetsel +wie
Waar: Bij dingen gebruik je waar + voorzetsel

7. Onduidelijk verwijzen = als een verwijswoord terugwijst naar iets wat helemaal niet in de tekst staat. Kan zijn als er geen antecedent is, of juist meerdere.
Alexandra slaat ons altijd om de oren met Bijbelse uitspraken, maar ze heeft hem zelf nog nooit gelezen. Het moet zijn: ze heeft de Bijbel nog nooit gelezen

Dit wil je ook lezen:

De docenten hebben de leerlingen medegedeeld dat ze morgen vrij zijn vanwege een voorlichtingsdag. Het moet zijn: of alle leren morgen vrij zijn of alle scholieren morgen vrij zijn

8. Incongruentie = Als bij een enkelvoudig onderwerp een meervoudige persoonsvorm staat of andersom. Er zijn 4 vormen

  • Meervoudig onderwerp wordt voor enkelvoudig aangezien.
    De media schrijft bijzonder negatief → De media schrijven
    Drugs veroorzaakt veel overlast → Drugs veroorzaken
  • Enkelvoudig onderwerp wordt aangezien voor meervoudig
    Zowel Karin als Elona kwamen te laat → Zowel Karin als Elona kwam te laat
    De Nederlandse jeugd hebben steeds vaker schulden → De Nederlandse jeugd heeft
  • In het onderwerp wordt een enkelvoudige kern gevolgd door een meervoudige bijvoeglijke bepaling
    Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen hebben → Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen heeft
  • Een meewerkend voorwerp wordt ten onrechte voor het onderwerp aangezien
     

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

8. Incongruentie = Als bij een enkelvoudig onderwerp een meervoudige persoonsvorm staat of andersom. Er zijn 4 vormen

  • Meervoudig onderwerp wordt voor enkelvoudig aangezien.
    De media schrijft bijzonder negatief → De media schrijven
    Drugs veroorzaakt veel overlast → Drugs veroorzaken
  • Enkelvoudig onderwerp wordt aangezien voor meervoudig
    Zowel Karin als Elona kwamen te laat → Zowel Karin als Elona kwam te laat
    De Nederlandse jeugd hebben steeds vaker schulden → De Nederlandse jeugd heeft
  • In het onderwerp wordt een enkelvoudige kern gevolgd door een meervoudige bijvoeglijke bepaling
    Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen hebben → Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen heeft
  • Een meewerkend voorwerp wordt ten onrechte voor het onderwerp aangezien
     

9. Dat/als constructie =Als er ergens midden in de zin de woorden omdat als, omdat wanneer, omdat indien, zodat als etc. Staat moet je de zin die achter als staat achteraan in de zin zetten.
De jongens willen de camping niet reserveren omdat als het in Frankrijk gaat regenen, ze in Spanje gaan kamperen

De jongens willen de camping niet reserveren omdat ze in Spanje gaan kamperen, als het in Frankrijk gaat regenen.

10. Foutieve samentrekking = Een zin waarin bepaalde woorden herhaald worden mag je een van beide keren weg laten. Dit mag niet als:

  • De betekenis van het weggelaten woord hetzelfde is
  • De vorm (bijvoorbeeld enkelvoud of meervoud) van het wegelaten woord hetzelfde is
  • De grammaticale functie (onderwerp, lijdend voorwerp etc) van het wegelaten woord hetzelfde is.

11. Foutieve beknopte bijzin = Als het denkbeeldige onderwerp van de beknopte bijwoordelijke bijzin niet hetzelfde is als het onderwerp van de hoofdzin.

Zinnen onjuist begrenzen

12. Losstaand zinsgedeelte = Een bijzin is een zinsdeel binnen een samengestelde zin. Een bijzin mag dus niet los staan.
De groenteboer heeft nog geen zin om met pensioen te gaan. Hoewel hij volgensmij al aardig oud is → De groenteboer heeft nog geen zin om met pensioen te gaan, hoewel(…)

13. Zinnen aan elkaar plakken = twee hoofdzinnen kun je aan elkaar plakken met en, of, want, dus. Als je geen verbinding woorden gebruikt moet je een punt zetten.
Nederlandse studenten kunnen steeds gemakkelijker geld lenen bij DUO en particuliere banken, daardoor raken ze steeds vaker diep in de schulden.

Nederlandse studenten kunnen steeds gemakkelijker geld lenen bij DUO en particuliere banken. Daardoor raken ze steeds vaker diep in de schulden.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.