H1 Correct Formuleren
Par 1 Dubbelop
Onjuiste herhaling
Als een voorzetsel twee keer wordt gebruikt, is dit een onjuiste herhaling.
Onjuist:
Je klas genoten gaan zich aan die rotopmerkingen van jou steeds meer aan ergeren.
Juist:
Je klas genoten gaan zich aan die rotopmerkingen van jou steeds meer ergeren.
Tautologie
wanneer hetzelfdetwee keer wordt gezegd met verschillende woorden van dezelfde woordsoort. (synoniemen)
Onjuist:
Juist
Pleonasme
een deel van de betekenis van een woordgroep nog eens door een ander woord uitgedrukt. Een gedeelte van het woord betreft een eigenschap.
Bijvoorbeeld ronde cirkel, witte sneeuw, groene gras etc.
Contaminatie
Als twee woorden of uitdrukkingen slecht worden vermengd.
Onjuist:
Juist
Dubbele ontkenning
Wanneer er in zinnen twee keer ontkennende woorden wordt gebruikt. Twee keer nee zeggen.
Onjuist:
Juist
Par 2 Fouten met verwijswoorden
2.1 Onjuist verwijswoord
Het word of de woordgroep waarnaar een verwijswoorden terugwijst, het antecedent.
Om te bepalen welk verwijswoord je moet gebruiken, moet je altijd eerst naar het antecedent zoeken.
Antecedent Persoonlijk voornaamwoord Bezittelijke voornaamwoord Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord
Mannelijk de-woord Hij, hem Zijn, z’n Deze, die Die
Vrouwelijk
de-woord Zij, ze
Haar, d’r Deze, die Die
Het-woord (onzijdig) Het Zijn, z’n Dit, dat Dat
Meervoudige zelfstandige naamwoord Onderwerp: zij, ze
Lijdendvoorwerp: hen
Na voorzetsel: hen
Meewerkend voorwerp zonder voorzetsel: hun Hun Deze, die Die
Hij, zij(ze) of het; hem of haar; zijn of haar?
Onzijdige woorden: verwijst naar woorden met het en zijn, het-woord.
Let op: Namen van landen, steden en clubs en ook verkleinwoorden zijn onzijdig het-woorden.
Mannelijke woorden: verwijst naar mannelijke woorden met hij, hem en zijn, de-woorden.
Vrouwelijke woorden: verwijst naar vrouwelijke woorden de-woord met zij, ze en haar.
Vrouwelijke woorden eindigen op: -heid, -nis, -schap, de, -te, -ij, -ing, -st, -ie, iek, -theek, -teit, -uur.
Die of dat; deze of dit?
De-woorden: die en deze
Het woorden: dat en dit
Hen of hun?
- Gebruik hen wanneer het lijdend voorwerp is.
- Gebruik hen na een voorzetsel.
- Gebruik hun als het meewerkend voorwerp is en er geen voorzetsel voor staat
- Gebruik hun nooit als onderwerp!
- Verwijs naar een elkelvoudig begrip dat een verzameling personen omvat niet met ze, hen en hun, maar met enkelvoudige verwijswoorden.
Lijdend voorwerp: lv: wie/wat + wwg + ow?
Meewerkend voorwerp: aan/voor wie + wwg + ow + (lv)?
Dat of wat?
Gebruik het verwijswoord dat als je verwijst naar een het-woord.
Gebruik het verwijswoord wat alleen als je verwijst naar:
- Een overtreffende trap (het beste, het mooiste, het enige)
- Onbepaald voornaamwoord (alles, iets, niets)
- Als het terugslaat op een hele zin.
Voorbeelden:
- Het spectaculairste wat ik ooit heb meegemaakt, was een vliegshow van de Engelse Red Arrows.
- Alles wat we van deze zaak weten, hebben we ook al aan de politie verteld.
- De zuidelijke Europese landen hebben hun betalingsbalans niet op orde, wat tot veel ontust leidt op de financiële markt
Let op: soms leidt het gebruik van dat of wat tot betekenisverschil.
Wie of waar?
Personen: voorzetsel + wie
Zaken(dingen): waar + voorzetsel
2.2 Onduidelijk verwijzen
Soms wijst een verwijswoord terug naar iets wat helemaal niet in de tekst staat. Het heeft dan geen antecedent.
Onjuist:
Alexandra slaat ons altijd om de oren met bijbelse uitspraken, maar ze heeft hem zelf nooit gelezen.
Juist:
Alexandra slaat ons altijd om de oren met bijbelse uitspraken, maar ze heeft de Bijbel zelg nooit gelezen.
Par 3 Incongruentie
(-) enkelvoud onderwerp – meervoud persoonsvorm
(+) enkelvoud onderwerp – enkelvoud persoonsvorm
(+)meervoud onderwerp – meervoud persoonsworm
4 vormen van incongruentie:
- Een meervoudig onderwerp wordt voor enkelvoudig aangezien
Onjuist:
Drugs veroorzaakt veel overlast in de grensstreek.
Juist:
Drugs veroorzaken veel overlast in de grensstreek.
- Een enkelvoudig onderwerp wordt voor meervoudig aangezien
Onjuist:
De Nederlandse jeugd hebben steeds vaker schulden bij de bank.
Juist:
De Nederlandse jeugd heeft steeds vaker schulden bij de bank.
- In het onderwerp wordt een enkelvoudige kern gevolgd door een meervoudige bijvoeglijke nabepaling
Onjuist:
Meer dan de helft (kern) van de Nederlandse vrouwen(bepaling) hebben een deeltijdbaan.
Juist:
Meer dan de helft (kern) van de Nederlandse vrouwen(bepaling) heeft een deeltijdbaan.
- Een meerwerkend voorwerp wordt ten onrechte voor het onderwerp aangezien
Onjuist:
[(mv) Bezoekers van het congres die vragen willen stellen aan de parlementariërs] worden verzocht [(ow)dat van tevoren schriftelijk kenbaar te maken].
Juist:
[(mv) Aan Bezoekers van het congres die vragen willen stellen aan de parlementariërs] worden verzocht [(ow)dat van tevoren schriftelijk kenbaar te maken].
Par 4 Dat/als-constructie
De dat/als-constructie herken je aan de volgende woordgroepen, ergens in het midden van de zin: (om)dat wanneer, (om)dat indien en soms zodat als/wanneer/indien.
Die als-zin moet je achter in het zin plaatsen.
Soms kun je de dat/als-constructie vermijden door volgens mij te gebruiken in plaats van ik denk, ik geloof of ik vind.
Voorbeeld:
Fout: De jongens willen de camping niet reserveren, omdat als het in Frankrijk regent, ze in Spanje gaan kamperen.
Goed: De jongens willen de camping niet reseveren, omdat ze in Spanje willen gaan kamperen, als het in Frankrijk regent.
Par 5 Foutieve samentrekking
Als in een zin bepaalde woorden herhaald worden, mag je die in sommige gevallen een van beide keren weglaten. Dat heet samentrekking.
Samentrekking komt voor:
- Bij woorddelen: in voor- en tegenspoed
- Bij woorden: dure(...) en goedkope kleren
- Bij zinsdelen: {Elsie studeert (wg) in Groningen} en {Mariëtte (...) in Amsterdam.}
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden