Blok 2:
In een geschreven tekst zijn de alinea’s typografisch zichtbaar gemaakt: aan het begin van een alinea springt de tekst meestal iets in. In een gesproken tekst wordt dat gedaan door een korte pauze.
Hoofdmededeling of hoofdbewering wordt een kernzin genoemd. Meestal is de eerste zin de kernzin.
kort gezegd, de kernzin is de belangrijkste zin uit de alinea.
Om de hoofdgedachten te formuleren kijk je goed naar de titel, de inleiding, het slot en de kernzinnen. De hoofdgedachte is een uitspraak (mening) van de schrijver over het onderwerp.
Objectieve tekst: alleen informatie, controleerbare feiten
Subjectieve tekst: meningen
Uittreksel: een beknopt overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen.
Samenvatting: een deel van de elementen die van belang zijn voor jouw onderzoeksvraag.
Representatieve samenvatting: dat is een nieuwe tekst die de originele kan vervangen, deze samenvatting is voor andere bedoel.
Geleide samenvatting: een korte samenvatting, waarbij is aangegeven welke elementen duidelijk naar voren moeten komen.
EISEN:
1. samenvatting bevat alleen hoofdzaken: de belangrijkste gegevens en argumenten
2. de strekking, bedoeling of hoofdgedachte, is juist weergegeven
3. het is geschreven in goed Nederlands, prettig leesbaar
4. omvang v.d samenvatting is ~ 20% van die van de basistekst
5. de samenvatting moet representatief zijn, jouw tekst kan de oorspronkelijke vervangen zonder dat de lezer iets belangrijks mist.
Voorwaarden:
1. je begrijpt de inhoud
2. je herkent de tekstsoort
3. je kent de strekking
4. je weet hoe de tekst is opgebouwd
5. je kunt de tekst beknopt in je eigen woorden weergeven.
Weglaten in een samenvatting:
1. details
2. voorbeelden (de meeste)
3. anekdotes
4. uitweidingen die niets met het onderwerp te maken hebben
5. herhalingen
Informatieve tekst = een tekst die alleen belangrijke informatie bevat, alleen de hoofdzaken staan vermeld.
Persuasieve tekst = een tekst waarin de meningen en argumenten duidelijk worden opgenomen.
Alineaverbanden:
1. herhaling van woorden of woordgroepen
2. overgangszinnen
3. aankondigende zinnen
4. signaalwoorden
Herhaling -> overlappers
Overgangszinnen: deze, die, dit, dergelijke, zulke, bovengenoemd enz..
Aankondigende zinnen: wat kan de lezer nog allemaal verwachten.
Signaalwoorden zijn woorden of woordgroepen die woorden, zinsgedeelten, zinnen of alinea’s verbinden.
Samengestelde zelfstandige naamwoorden zo veel mogelijk aan elkaar, ze vormen een betekeniseenheid,ook geldt dit voor drieledige samenstellingen. asielzoekerscentrum, milieueffectenrapportage, sciencefiction, operatieassistent, longfunctieonderzoek, antiblokkeersysteem, minimuminkomen, terbeschikkingstelling, totstandkominghogesnelheidslijn, derdewereldland
veel bijvoeglijke naamwoorden worden aaneen geschreven. alcoholvrij, koolzuurhoudend, veelbesproken, energiezuinig, radioactief
Samengestelde werkwoorden schrijven we aaneen gebruikmaken, totstandkomen, achteromkijken, koffiezetten, gevangennemen, televisiekijken enz..
Voornaamwoordelijke bijwoorden (woorden met er,daar,hier en waar) worden aaneen geschreven erin, daarvoor, hierdoor, waartegenover
Getallen tot honderd en de samenstelling met honderd en duizend negenentwintig, drieëndertig, zevenhonderd, eenenzestigduizend
Het liggend streepje wordt gebruikt om verkeerd lezen van het woord te voorkomen.
Het trema gebruiken we om leesproblemen te voorkomen binnen een niet-samengesteld woord: beïnvloeden, ruïne.
In een samenstelling gebruiken we een liggend streepje: vitamine-injectie, milieu-invloed.
het trema geeft aan waar de nieuwe lettergreep begint beëindigen, reünie, financiële, diëtiste, neuriën, Tunesiër, bingoën, egoïsme, coördinator, vacuüm
sommige mv-woorden een trema fantasieën, zeeën
bij –iee- en –ii- geen trema financieel, dieet, gekopieerd, verfraaiing, beschoeiing, lawaaiig
samengestelde telwoorden en afgeleide woorden krijgen geen liggend streepje maar een trema tweeëntachtig, tweeënhalf, drieëntachtigjarig
Deze woorden zonder trema:
elektricien, opticien, atheneum, petroleum, barbecuen, fonduen, luxueus, visueel, aerobics, paella, polaroid, hobbyisme.
Komma:
- opsomming
- achter en/of voor een aangesproken persoon en tussenwerpsel. (een uitroep van meestal één woord, buiten zinsverband)
- voor en achter een bijstelling (een zinsdeel dat dezelfde zaak of persoon nog eens noemt, maar met andere woorden)
- voor een aantal voegwoorden die deelzinnen verbinden. voor de volgende staat altijd een komma: maar, want, doordat, opdat, zodat, hoewel, terwijl, mits, tenzij. Bij deze meestal een komma: als, wanneer, omdat, nadat, totdat, voordat, toen.
- tussen twee werkwoorden uit verschillende gezegdes.
- na een beperkende of een uitbreidende bijvoeglijke bijzin.
- voor en na tussengeschoven woorden staat een komma.
- we gebruiken een komma om verkeerd lezen te voorkomen
Puntkomma:
- tussen twee zinnen of mededelingen die nauw met elkaar samenhangen.
- in lange opsommingen is een puntkomma soms duidelijker dan een komma.
Dubbele punt:
- bij directe rede
- vóór een opsomming, uitwerking of verklaring.
Aanhalingstekens:
- bij directe rede (bij gedachte en wensen geen aanhalingstekens!)
- wanneer we willen aangeven dat de gebruikte woorden van een ander zijn.
- titels van boeken, films, programma’s enz..
- bij ironie, bijzonder gebruik of zelfnoemfunctie (uitspraak over een woord)
In een geschreven tekst zijn de alinea’s typografisch zichtbaar gemaakt: aan het begin van een alinea springt de tekst meestal iets in. In een gesproken tekst wordt dat gedaan door een korte pauze.
Hoofdmededeling of hoofdbewering wordt een kernzin genoemd. Meestal is de eerste zin de kernzin.
kort gezegd, de kernzin is de belangrijkste zin uit de alinea.
Om de hoofdgedachten te formuleren kijk je goed naar de titel, de inleiding, het slot en de kernzinnen. De hoofdgedachte is een uitspraak (mening) van de schrijver over het onderwerp.
Objectieve tekst: alleen informatie, controleerbare feiten
Uittreksel: een beknopt overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen.
Samenvatting: een deel van de elementen die van belang zijn voor jouw onderzoeksvraag.
Representatieve samenvatting: dat is een nieuwe tekst die de originele kan vervangen, deze samenvatting is voor andere bedoel.
Geleide samenvatting: een korte samenvatting, waarbij is aangegeven welke elementen duidelijk naar voren moeten komen.
EISEN:
1. samenvatting bevat alleen hoofdzaken: de belangrijkste gegevens en argumenten
2. de strekking, bedoeling of hoofdgedachte, is juist weergegeven
3. het is geschreven in goed Nederlands, prettig leesbaar
4. omvang v.d samenvatting is ~ 20% van die van de basistekst
5. de samenvatting moet representatief zijn, jouw tekst kan de oorspronkelijke vervangen zonder dat de lezer iets belangrijks mist.
Voorwaarden:
1. je begrijpt de inhoud
3. je kent de strekking
4. je weet hoe de tekst is opgebouwd
5. je kunt de tekst beknopt in je eigen woorden weergeven.
Weglaten in een samenvatting:
1. details
2. voorbeelden (de meeste)
3. anekdotes
4. uitweidingen die niets met het onderwerp te maken hebben
5. herhalingen
Informatieve tekst = een tekst die alleen belangrijke informatie bevat, alleen de hoofdzaken staan vermeld.
Persuasieve tekst = een tekst waarin de meningen en argumenten duidelijk worden opgenomen.
Alineaverbanden:
1. herhaling van woorden of woordgroepen
2. overgangszinnen
3. aankondigende zinnen
Herhaling -> overlappers
Overgangszinnen: deze, die, dit, dergelijke, zulke, bovengenoemd enz..
Aankondigende zinnen: wat kan de lezer nog allemaal verwachten.
Signaalwoorden zijn woorden of woordgroepen die woorden, zinsgedeelten, zinnen of alinea’s verbinden.
Samengestelde zelfstandige naamwoorden zo veel mogelijk aan elkaar, ze vormen een betekeniseenheid,ook geldt dit voor drieledige samenstellingen. asielzoekerscentrum, milieueffectenrapportage, sciencefiction, operatieassistent, longfunctieonderzoek, antiblokkeersysteem, minimuminkomen, terbeschikkingstelling, totstandkominghogesnelheidslijn, derdewereldland
veel bijvoeglijke naamwoorden worden aaneen geschreven. alcoholvrij, koolzuurhoudend, veelbesproken, energiezuinig, radioactief
Voornaamwoordelijke bijwoorden (woorden met er,daar,hier en waar) worden aaneen geschreven erin, daarvoor, hierdoor, waartegenover
Getallen tot honderd en de samenstelling met honderd en duizend negenentwintig, drieëndertig, zevenhonderd, eenenzestigduizend
Het liggend streepje wordt gebruikt om verkeerd lezen van het woord te voorkomen.
Het trema gebruiken we om leesproblemen te voorkomen binnen een niet-samengesteld woord: beïnvloeden, ruïne.
In een samenstelling gebruiken we een liggend streepje: vitamine-injectie, milieu-invloed.
het trema geeft aan waar de nieuwe lettergreep begint beëindigen, reünie, financiële, diëtiste, neuriën, Tunesiër, bingoën, egoïsme, coördinator, vacuüm
sommige mv-woorden een trema fantasieën, zeeën
bij –iee- en –ii- geen trema financieel, dieet, gekopieerd, verfraaiing, beschoeiing, lawaaiig
samengestelde telwoorden en afgeleide woorden krijgen geen liggend streepje maar een trema tweeëntachtig, tweeënhalf, drieëntachtigjarig
elektricien, opticien, atheneum, petroleum, barbecuen, fonduen, luxueus, visueel, aerobics, paella, polaroid, hobbyisme.
Komma:
- opsomming
- achter en/of voor een aangesproken persoon en tussenwerpsel. (een uitroep van meestal één woord, buiten zinsverband)
- voor en achter een bijstelling (een zinsdeel dat dezelfde zaak of persoon nog eens noemt, maar met andere woorden)
- voor een aantal voegwoorden die deelzinnen verbinden. voor de volgende staat altijd een komma: maar, want, doordat, opdat, zodat, hoewel, terwijl, mits, tenzij. Bij deze meestal een komma: als, wanneer, omdat, nadat, totdat, voordat, toen.
- tussen twee werkwoorden uit verschillende gezegdes.
- voor en na tussengeschoven woorden staat een komma.
- we gebruiken een komma om verkeerd lezen te voorkomen
Puntkomma:
- tussen twee zinnen of mededelingen die nauw met elkaar samenhangen.
- in lange opsommingen is een puntkomma soms duidelijker dan een komma.
Dubbele punt:
- bij directe rede
- vóór een opsomming, uitwerking of verklaring.
Aanhalingstekens:
- bij directe rede (bij gedachte en wensen geen aanhalingstekens!)
- wanneer we willen aangeven dat de gebruikte woorden van een ander zijn.
- titels van boeken, films, programma’s enz..
- bij ironie, bijzonder gebruik of zelfnoemfunctie (uitspraak over een woord)
REACTIES
1 seconde geleden