Tekstdoelen, tekstsoorten, tekstvormen
Wat schrijvers willen bereiken met hun tekst heet schrijfdoel/tekstdoel.
- Informeren, gegevens verstrekken.
- Uiteenzetten, uitleggen hoe iets in elkaar zit.
- Overtuigen, betogen, een mening naar voren brengen, ondersteund met argumenten.
- Beschouwen, een onderwerp van verschillende kanten toelichten.
- Activeren, aansporen tot handelen.
- Amuseren, vermaken.
Hoofdgedachte = een uitspraak of mening van de schrijver over het onderwerp van de tekst.
Wat is het belangrijkste wat een schrijver duidelijk wil maken?
Schrijfdoel |
Tekstsoort |
tekstvorm |
Informeren |
Informerende tekst |
Nieuwsbericht, verslag |
Uiteenzetten |
Uiteenzettende tekst (uiteenzetting) |
Schoolboektekst, naslagwerk, brochure |
Overtuigen |
Betogende tekst (betoog, opiniërende) |
Artikel in krant/tijdschrift, recensie |
Beschouwen |
Beschouwende tekst (beschouwing) |
Achtergrondartikel in krant/tijdschrift |
Activeren |
Activerende tekst |
Advertentie, pamflet, folder |
Amuseren |
Amuserende tekst |
Roman, verhaal |
Objectief – controleerbare feiten – informerend een uiteenzettende teksten.
Subjectief – mening – Amuserende, betogende, beschouwende en activerende teksten.
Zins- en alineaverbanden
Tegenstellend verband (tegenstelling)
maar, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds … anderzijds, daar staat tegenover
Opsommend verband (opsomming)
en, ook, verder, bovendien, nog, daarnaast, niet alleen ... maar ook, ten eerste … ten tweede
Oorzakelijk verband (oorzaak)
daardoor, hierdoor, doordat, zodat, waardoor
Redengevend verband (reden)
daarom, want, omdat
Uitleggend of toelichtend verband (uitleg, toelichting)
namelijk, dat wil zeggen, met andere woorden, bijvoorbeeld, ter toelichting
Concluderend verband (conclusie)
dus, alles overziend, concluderend
Samenvattend verband (samenvatting)
kortom, samenvattend, om kort te gaan
Voorwaardelijk verband (voorwaarde)
op voorwaarde dat, mits, als, indien, tenzij
Vergelijkend verband (vergelijking)
zoals, hetzelfde, vergeleken met
Middel-doelverband
waarmee, daarmee, met dat doel, het doel is, door middel van, om, om te, met behulp van
Verbindingsmanieren van alinea’s
- een signaalwoord of signaalwoordgroep
- een herhaling van een woord of woordgroep
- een overgangszin met een verwijswoord
- een aankondigende zin
functies tekstgedeelten
een tekstgedeelte is een zin, een alinea of een groep samenhangende alinea’s. Leren 10(0/1)
argumenteren
Om je mening te onderbouwen of aannemelijk te maken gebruik je argumenten (redenen).
- Feit
- Onderzoeksbevinding (uitkomst onderzoek)
- Ervaring of een vermoeden
- Emotie
- Autoriteit (iemand die gezag heeft)
- Geloof, ideaal, een persoonlijke (levens)overtuiging (moraal)
- Vergelijking
Argumentatie/redenering:
stelling/standpunt/mening à argumenten à conclusie.
REACTIES
1 seconde geleden