Argumenteren

Beoordeling 5.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 388 woorden
  • 23 april 2004
  • 66 keer beoordeeld
Cijfer 5.1
66 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Argumenteren -standpunt is een ander woord voor mening à elke zin waar ik denk/ ik vind voor staat. Je hebt positieve, negatieve en standpunten van twijfel. Het wordt ook wel standpunt, stelling, claim, conclusie, opvatting, visie of opinie genoemd. -in een betogende tekst staat 1 standpunt centraal. Het standpunt dat de schrijver verdedigd. Het gaat ook om een standpunt dat door de andere partij verdedigd wordt à een impliciet standpunt = niet met veel woorden geschreven, je houdt het voor je, tegen de schrijvers mening à kan worden afgeleidt uit de tekst. -Het gaat altijd om een verschil van mening. Hoofdverschil van mening= de kwestie waar het verhaal om gaat, het belangrijkste verschil. Signaalwoorden zijn: ik vind, volgens mij, mijn conclusie is dat, dus, daarom, kortom. Soms ontbreken ze. -er zijn veel manieren om een meningsverschil op te lossen. Je kan meningsverschillen beslechten (loting, meerderheid, geweld etc.) en oplossen à de andere is geheel uit vrije wil overtuigd à met elkaar praten en naar elkaar luisteren. Vaak is de oplossing een compromis= een oplossing waar de beide partijen zich in kunnen vinden. -Je moet je mening onderbouwen met argumenten. Je heeft een argument voor je argument. Argumenten= uitspraken waarmee iemand zijn standpunt of mening verdedigd. Zijn een antwoord op de vraag: waarom heb ik een mening? Argumentatie= alle argumenten bij elkaar ook wel een betoog. Na het verschil van mening moet je goed argumenten bedenken. Dit bepaald of je een mening deelt of verwerpt. Om iemand te overtuigen heb je meerdere argumenten nodig. Signaalwoorden: want, omdat, aangezien of immers. Soms ontbreken ze als hulpmiddel kan je in gedachten want of omdat plaatsen. volgorde: argumenten – mening of mening – argumenten. -argumenten worden soms niet letterlijk genoemd. Dan moet je ze opsporen. Argumenten die wel een rol spelen in een discussie maar die niet genoemd worden zijn verzwegen argumenten. Ieder verzwegen argument kan vertaald worden met de als… dan –constructie. -een betoog met 1 argument is een enkelvoudige argumentatie. (komt weinig voor) mening argument -een meervoudige argumentatie is als er bij een betoog meerdere argumenten zijn. Mening argument argument argument -als je verschillende argumenten samen gebruikt spreek je van een nevengeschikte argumentatie. Argumenten werken in combinatie met elkaar maar kunnen niet zonder elkaar. Mening Argument argument -argumenten waarbij voor elk argument een nieuw argument wordt aangevoerd is een ondergeschikte argumentatie, er ontstaat een soort trap. Mening Argument Argument Argument

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.