Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

18e eeuw

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1432 woorden
  • 11 april 2009
  • 55 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
55 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Achttiende eeuw
In de 18e eeuw bepaalde het absolutisme de Europese politiek.

Er was
- meer welvaart dan in17e eeuw.
- Bevolking van Europa nam snel toe.
- Burgerij ontwikkelde zich tot sterkste klasse in economisch opzicht.

In de Duitse vorstendommen: Pruisen onder leiding van Frederik de grote.
Rusland groeide onder Katharina de Grote uit tot een moderne staat.

Nederland:Bleef een statenbond namelijk Republiek der Verenigde Nederlanden, met de Staten-Generaal aan het hoofd in plaats van een vorst. Gewesten gingen hun eigen gang, Staten-Generaal was machteloos orgaan.

Tweede helft 18e eeuw: twee stromingen
- Patriotten:
streefden naar meer democratie.

- Prinsgezinden: aanhangers van de stadhouders uit het huis van Oranje.

In die zelfde tijd verzet in Frankrijk tegen de koning: Franse revolutie 1789

De Fransen vielen ons land binnen en riep de Bataafse Republiek uit in 1795.
Drie jaar later: eerste grondwet, waarin scheiding van Kerk en staat werd vastgelegd en kiesrecht uit werd bereid.

Verlichting:Culturele stroming in de 18e eeuw. Vooral in Engeland en Frankrijk. In Nederland komt de verlichting ook wel door, maar ten opzichte van 17e eeuw toch wel een tijd van achteruitgang. Geen Hooft of Vondel meer en in de schilderkunst niemand van het niveau van Rembrandt of Vermeer.
Men spreekt ook van de ‘pruikentijd’, sfeer van deftigheid en zelfgenoegzaamheid.

De wereld was langzaam maar zeker ‘verlicht’ aan het worden. Dankzij de inzichten die men in de Renaissance had opgedaan kon die door denkers van de 18e eeuw verder ontwikkeld worden.
Talrijke nieuwe wetenschappelijk inzichten leiden tot onderzoeken hoe de wereld in elkaar zat (empirisme) In de 18e eeuw ontstond hieruit de opvatting dat de menselijke ratio (verstand, rede) in staat was ALLES op te lossen. (rationalisme)


Op religieus gebied hingen veel verlichte denkers het deïsme aan: de opvatting dat er wel een Opperwezen bestaat, maar dat verering daarvan in de vorm van een godsdienst zinloos is.
De franse geleerde en schrijver Voltaire verdedigde daarom de gelijkheid van alle godsdiensten en was voor : de idee der tolerantie (verdraagzaamheid)

Politiek gebied:John Locke en Montesquieu bepleitten de ‘trias politica’: de opvatting dat de uitvoerende macht (regering), wetgevende macht (parlement) en rechterlijke macht gescheiden moeten zijn.

Het streven naar grotere vrijheid kwam op economisch terrein tot uiting in het ontstaan van het liberalisme: de overheid bemoeit zich zo weinig mogelijk met de economie en het laten het over aan het marktmechanisme.

Grondlegger van het liberalisme:Adam Smith.
Hoofdwerk: An inquiry into the nature and causes of the wealth of nations.

Er was grote vertrouwen in de menselijke rede; meeste denkers in de 18 eeuw waren optimistisch gestemd.
Men hechtte grote belang aan onderwijs en opvoeding.

Literair gevolg was een stroom moralistische geschriften in de 18e eeuw.

Invloed: Alle ideeën worden nog steeds al een ideaal gezien.
Kenmerkend voor de moderne westerse democratieën zijn zaken als:
- scheiding van Kerk en staat
- inperking van het vorstelijke gezag door middel van wetten
- de afschaffing van slavernij en lijfstraffen
- scheiding der drie machten

Amerikaanse en Franse revolutie kunnen we beschouwen als het in praktijk brengen van de ideeën van de verlichting.

LITERATUUR
Verlichting was eigenlijk een progressieve stroming waarin allerlei nieuwe ideeën werden verkondigd. IN de literatuur treffen we dit nieuwe eigenlijk alleen aan in het proza.
Hierin zien we dat essentie didactisch was: literatuur was een middel om de lezer nieuwe – rationele – ideeën te geven. De taal was duidelijk en zakelijk. Dit leidde dat de bloei van de essay en het aforisme.

Het grootste didactische werk uit de verlichting is de encyclopédie, onder leiding van Denis Diderot 1713-1784, waarin een kritisch overzicht werd gegeven van menselijke kennis en beschaving.


In toneel en poëzie heerste het neoclassicisme: men volgde de ‘klassieke’ regels na die in de 17e eeuw door de Franse dichter Nicolas Boileau waren opgesteld in zijn leerdicht L’art poétique.
Neoclassicisme is het navolgen van de oudheid en de renaissance (David)
Jacques-Louis David schilderde de Sabijnse vrouwen (1799, Louvre)

In de beeldende kunst speelde de verlichting nauwelijks een rol. Daar heersten stromingen als het rococo, een luchtige decoratieve kunstvorm (watteau)
In de muziek leefde in de eerste helft van de 18e eeuw de barok nog voort (bach, handel) In de tweede helft kwam de homofone muziek bij haydn, Mozart en Beethoven; een nieuw genre was de symfonie.

Het grote aantal tijdschriften dat verscheen in de 18e eeuw zorgde ook voor de verspreiding van de rationele ideeën.
Veel artikelen waren in een soort verhalende vorm gegoten: dialogen, brieven, fabels, reisbeschrijvingen, soms ook echte korte verhalen. De stijl ervan was eenvoudig.
Men wilde de nog weinig ontwikkelde burgerij opvoeden. Deze periodieken ontstonden in Engeland; de bekendste was the spectator van Richard Steele en joseph Addison.
Hiernaar worden al deze tijdschriften spectatoriale geschriften genoemd. In Nederland kwam ook al snel de Hollandse Spectator 1731-1735.

Heel belangrijk was in de 18e eeuw de episch-didactische literatuur. Het overheersende genre was het imaginaire reisverhaal: een tekst waarin men een reis beschrijft die nooit heeft plaatsgevonden, maar waarin de schijn wordt opgehouden dat het om een echte reis gaat.


Dit werd buitengewoon populair. De auteur nam je meen door verzonnen landen met verschillende bestuursvormen, zeden en gewoonten en kon je laten zien wat volgens hem wel of niet juist was. Het is een soort overkoepelend genre dat allerlei andere episch-didactische genres in zich kan opnemen.

Veel satiren hebben bijvoorbeeld de structuur van een imaginaire reis, zoals
- Gulliver’s travels (1726) – Jonathan Swift
- Reize door het apenland (1788) J.A Schasz.

Als de hoofdpersoon terecht komt in een ideale werden noemen wij dat een utopie.
- tweede deel van Gulliver’s travels
- vierde deel van het land van de paarden (Bij reuzen en paarden komen geen armoede, uitbuiting en onderdrukking voor)

Derde genre is robinsonade: een roman over een of meer personen die door omstandigheden van de rest van de wereld afgezonderd raken en zich alleen moeten zien te redden.
Term is afgeleid van Robinson Crusoe (1719) van Daniel Defoe.
Men kon zich staande houden in de moeilijkste omstandigheden door gebruik te maken van de rede.

De belangrijkste literaire vernieuwing in de 18e eeuw: DE ROMAN.
Bij de roman gaat het juist om de personen: de gebeurtenissen zijn een middel om personages te beschrijven. Auteurs proberen karakters te tekenen (psychologische roman) of te laten zien hoe personen in de loop van hun leven veranderen (ontwikkelingsroman). Later komt ook nog de sociale roman en de historische roman.

Verschillen:
- roman is veel realistischer dan episch-didactische genres

- Auteur doet moeite om roman een tijdruimtelijke achtergrond te geven.
- roman spelen af in een precies omschreven tijd en ruimte, satire en robinsonades zijn tijdloos.

SCHRIJVERS
Justus van Effen (1684-1735)
Hij vertaalde werk van Swift en Defoe in het Frans en Nederlands en stukken uit tijdschriften van Addison en Steele.
Hij richtte in 1731 De Hollandse Spectator op, dat grotendeels met essays gevuld was. Maar soms sprak hij zijn mening uit door middel van een kort verhaal. Een daarvan is ‘thijsbuurs os’ (1732).
Justus van Effen hield een pleidooi voor verdraagzaamheid en gelijkheid voor alle mensen.

J.A Schasz
Hij schreef het aardige imaginaire reisverhaal ‘Reize door het apenland’ (1788)
Het is tegelijk een satire, onder meer op de politieke toestand in Nederland aan het einde van de 18e eeuw.

Hieronymus van Alphen
1746-1803
Hij schreef boeken speciaal voor de jeugd.
In 1778 publiceerde hij anoniem ‘Proeve van kleine gedichten voor kinderen’.
In het zelfde jaar na een succes van het eerste boekje verscheen er een tweede deel met 22 gedichten, nu niet meer anoniem. In 1782 volgde een derde deel met 20 nummers.

Zijn succes lag aan het feit dat hij voor kinderen begrijpelijk taal allerlei wijze lessen gaf, wat gheel paste in de geest van de verlichting. Kinderen werden aangespoord tot leergierigheid, gehoorzaamheid, naastenliefde, vaderlandsliefde en godsdienstigheid.


Betje Wolff en Aagje Deken
1738-1804 1741-1804
Betje Wolff en Agatha Deken werden correspondentie vriendinnen. Na de dood van ds. Wolff in 1777 gingen ze samen wonen en samen schrijven.
In 1782 publiceerden ze Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart, de eerste Nederlandse roman

Het is zoals veel romans uit die tijd – een roman in brieven: 155 brieven, geschreven door allerlei personages, komt de lezer de hele geschiedenis aan de weet.
Nadeel was dat bepaalde gebeurtenissen verschillende keren verteld moeten worden om alle correspondenten op de hoogte te brengen.
Voordeel was dat de zaak werd belicht van allerlei kanten en het de ideale vorm was om karakters zichzelf te laten uitbeelden door middel van het soort brieven dat ze schrijven.

Het boek is realistisch, het gaf goed beeld van het Hollandse leven en er zat veel spot en humor is.

Hun laatste grote roman Historie van mejuffrouw Cornelia Wildschut (6 delen, 1793-1796) werd een commerciële mislukker.

REACTIES

H.

H.

Topper!

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.