Paragraaf 2: licht
-lichtbron= daar wordt licht uitgestraald
-natuurlijke lichtbronnen -zon -sterren –maan
-kunstmatige lichtbronnen: -vuur –gloeilamp – elektrische
Evenwijdige convergerende divergerende
lichtstraal=een rechte lijn van uit de lichtbron
voortplantingssnelheid: 300 000 km p/s
reflecteren- het kaatsen van het licht op het voorwerp naar je oog
paragraaf 3:licht, een kleurig geheel
wit licht- bestaat uit verschillende kleuren
hoofdkleuren regenboog: rood, oranje, geel,groen,blauw,violet= roggbv
spectrum= de rij kleuren van wit licht.
Infrarode straling+ultra violet straling- kan je niet zien.
Infra/ultra- voorbij/buiten
Infrarode straling= warmtestraling. Gebruikt bij – afstandbedieningen, nachtkijkers, foto’s in ruimte, spierpijn.
Ultra violette straling= wordt je bruin van gebruikt bij – zonnebanken
Absorberen= in zich opnemen. Dus als je deze letters ziet, schijnt er wit licht op, de letters absorberen alle kleuren behalve blauw.
Paragraaf 4: licht en schaduw
voorwerp lichtbron schaduw
vanuit de lichtbron gaat er overal licht naar toe, maar het voorwerp houd het licht tegen, de niet verlichte plek is de schaduw(beeld).
Schaduw plek
paragraaf 5 spiegels
Meeste spiegels uit 3 laagjes: glasplaatje, dun laagje glimmend metaal, en een beschermlaag
Normaal= de verbindingslijn tussen spiegelbeelden
Voorwerpen zijn even ver van de spiegel vandaan.
REACTIES
1 seconde geleden
R.
R.
De maan is helemaal geen natuurlijk lichtbron!
14 jaar geleden
Antwoorden