37 graden is de lichaamstemperatuur van een gezond mens, deze temperatuur is goed omdat hierbij alle enzymen optimaal werken.
Bij koorts gaat de thermostaat in je hersens op 38 tot 40 graden, dit gebeurt omdat de bacteriën van de ziekte dan minder goed werken, en dan gaan ze weg.
Door stroming gaat warmte van binnenin je lichaam naar je huid. Via geleiding en straling wordt de warmte aan de buitenlucht afgegeven en je koelt af.
Temperatuur meten we in graden celsius. In de natuurkunde gebruiken we liever Kelvin. 0 K is 273 graden celsius. van Kelvin naar celsius rekenen doe je gewoon graden celsius + 273 = Kelvin temp.
Warmte is een vorm van energie, warmte meet je in joule (J)
Een thermogram maak je met een infraroodcamera. Infrarode straling is elektromagnetische straling, en komt van elk voorwerp af. De hoeveelheid en de frequentie van dat voorwerp wordt bepaald door te temperatuur. Hoe hoger de temperatuur hoe hoger de frequentie van de straling.
- warmte en energie hebben de eenheid J.
- Temperatuur meet je in graden celsius. Of in Kelvin.
- 0 K = -273 °C & 0 °C = 273 K
- Temperatuur gezond lichaam is rond de 37 °C
- Warmtetransport vind plaats door Straling, stroming & geleiding. Door verdamping (transpireren) kun je extra warmte kwijtraken.
- Een thermogram is een vertaling van temp. naar kleuren, het word gemaakt door infrarode straling.
- artsen kunnen dmv een thermogram tumoren opsporen.
een endoscoop is een instrument waarmee artsen binnenin je lichaam kunnen kijken. Het is gemaakt van een bundel dunne glasvezels. De endoscoop geeft het felle licht van de operatielamp door naar bijvoorbeeld in de buik, zo kunnen operaties worden uitgevoerd.
Licht gaat in principe altijd in 1 lijn rechtdoor. Door een kabel blijft het licht in de kabel, als de kabel een bocht maakt doet het licht mee.
Licht kan breken als het van lucht naar een doorzichtig materiaal gaat, zoals bijvoorbeeld glas of water.
De hoeken die met breking en terugkaatsing te maken hebben, worden altijd gemeten ten opzichte van de loodrechte lijn op het oppervlak: De normaal.
i: de hoek van inval.
t: de hoek van terugkaatsing.
r: de hoek van breking.
Als licht van lucht naar een doorzichtige stof gaat is de hoek van terugkaatsing altijd groter dan de hoek van breking.
Volledige terugkaatsing: Er is geen breking meer, al het licht wordt nu teruggekaatst.
Brandpunt: punt waar alle lichtstralen bij elkaar zijn gekomen. De afstand vanaf het midden van de lens tot het brandpunt heet de brandpuntsafstand.
Hoe sterker de lens, hoe sterker de lichtstralen worden gebroken, hoe sterker de lens wordt, hoe korter de brandpuntsafstand (f) word.
De eenheid van de sterkte is dioptrie. (dpt)
sterkte = 1:f (in meter)
f = 2 m
sterkte =1 : 2 = 0,5 dpt.
Doordat je deelt door f wordt de sterkte groter als f kleiner word. brandpuntsafstand moet in meter, let hier goed op.
een positieve lens is bol. dat teken je als een verticale streep, zet je een kaars voor een bolle lens, dan komt de kaars andersom aan de andere kant van de lens tegen de wand aan afgebeeld.
In een constructietekening gaat de lijn van de top loodrecht tegen de lens aan, en vervolgens door het brandpunt achter de lens langs. Dan gaat er nog een lijn vanuit de top recht naar hetzelfde punt, en als derde nog een lijn vanuit de top via het brandpunt tegen de lens en dan loodrecht weer op dezelfde plek als de 2 andere lijnen.
beeldafstand = b ( afstand tussen de lens en het beeld (rechter kant))
voorwerpsafstand = v (afstand tussen het voorwerp en de lens (linker kant))
vergroting = grootte beeld : grootte voorwerp = b : v
1 : b + 1 : v = 1 : f
- Bij overgang van lucht naar een andere stof verandert een lichtstraal van richting, dit noem je een breking.
- Als een lichtstraal erg schuin vanuit een glas naar lucht gaat, weerkaatst hij volledig terug. Hierdoor blijft het licht in de glasvezel.
- Een evenwijdige lichtbundel die op een bolle lens valt, komt samen in het brandpunt F.
- De afstand van het brandpunt tot het midden van de lens heet brandpuntsafstand: f.
- Met 3 lichtstralen kun je het beeld van een lens tekenen.
- De sterkte van een lens geef je aan met dioptrie. (dpt) die bereken je door 1 te delen door de brandpuntsafstand in meters.
- sterkte = 1 : f (in meters)
- De vergroting bereken je door beeldafstand : voorwerpsafstand = vergroting. = b : v
- grootte beeld : grootte voorwerp = ook de vergroting.
- lensformule : 1 : v + 1 : b = 1 : f
echoscopie : het kijken binnen in je lichaam met geluid, dit kan door geluid uit te zenden met een zo’n hoge frequentie dat een mens het niet kan horen, dit noem je ultrasoon geluid.
De transducer zendt ultrasone geluidsstralen uit tussen de 1 en 10 MHz. Dan krijgt die de weerkaatsing van het ultrasone geluid weer terug. Die noem je echo’s. Met behulp van speciale echo-apparatuur kan de snelheid en de richting van het bloed worden bepaald. Hierbij word gebruik gemaakt van het dopplereffect. Dit is wanneer de frequentie van een trilling verandert als een geluidsbron, of iets dat geluid weerkaatst beweegt. Net zoals wanneer een ambulance langs komt rijden, eerst is de laag en hoe dichterbij die komt hoe harder en hoger je hem hoort, rijd die weer weg, is de toon weer laag.
T = trillingstijd.
f = frequentie.
f = 1 : T
1 MHz = 1 000 000 Hz
reken hierbij met de wetenschappelijke notatie.
- met echoscopie kan een beeld gemaakt worden met behulp van teruggekaatst ultrasoon geluid.
- het dopplereffect treedt op als de bron of de waarnemer van het geluid beweegt. Als een geluidsbron naar je toe beweegt, dan is de frequentie hoger: Je hoort hogere tonen.
- Kleine getallen schrijf je makkelijk op als 10- machten. Op je rekenmachine staan ze weergegeven in de wetenschappelijke notatie.
Röntgenstraling is een straling die door het menselijke weefsel heen gaat. Zachte weefsels, zoals spieren en organen laten meer straling door. Met röntgenstraling zetten ze aan de andere kant van je lichaam een fotografische plaat, die geeft zwart aan op de plekken waar het makkelijk doorheen gaat, en lichter waar de straling er lastiger doorheen gaat. Zo heb je een foto van je binnenste. Het nadeel van röntgenstraling is dat het heel erg schadelijk voor je is. En is het dan nog wel effectief? Dit effect noem je de effectieve stralingsdosis. de eenheid van de dosis is millisievert (mSv)
Bij een röntgenfoto kun je alles niet precies zien. Daarvoor is de CT-scan. CT betekent Computer Tomografie. De patiënt ligt hierbij op een plaat die door een ring gaat, in die ring zit aan de ene kant een röntgenbuis en aan de andere kant de röntgendetectors. De röntgenbuis zendt röntgenstralen naar de detectoren. de ring draait een rondje om je heen, waardoor alles word gescand. Dit doet die van alle plakjes van je lichaam waarmee je uiteindelijk een 3-dimensionaal beeld krijgt van de binnenkant van het lichaam van de patiënt. Met deze technieken kunnen radiologen precies zien waar een tumor zit. Het nadeel van een TC-scan is dat er zo’n 10 tot 100 keer zoveel mSv als bij een röntgenfoto bij komt kijken.
Omdat de CT-scan zo beschadigt is er nog de MRI-scan. Hierbij word de techniek MRI toegepast, MRI = magnetic resonance imaging. Kwa uiterlijk lijkt het heel erg op de CT-scan alleen word er bij de MRI-scan een magneetscan van je gemaakt. De temperatuur van de magneetspoel ligt onder de 4 K, dat is onder de -269 °C. De spoelen zijn zo supergeleidend. De magneet zendt radiogolven uit, de waterstofatomen zenden die weer terug, met deze info maakt de apparatuur een beeld van een doorsnede van je lichaam. De MRI-scan werkt niet met gevaarlijke stralingen.
- Röntgenstraling is elektromagnetische straling. De energie van deze straling is zo groot dat de straling door materiaal heengaat waar zichtbaar licht niet doorheen gaat.
- röntgenstraling wordt gebruikt voor het maken van röntgenfoto’s en CT-scans. Bij een CT-scan word ieder plakje van je lichaam doorstraald met röntgenstraling, al deze plakjes vormen samen een 3-dimensionaal beeld van je lichaam.
- een MRI-scan wordt gemaakt met een zeer sterke magneet en radiogolven. Deze techniek heeft geen schadelijke bijwerkingen.
gammastraling is een radioactieve stof, dat houd in dat de stof spontaan stralingen uitzend. Gammastraling heeft nog meer energie dan röntgenstraling en is dus nog schadelijker. In het ziekenhuis gebruiken ze het bijvoorbeeld om afbeeldingen te maken, net als met röntgenfoto’s. Of er kan bij een patiënt een radioactieve stof worden ingespoten. Die stof is dan van buitenaf het lichaam te volgen. Zo kunnen de doktoren zien of alles nog goed werkt in je lichaam. Voor de rest gebruiken ze gammastraling voor bepaalde soorten kanker. Het is een goed middel om tumoren te stoppen of zelfs te vernietigen. Behandeling met straling noem je radiotherapie.
nucleaire geneeskunde is geneeskunde waar straling bij wordt toegepast. Het komt het van het woord nucleus, en dat betekent kern. Radioactiviteit ontstaat namelijk in de kern van atomen. Een atoom is opgebouwd uit 3 soorten deeltjes. In de kern zitten de protonen & neutronen. Om de kern heen, cirkelen de elektronen.
De neutronen zijn een soort slijmdeeltjes die de protonen bij elkaar houden. een Isotoop is een zelfde soort atoom, maar iets zwaarder of lichter door meer of minder neutronen in de kern.
Sommige isotopen zijn radioactief. Bij sommige kan zelfs een neutron veranderen in een proton en elektron. Als dit gebeurt, komt er weer gammastraling vrij. Dit noem je radioactief verval.
Het aantal atomen dat per seconde vervalt heet de activiteit van de stof. De eenheid voor activiteit is becquerel (Bq.) 1 Gbq = 1 000 000 000 becquerel. De activiteit van een stof kun je meten met een geigerteller. Deze teller geeft telkens als het een straling opvangt een tik.
Ziekenhuismedewerkers dragen een badge. Als er straling op die badge komt verkleurt die.
er zijn 3 soorten kernstralingen.
- gammastraling
- alfastraling
- bètastraling
betastraling en alfastraling zijn geen elektromagnetische golven, maar kleine deeltjes. Ze kunnen wel schade aanrichten, maar dringen helemaal niet ver door. Zo lang je ze niet binnenkrijgt gaat het helemaal goed. Maar als je een hoge dosis binnenkrijgt is het echt heel erg gevaarlijk, en kan het zelfs tot de dood lijden. Mensen die met straling werken moeten materialen gebruiken waar straling niet doorheen kan, zoals beton of lood. Straling die we niet tegen kunnen houden en er altijd zijn noemen we achtergrondstraling.
- er zijn stoffen die spontaan straling uitzenden. Die stoffen noem je radioactieve stoffen. De gammastraling die door deze stoffen uitgezonden word is elektromagnetische straling en die is energierijker dan röntgenstraling.
- Radioactieve stoffen worden in een ziekenhuis gebruikt als tracer of om tumoren te vernietigen.
- Straling meet je met een geigerteller. Ook een badge meet straling.
- Radioactiviteit ontstaat in de kern van atomen. In de kern zitten protonen en neutronen. Bij radioactief verval verandert de samenstelling van de kern waardoor een andere stof ontstaat.
- Een sterk radioactieve stof heeft een grote activiteit. De eenheid van activiteit is bacquerel (Bq)
- De halveringstijd is de tijdsduur waarin de activiteit halveert
- Je kunt je beschermen tegen straling door afscherming met lood of beton.
REACTIES
1 seconde geleden
M.
M.
verkeerd hoofdstuk..
10 jaar geleden
Antwoorden