Natuurkunde
1.
- De kleur van licht hangt samen met de frequentie van lichtgolven
- Oppervlakte golven; golven over de oppervlakte. (golven op water)
- Cirkelgolven; regelmatige patroon met bergen en dalen met een middelpunt (pen)
- Vlakke golven; dalen en bergen evenwijdig aan trillingsbron (latje)
- Ruimte golven; in alle richtingen (geluid)
- Golffront; alle waterdeeltjes die op het punt staan te gaan trillen
- Volledige buiging; als de cirkelgolven zich vrijwel over het gehele oppervlakte achter de opening begeeft.
- Onvolledige buiging; Bij licht; licht-donker-licht ( maxima-minima)
Bij water; berg-dal-berg
- Tegenfase; doven elkaar uit ( golfdalen, donker) (faseverschil; ½)
- In Fase; versterken elkaar ( golfbergen, licht) ( faseverschil 1)
- Toonhoogte bij geluid is zoals kleur bij licht.
- Voorplatings snelheid van licht; BINAS tabel 7 (c); 3,00 • 10^8 m/s
- λ = c / f
- violet licht heeft de kleinste golflengte, rood licht de grootste.
- Bij overgang ander medium verandert voortplanting en golflengte, niet frequentie.
2.
- Tralieconstante (d) ; de afstand tussen 2 streepjes
- sin α = n • (λ/d)
- d • sin α = n • λ
- n=o, bij een rechtsdoorgaande bundel.
3.
- Elektromagnetische golf; planten elektrische en magnetische velden voort.
- Overzicht elektromagnetische golven; BINAS tabel 19b, tabel is gerangschikt op toenemende frequentie en afnemende golflengte
- Radiogolven ( elektromagnetische golven) hebben altijd een draaggolf.
- Microgolven; frequentie tusse 10^10 á 10^11 Hz, worden gebruikt bij magnetron, radargolven; snelheidscontrole.
- ƒd= (( 2vv •ƒb)/ c) •cos α
4.
- infrarood straling; 10^12 tot 10^15, kan je niet zien, wel voelen
- ultraviolet; 10^16 tot 10^17
- Röntgenstraling; 10^17 tot 10^19; er zijn twee polen, de min kant word opgewarmt waardoor er elektronen worden uitgzonden, deze worden aangetrokken door de plus kant, deze botsing veroorzaakt deze straling + veel warmte op de plus kant.
Kan bepaalde stoffen laten fluoresceren. Hoe kleiner de freq. Hoe dieper de straling doordringt.
- Gammastraling; γ-straling; vernietigingen kwaadaardige cellen.
5.
- Wit licht bestaat uit ( aan te tonen via prisma/tralie); rood, oranje, geel, groen, blauw, violet.
- Golflengte van zichtbaar licht ( violet/rood); 380 nm/ 750 nm
- Continu spectrum; ononderbroken kleurenband
- Gasontladingslampen; negatieve elektrode word losgemaakt en word aangetrokken door plus door hoge spanning. Er komen botsingen en atomen komen in aangeslagen toestand ( niet; grondtoestand). Ze geven dit af in vorm van licht
- Onderbroken kleurenband; lijn spectrum (BINAS 20)
- Emissiespectrum; is continu als de lichtbron
o Een gloeiende vaste stof
o Een gloeiende vloeistof
o Een gloeiend gas onder zeer hoge druk
o Moleculen zitten dicht op elkaar
- emissiespectrum; bestaat uit lijnen als lichtbron
o een lichtgevende damp of gas is die uit afzonderlijke atomen of ionen bestaat.
6.
- Een gas absorbeert uit doorvallend licht juist die lichtsoorten( licht van die golflengte) die het in lichtgevende toetstand zelf uitzendt
- Een emissiespectrum heeft een negatief dat het absorptiespectrum van een gas is.
- Fotonen; deeltjes met bepaalde energie
- Efoton = constantie•ƒ ( constante: BINAS 7)
- Constante ; h ; joule maal seconden ; constante van Planck
- Stralingsenergie kan alleen geabsorbeerd of uitgezonden in de vorm van afgepaste energiepakketjes; de zogenaamde fotonen.
7.
- Laser werkt met infrarode straling. Light Amplification by Stimulated Emission of Radiotion.
- Bijzondere eigenschappen van de laser;
o Smalle lichtbundel
o Is monochromatische; dezelfde energie
o Is coherent; in fase
Formules:
λ = c / f
sin α = n • (λ/d)
d • sin α = n • λ
ƒd= (( 2vv •ƒb)/ c) •cos α
Efoton = constantie•ƒ
1.
- De kleur van licht hangt samen met de frequentie van lichtgolven
- Oppervlakte golven; golven over de oppervlakte. (golven op water)
- Cirkelgolven; regelmatige patroon met bergen en dalen met een middelpunt (pen)
- Vlakke golven; dalen en bergen evenwijdig aan trillingsbron (latje)
- Ruimte golven; in alle richtingen (geluid)
- Golffront; alle waterdeeltjes die op het punt staan te gaan trillen
- Volledige buiging; als de cirkelgolven zich vrijwel over het gehele oppervlakte achter de opening begeeft.
Bij water; berg-dal-berg
- Tegenfase; doven elkaar uit ( golfdalen, donker) (faseverschil; ½)
- In Fase; versterken elkaar ( golfbergen, licht) ( faseverschil 1)
- Toonhoogte bij geluid is zoals kleur bij licht.
- Voorplatings snelheid van licht; BINAS tabel 7 (c); 3,00 • 10^8 m/s
- λ = c / f
- violet licht heeft de kleinste golflengte, rood licht de grootste.
- Bij overgang ander medium verandert voortplanting en golflengte, niet frequentie.
2.
- Tralieconstante (d) ; de afstand tussen 2 streepjes
- sin α = n • (λ/d)
- d • sin α = n • λ
- n=o, bij een rechtsdoorgaande bundel.
3.
- Elektromagnetische golf; planten elektrische en magnetische velden voort.
- Overzicht elektromagnetische golven; BINAS tabel 19b, tabel is gerangschikt op toenemende frequentie en afnemende golflengte
- Radiogolven ( elektromagnetische golven) hebben altijd een draaggolf.
- ƒd= (( 2vv •ƒb)/ c) •cos α
4.
- infrarood straling; 10^12 tot 10^15, kan je niet zien, wel voelen
- ultraviolet; 10^16 tot 10^17
- Röntgenstraling; 10^17 tot 10^19; er zijn twee polen, de min kant word opgewarmt waardoor er elektronen worden uitgzonden, deze worden aangetrokken door de plus kant, deze botsing veroorzaakt deze straling + veel warmte op de plus kant.
Kan bepaalde stoffen laten fluoresceren. Hoe kleiner de freq. Hoe dieper de straling doordringt.
- Gammastraling; γ-straling; vernietigingen kwaadaardige cellen.
5.
- Wit licht bestaat uit ( aan te tonen via prisma/tralie); rood, oranje, geel, groen, blauw, violet.
- Golflengte van zichtbaar licht ( violet/rood); 380 nm/ 750 nm
- Continu spectrum; ononderbroken kleurenband
- Gasontladingslampen; negatieve elektrode word losgemaakt en word aangetrokken door plus door hoge spanning. Er komen botsingen en atomen komen in aangeslagen toestand ( niet; grondtoestand). Ze geven dit af in vorm van licht
- Onderbroken kleurenband; lijn spectrum (BINAS 20)
o Een gloeiende vaste stof
o Een gloeiende vloeistof
o Een gloeiend gas onder zeer hoge druk
o Moleculen zitten dicht op elkaar
- emissiespectrum; bestaat uit lijnen als lichtbron
o een lichtgevende damp of gas is die uit afzonderlijke atomen of ionen bestaat.
6.
- Een gas absorbeert uit doorvallend licht juist die lichtsoorten( licht van die golflengte) die het in lichtgevende toetstand zelf uitzendt
- Een emissiespectrum heeft een negatief dat het absorptiespectrum van een gas is.
- Fotonen; deeltjes met bepaalde energie
- Efoton = constantie•ƒ ( constante: BINAS 7)
- Constante ; h ; joule maal seconden ; constante van Planck
- Stralingsenergie kan alleen geabsorbeerd of uitgezonden in de vorm van afgepaste energiepakketjes; de zogenaamde fotonen.
7.
- Laser werkt met infrarode straling. Light Amplification by Stimulated Emission of Radiotion.
o Smalle lichtbundel
o Is monochromatische; dezelfde energie
o Is coherent; in fase
Formules:
λ = c / f
sin α = n • (λ/d)
d • sin α = n • λ
ƒd= (( 2vv •ƒb)/ c) •cos α
Efoton = constantie•ƒ
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden