Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 2, Elektriciteit in huis

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 612 woorden
  • 18 maart 2010
  • 68 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
68 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 2
Lading is een grootheid met symbool Q. De eenheid is de Coulomb met symbool C.
Er zijn2 soorten lading -> positieve en negatieve lading. Gelijksoortige ladingen stoten elkaar af en ongelijksoortige ladingen trekken elkaar aan.
Een elektrische stroom is een stroom geladen deeltjes. Voor de sterkte van de stroom geldt:
I =Q/t
I => stroomsterkte in A ( 1 A =1 C/s)
Q=> de lading in C
t=> tijd in s

- Elke stof betstaat uit kleine bouwstenen : moleculen

- Elke stof heeft zijn eigen molecuulsoort
- De meeste moleculen bestaan ui 2 of meer atomen die bij elkaar blijven
- Metalen bestaan uit atomen
- Er zijn ruim 100 verschillende atoomsoorten
- Elk atoomsoort heeft zijn eigen naam, symbool en nummer (scheikunde)

Een atoom is elektrisch neutraal. Een atoom bestaat uit bewegende kleine, negatief geladen elektronen om een zware, positief geladen kern.

Een geleider geeft lading gemakkelijk door omdat de elektronen gemakkelijk van atoom naar atoom gaan. De moleculen van een isolator geven geen elektronen door.

Een elektrische stroom I staat uit grote aantallen elektronen die door het atoomrooster bewegen. De
richting van de elektronenstroom door een draad is tegengesteld aan die van de elektrische stroom I.
spanningsbronnen verschillen in grootte van spanning (laagspanning en hoogspanning) en in het wel of niet wisselen van de polen van de spanning ( gelijkspanning of wisselspanning)

Bij spanningsbronnen in een serie krijg je de totale spanning door alle aparte spanningen bij elkaar op te tellen. Bij spanningsbronnen die parallel geschakeld zijn, blijft de spanning dezelfde. Deze bronnen leveren langer energie.

Behalve een spanningsbron gebruik je in schakelingen vaak de volgende componenten : een schakelaar, stroom- en spanningsmeters, weerstandjes en lampjes.


Het verband tussen spanning en stroomsterkte bij een constantaandraad en bij een weerstandje is recht evenredig.

R=U/I
U=> de spanning in V
I=> stroomsterkte in A
R=> weerstand in Ω

Het verband tussen de spanning en stroomsterkte bij een gloeilampje is niet recht evenredig. De stroomsterkte stijgt minder snel dan bij een recht evenredig verband. De weerstand R = U/I neemt toe bij grotere spanning.

De stroomsterkte door een constantaandraad is omgekeerd evenredig met de lengte van die draad. Er geldt:
- als de lengte L 2x zo groot wordt, wordt de stroomsterkte I 2x zo klein;
- de grafiek in het I,L-diagram is een kromme, dalende lijn.

Bij een parallelschakeling is de spanning constant. De hoofdstroom is even groot als de deelstromen bij elkaar

Ihooft = I1 + I2 +I3 + …..

In een huis zijn elektrische apparaten in groepen verdeeld. Een zekering zorgt ervoor dat de hoofdstroom in een groep niet groter dan een bepaalde waarde kan worden.

Het (elektrische) vermogen P van een apparaat met de eenheid W (=Watt) is de elektrische energie die het apparaat in precies 1 sec omzet in andere soorten. 1W=1 J/s


P=E/T
P=> het elektrische vermogen van het apparaat in W
E=> omgezette elektrische energie in J
T=> de verstreken tijd in sec.

P=U∙I

P=> het elektrische vermogen van het apparaat in W
U=> de spanning in V
I => stroomsterkte in A

De eenheid van elektrische energie is J bij het vermogen in W en de tijd in s. de eenheid van elektrische energie is kWh bij het vermogen in kW en de tijd in h.

E totaal = E1 + E2 + E3 + ….
De elektrische energie die de hoofdstroom meekrijgt hangt af van :
- het aantal apparaten dat is aangesloten;
-de vermogens van de apparaten;
- de tijdsduur dat ze aanstaan
Afdekplaatjes, dubbele isolatie, zekeringen, aardingen en een aardlekschakelaar vergroten de veiligheid in huis.

Bij bliksem vergroot je je veiligheid door je niet op open vlakten of onder bomen te houden. Een auto is een veilige plek. Bliksemafleiders lokken de bliksem weg van de hoge gebouwen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.