H3; Snelheid en kracht

Beoordeling 3.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 577 woorden
  • 28 juni 2004
  • 102 keer beoordeeld
Cijfer3.8
102 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Onderwerpen
Hoofdstuk 3

By het beschryven van de beweging van een voorwerp langs een rechte lyn worden de volgende begrippen gebruikt: plaats(x), verplaatsing(s), gemiddelde snelheid(vgem) en snelheid op een bepaalde tydstip.
By deze grootheden kun je een richting onderscheiden.
De gemiddelde snelheid kun je uitrekenen met de formule: vgem=Äx/Ät
Met vgem: gemiddelde snelheid in m/s;
Äx: de verplaatsing, de verandering in plaats in m;
Ät: de tydsduur in s.

De verkiezingen: wat doen de partijen voor jongeren?

Volg ons op TikTok

De snelheid op een bepaald tydstip lees je af op een snelheidsmeter of bepaal je door over een heel kleine verplaatsing de gemiddelde snelheid van het voorwerp uitgezet tegen de tyd.

De steilheid van een grafiek in een diagram wordt uitgedrukt in een getal met een eenheid. Je berekent de steilheid met Y/X.

Een beweging, waarbij voor dezelfde afstand steeds een gelijke tydsduur nodig is, heet een eenparige beweging. De snelheid op ieder tydstip is dan constant. De grafiek in het x,t-diagram loopt dan schuin omhoog of omlaag.
De grafiek in het v,t-diagram is dan een hjorizontale lyn.
In het x,t-diagram is dan de steilheid van de grafiek gelijk aan de snelheid van het voorwerp.

Krachten kun je herkennen aan hun uitwerking. De snelheid van een voorwerp kan veranderen als er een kracht op werkt. Het voorwerp kan vervormen. Ook kunnen krachten een voorwerp op zijn plaats houden of ervoor zorgen dat het met constante snelheid blijft bewegen.

Krachten stel je schematisch voor door een pijl.
Daarmee geef je aan dat een kracht een vector is, een grootheid met een grootte en een richting. Zo’n pijl laat zien:
-waar het aangrijpingspunt ligt(het begin van de pijl)
-wat de richting van de kracht is(de richting van de pijl)
-hoe groot de kracht is(de lengte van de pijl bij een tekening op schaal)

Grootheden zonder richting zoals massa en volume worden scalaire grootheden genoemd.

Je kunt 2 of meer krachten samenstellen tot een resulterende kracht. Zo’n resulterende kracht vervangt die krachten: zijn uitwerking is hetzelfde als de uitwerking van die krachten samen. By het samenstellen van de resulterende kracht uit 2 krachten gebruik je de parallellogrammethode.
Door de krachten op schaal te tekenen kun je de grootte van de resulterende kracht bepalen.
Alleen als 2 krachten loodrecht op elkaar staan, kun je met de stelling van pythagoras de grootte van de resulterende kracht berekenen.

Zodra de resulterende kracht die op een voorwerp werkt nul is, verandert de snelheid niet. Een voorwerp in rust blijft in rust. En een voorwerp dat een snelheid heeft, houdt deze snelheid.

Is de resulterende kracht niet nul, dan verandert de snelheid. Het voorwerp gaat sneller of langzamer. Dat hangt af van de richting van de resulterende kracht. De grootte van de snelheidsverandering van het voorwerp hangt af van de massa van het voorwerp en de kracht op het voorwerp. Hoe groter de massa, des te kleinner is de snelheidsverandering.

Veel voorkomende krachten zijn: spierkracht, normaalkracht, spankracht, veerkracht, wryvingskracht, zwaartekracht. De veerkracht en de zwaartekracht kun je met een formule berekenen.

De massa van een voorwerp bestaand uit 1 soort materiaal kun je berekenen met m= ñ*V. Deze formule wordt ook wel opgeschreven als:
Ñ=m/V met ñ de dichtheid

Om grootheden te kunnen meten heb je een meetinstrument en een eenheid nodig. Internationaal zijn zeven basisgrootheden afgesproken met byhorende eenheden. In natuurkundige formules mag je alleen getallen invullen als deze getallen horen bij basiseenheden of afgeleide eenheden.
De eenheid van de grootheid A wordt aangegeven met [A].

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.