Samenvatting Hoofdstuk 7

NOVA NASK H7 GELUID SAMENVATTING PARAGRAAF 1, 2 en 3

Geluidsbron: Alles wat geluid maakt
Tussenstof:Een stof waardoor trillingen zich kunnen verplaatsen van de geluidsbron naar je oren
Geluidssnelheid: Hoe snel het geluid zich verplaatst
Afstand: snelheid · tijd     of s = v · t
Geluid piept: Geluid maakt een hoge toon
Geluid bromt: Geluid maakt en lage toon
Geluid zoemt: Geluid maakt hoge en lage tonen

De toonhoogte van een snaar hangt af van 3 factoren:

• dikte
• lengte
• spanning

Snaarinstrument stemmen: Snaren op juiste toonhoogte brengen
Frequentie: Aantal trillingen per seconden

De frequentie wordt gemeten in Hertz. De microfoon vertaalt drukverschillen van het geluid in een elektrisch signaal. De oscilloscoop geeft dit signaal op een scherm weer.

 Een tijdbasis kiezen: Een tijdschaal kiezen
Trillingstijd: De tijd die voor één volledige trilling nodig is
Frequentie: 1/trillingstijd    of f= 1/t

LET OP: Tijd vul je altijd in met secondes anders krijg je je antwoord nooit in Hertz

Als je de frequentie verdubbelt, krijg je dezelfde toon weer terug, maar dan één octaaf hoger.

Frequentiebereik: Het gebied tussen de hoogste en de laagste frequentiebereik van wat je kunt horen
Amplitude: De maximale uitwijking ten opzichte van de nullijn in het midden

De geluidssterkte heeft als eenheid decibel (dB).

Decibel wordt gemeten met een decibelmeter of geluidssterktemeter.

Gehoordrempel: De geluidssterkte waarbij je het geluid begint te horen
Pijngrens: De geluidssterkte waarbij je oren pijn beginnen te doen