Module 2

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 713 woorden
  • 1 november 2015
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
4 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

Samenvatting science M2 toetsweek

2.1 Hoe zie jij eruit?

  • Je uiterlijk wordt bepaald door de vorm van je gezicht, je lichaamsbouw, de kleur van je huid, je ogen en je haar.
  • Je kunt aan iemand zien hoe hij zich voelt. Je straalt uit hoe je je voelt.
  • Jouw kleding vertelt iets over wie je bent. Soms wordt bepaalde kleding ook voorgeschreven.
  • Mode is wat in een bepaalde periode leuk en modern wordt gevonden.
  • Elke cultuur heeft eigen normen en waarden. Normen en waarden hebben invloed op de kleding die je draagt.
  • Vroeger werden tatoeages en piercings gebruikt om aan te tonen hoe belangrijk je was.
  • Tieners gebruiken tatoeages om hun eigenwaarde te tonen.

2.2 Waarnemen

  • Zintuigen nemen informatie op uit je omgeving: prikkels. Elk zintuig reageert op 1 soort prikkel.
  • In je huid liggen vier typen zintuigen: warmte, koude, pijn en tastzintuigen.
  • Je andere zintuigen zijn: je ogen, je oren het reukzintuig in je neus en de smaakzintuigen op je tong.
  • Alle informatie uit je zintuigen vormt samen een beeld van je omgeving. Dat is belangrijk bij het maken van contact.
  • Prikkels worden door zintuigen omgezet in impulsen.
  • Impulsen gaan via zenuwen naar je hersenen. Daar word je je bewust van je waarnemingen.
  • Je hersenen reageren alleen op de belangrijkste prikkels. De sterkte van de prikkel is groter of juist kleiner dan de sterkte van de prikkel waaraan de hersenen gewend is.
  • Via je zenuwen sturen je hersenen impulsen naar de juiste spieren of klieren. In de spieren en klieren volgt dan een reactie.
  • Je zenuwen, ruggenmerg en hersenen vormen samen je zenuwstelsel.

2.3 Licht en kleuren zien

  • Licht word uitgezonden door een lichtbron.
  • Het witte licht van de zon is opgebouwd uit verschillende kleuren licht .
  • Als je het witte licht uiteen laat vallen met een prisma of een cd, krijg je een spectrum.
  • In het zonnespectrum zit ook ultraviolette straling en infrarode straling. Infrarode straling is warmtestraling. Ultraviolette straling zorgt ervoor dat je bruin wordt.
  • Bij een puntvormige lamp is de schaduw groter dan het voorwerp. De schaduw wordt groter als het voorwerp dichter bij de lamp komt.
  • Bij een zonsverduistering valt de schaduw van de maan op aarde.
  • Bij een maansverduistering zit de aarde tussen de zon en de maan.
  • Kijk op je werkboek voor de formule om de schaduw te berekenen!!

2.4 Filmen met je ogen

  • Je traanklieren zitten boven je ogen.
  • Je oog heeft drie lagen: harde oogvlies, vaatvlies en netvlies.
  • In je oog gaat het licht door hoornvlies – pupil – lens - glasachtig lichaam - netvlies.
  • Je netvlies zet de prikkel licht om in impulsen.
  • Via het bloed in het vaatvlies krijgt je oog alle stoffen die het nodig heeft.
  • Scherpstellen gaat door accommoderen: - het straallichaam trekt samen: bolle lens.     - het straallichaam ontspant: platte lens.
  • In je netvlies zitten twee soorten zintuigen: kegeltjes en staafjes. Met de kegeltjes kun je kleuren waarnemen. Je neemt lichtintensiteit waar met de staafjes.

2.5 Oren

  • Je oorschelp vangt luchttrillingen op (geluid) op.
  • De luchttrilling gaat door de gehoorgang en laat het trommelvlies trillen.
  • Via de gehoorbeentjes gaan de trillingen nar het slakkenhuis.
  • In het slakkenhuis zetten de zintuigcellen (met haartjes) de trillingen om in impulsen.
  • Impulsen  gaan via de gehoorzenuw naar de hersenen.
  • Hoe sneller de lucht trilt, hoe hoger de toon is.
  • Het gehoorbereik bijmensen ligt tussen de 20 Hz en 20 000 Hz.
  • Door de buis van Eustachius kunnen ziekteverwekkers van de keelholte naar de trommelholte gaan. Als deze ontstoken raakt, heb je een middenoor ontsteking.

2.6 Geluidssterkte

  • Geluidssterkte meet je met een decibelmeter. De eenheid is decibel (dB).
  • Als de hoeveelheid geluid tweemaal zo groot wordt, dan wordt de geluidssterkte 3 dB groter.
  • Als de afstand tot de geluidsbron tweemaal zo groot wordt, dan wordt de geluidssterkte 6 dB kleiner.
  • Geluidssterkte van 140 dB of hoger is pijnlijk en kan directe gehoorbeschadiging veroorzaken.
  • Bij een hard geluid zijn er meer geluidstrillingen dan bij een zacht geluid.
  • Geluidsoverlast kun je tegengaan door minder geluid, isolatie of terugkaatsing van geluid.

2.7 Praten met je lijf

  • Met je lichaamshouding en je gezichtsuitdrukking kun je laten zien hoe je je voelt.
  • Duidelijke lichaamtaal herken je aan signalen (prikkels) waar anderen op reageren.
  • Overdreven signalen zijn signalen die erg opvallen.
  • Baby’s zijn schattig, doordat ze overdreven signalen uitzenden.
  • Met gebarentaal kun je dove mensen wat duidelijk maken.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.