Hoofdstuk 7

H7 nask.

Hier alvast info die het hele hoofdstuk handig is:

s = afstand

t = tijd

V = snelheid

Vgem = gemiddelde snelheid

§ 7.1 beweging vastleggen en beschrijven

Bewegingen vastleggen doe je met een stroboscoop camera. Dat kun je het beste doen in een donkere ruimte. Dan gebruik je een stroboscooplamp die de hele korte licht fitsen maakt van 0,5 sec.

Tijdens de hele beweging staat de sluiter van de camera open, elke keer als de lamp een flits geeft wordt er een momentopnamen van de beweging vastgelegd. Zo komen alle opnames op één foto.

Je kunt een beweging ook vastleggen in een afstand-tijdtabel. Je moet dan wel weten welke tussenpozen er tussen de lichtflitsen zaten en hoe groot de afstanden in werkelijkheid zijn op de foto. Van die tabel kan je een afstand-tijddiagram maken. De tijd in de x-as en de afstand in de y-as.

§7.2 gemiddelde snelheid

Gemiddelde snelheid = afstand : tijd, als formule ; Vgem = s : t

Soms moet je het van m/s naar km/h omrekenen. Het enige wat je dan moet doen is x3,6. Is het van km/h naar m/s dan gewoon: 3,6.

Mocht je in plaats van de gemiddelde snelheid de tijd of afstand willen weten, dan heb je deze formules nodig:

t = s : Vgem

en

s = Vgem x t

Plus fietscomputers:

Met een fietscomputer kun je de gemiddelde snelheid zien en de afgelegen afstand. Dit kan doordat op een spaak een magneetje is gemonteerd. Elke keer als dat magneetje langs de sensor gaat ontvangt de fietscomputer een pulsje . Hieruit berekent de computer die informatie. Eerst moet je wel de diameter van je wiel invoeren.

§ 7.3 versneld - eenparig – vertraagt

Bij een eenparige beweging veranderd de snelheid niet. De snelheid is constant. Hierbij kan je dan ook de formule toepassen: v= Vgem = s:t

Een beweging waarbij de snelheid steeds toeneemt, wordt een versnelde beweging genoemd.              

Een beweging waarbij de snelheid steeds kleiner wordt, noem je een vertraagde beweging.                     

§ 7.4 remmen en botsen

De remweg van een auto ligt aan de beginsnelheid, de totale massa van de auto en de kracht die de auto laat afremmen.

De beginsnelheid is de snelheid op het moment dat de auto begint te remmen.

Een handig trucje, wordt de snelheid a x zo groot dan wordt de remweg a kwadraat x zo groot.

De kracht dat het een auto (massa) kost om te laten remmen wordt een traagheid genoemd. Het geldt des te zwaarder de massa is, des te groter de traagheid is.

Ook factoren die de remweg beïnvloeden zijn: de kwaliteit van de banden en het wegdek.

Ook reageer je niet altijd even snel. De tijd tussen het zien van het gevaar en het gaan afremmen, wordt de reactietijd genoemd. Die ligt tussen de 0,7 en 1 seconde. De reactietijd wordt ook beïnvloed door vermoeidheid, alcohol, drugs en sommige medicijnen.

De totale afstand die een auto nodig heeft om te stoppen (de stopafstand),  is groter dan de remweg.

Je moet namelijk ook de afstand meerekenen die de auto tijdens de reactietijd aflegt, de reactie afstand In andere woorden.

De stopafstand = de remweg + de reactieafstand.

Bij een botsing wordt er natuurlijk ook aan gedacht om de remweg van de mens zo kort mogelijk te maken.

• de hele voorkant schuift in elkaar, om tijd te rekken ( je noemt die voorkant de kreukelzone)
• De veiligheidsgordels zorgen ervoor dat de inzittende tegelijk met de auto afremmen, maar geven nog een beetje mee om de remweg te verlangen.
• Een airbag heeft dezelfde functie als een veiligheidsgordel.

Plus de airbag:

De airbag is een opgevouwen nylon zak. Hij bevindt zich in het stuur en dashboard. Zodra de sensor van de airbag een vertraging groter dan 20 m/s meet. Komt een handje voor natriumazide tot ontbranding en produceert stikstofgas. Dit blaast de zak in 0,03 sec op tot een ballon van 24 liter. Deze loopt ook weer binnen 0,2 sec leeg.