SAMENVATTING HS 7 DEELTJES EN MOLECULEN
Model: Dit gebruik je om je iets voor te stellen. Om iets te verklaren gebruik je een denkmodel of theorie. In je model moet je een paar veronderstellingen opnemen.
De drie fasen/aggregatietoestand: De meeste stoffen komen voor in 3 fases. Als vaste stof, als vloeistof en als gas.
Sublimeren en rijpen: Dit zijn overgangen. Van vast naar gas en van gas naar vast. Sublimeren zijn scherp ruikende stoffen, want zo’n stof is bezig met overgaan in damp op te gaan.
Volume: In de overgang veranderd ook de volume. Een stof heeft minder volume in de gasfase dan in de vloeistoffase. En in de vaste fase heeft een stof minder volume dan in de vloeistoffase.
Smeltpunt/stolpunt: De temperatuur waarneer de overgangsfase begint. Bij een te hoge temperatuur wordt de stof vloeibaar. Bij te lage temperatuur wordt het vast.
Kookpunt: Bij deze temperatuur vindt er meestal gasvorming plaats.
Moleculen: Elke stof is opgebouwd uit deeltjes. Deze deeltjes heten moleculen. Elke molecuul bestaat uit 2 of meer atomen. Dit hele systeem/denkwijze heet de molecuultheorie.
De veronderstellingen over moleculen:
Moleculen…
…zijn o.a. de kenmerken van een stof
…van een stof bewegen
…tussen moleculen zit ruimte
…bewegen in vaste stoffen heen en weer rondom een vaste plaats
…bewegen gemiddeld sneller naarmate de temperatuur hoger word.
…oefenen kracht uit op elkaar (Vanderwaalskrachten).
Zuivere stof en mengsel: Stof die bestaat uit een soor t moleculen. Een mengsel bestaat uit verschillende soorten moleculen.
Oplossing: Een mengsel waarbij een vaste oplos in een vloeistof en waarbij opnieuw een heldere vloeistof ontstaat.
Cohesie: De aantrekking tussen dezelfde moleculen.
Adhesie: Aantrekking van moleculen van verschillende stoffen.
Capillairen: Dunne buisjes of kanaaltjes.
Smelten: Als de moleculen warm worden bewegen ze sneller. Zo snel dat de moleculen van elkaar los komen en het een vloeistof wordt.
Verdampen: Moleculen bewegen niet even snel. Dan kunnen de moleculen zich los van elkaar laten. Dan verdampt de vloeistof dus.
Atomen: Elke stof is opgebouwd uit moleculen. Maar die moleculen zij op gebouwd uit bolletjes. Atomen heten die. Er zijn ruim honderd verschillende atoomsoorten.
Hiermee kun je een groot aantal verschijnselen oplossen:
· Diffusie: gassen verspreiden zich gemakkelijk en vloeistoffen mengen zich vanzelf.
· Uitzetting: stoffen zetten uit als de temperatuur stijgt
· Capillaire werking: de capillaire werking van dunne buisjes.
REACTIES
1 seconde geleden