Hoofdstuk 3 en 6

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo/vwo | 1003 woorden
  • 18 augustus 2004
  • 177 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
177 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
NASK Samenvatting 3HV Hoofdstuk 3 & 6

Chemische reactie: Dan verdwijnt de (begin)stof die je verhit en ontstaan er tegelijkertijd nieuwe stoffen(= reactieproducten), die hele andere eigenschappen hebben dan de beginstoffen.
Reactieschema: beginstoffen  reactieproducten

Voor een verbranding is nodig:
- zuurstof (anders kan de brandstof niet branden, hoe hoog die stof ook word verhit).
- brandbare stof
Reactieschema: brandbare stof +zuurstof  verbrandingsproducten

Ontledingsreactie: Als er uit 1 stof verschillende nieuwe stoffen ontstaan.
Reactieschema: beginstof  ontledingsproducten

Verschil scheiden en ontleden: Bij scheiden, hou je meerdere stoffen over, maar die stoffen waren vooraf al aanwezig. Er ontstaan dus geen nieuwe stoffen, dus is het geen ontleding, dus geen chemische reactie.

Thermolyse: Als je een stof ontleedt door verhitten.
Organische stoffen: stoffen die bij verhitting zonder zuurstof verkolen.
Reactieschema: organische stoffen  koolstof + water + brandbaar gas

Elektrolyse (met gelijkstroom) ontleding door elektriciteit.
Reactieschema ontleding water: water  waterstofgas + zuurstofgas
Reactieschema verbranding waterstof: waterstofgas + zuurstofgas  water
Waterstofgas heeft kleinere dichtheid lucht en is erg brandbaar.
Zuurstofgas heeft een even grote dichtheid als lucht, dus in zuivere zuurstof gaan verbrandingen veel feller dan in de lucht.

Fotolyse als er een stof ontleedt doordat er licht op valt.
Reactieschema: zilverbromide  zilver + broom

Niet-ontleedbare stoffen: elementen, 70 van 100 niet-ontleedbare stoffen= metalen.
Ontleedbare stoffen: verbindingen.

Gemeenschappelijke kenmerken van metalen: geleiden warmte & elektrische stroom, glanzend oppervlak( als ze gepolijst zijn).

Corrosie: aantasting van metalen in een vochtige lucht.

Onedele metalen: metalen die door stoffen in de lucht worden aangetast. Je hebt dan metaalverbindingen (ontleedbare stoffen)
Metaalertsen= grondsoorten en gesteente die rijk zijn aan metaalverbindingen

Edelmetalen: metalen die NIET worden aangetast door stoffen in de lucht zoals platina, goud en zilver. Dit blijven dus niet-ontleedbare stoffen
Legeringen= mengsel van metalen
Chroom + koolstof = roestvrij staal
Koper + tin = brons
Zink + koper = messing
Kwik + zilver = kwikamalgaam (tandvulling)
Lood + tin = soldeer

Roesten
IJzer wordt veel gebruikt, omdat het goedkoop, sterk en gemakkelijk te bewerken is, roest het wel. Het roest vorm op het ijzer een korstje, maar het word steeds verder aangetast, omdat dat korstje poreus is en lucht en water doorlaat. De metalen zoals aluminium, zink, tin, chroom, nikkel en lood krijgen ook zo`n korstje, maar dat korstje is niet poreus, dus schermt het het onderliggende metaal goed af.
IJzer kun je beschermen door er een laagje van een anders stof, zoals zink, chroom verf, kunststof er overheen te doen.

Chemische reactie dan maken atomen nieuwe groepjes tot nieuwe moleculen (nieuwe stoffen). Dan gaan er dus geen atomen verloren en er ontstaan geen nieuwe atomen.
Ontleedbare stof = verschillende soorten atomen
Niet-ontleedbare stof = 1 soort atoom

Molecuulformules= formules die aangeven welke atoomsoorten en hoeveel atomen er van elk soort aanwezig zijn in de molecuul.
Index = cijfer in de formule dat aangeeft hoeveel atomen van hetzelfde soort aanwezig zijn.

Verbindingen met heten
Zuurstof - oxide
Zwavel -sulfide
Flour - fluoride
Chloor - chloride
Broom - bromide
Jood - jodide

Element = - atoomsoort
- niet-ontleedbare stof

Aardgas bestaat uit methaangas(brandbare deel) en stikstofgas
Reactieschema verbranding van aardgas:
methaangas + zuurstofgas  koolstofdioxide + waterdamp + (warmte)
Aantonen van verbrandingsproducten
bijv: -waterdamp condenseren
Herkenningsreactie: wit kopersulfaat toont water aan door blauwe verkleuring
kalkwater is een reagens voor koolstofdioxide, want word troebel

Onvolledige verbranding: Dan komt er te weinig zuurstof bij en ontstaat er
koolstofmono-oxide. Dat is een reukloos, geurloos, brandbaar en zeer giftige gas waardoor je ongemerkt kan stikken. Gasvlam = geel  onvolledige verbranding, want te weinig zuurstof

Biobrandstoffen=plantaardige oliën of alcohol, als brandstof

Samenstelling lucht = stikstofgas zuurstofgas & klein beetje argon, koolstofdioxide & waterdamp

Steenkool
De samenstelling van steenkool kan erg wisselen door de ingewikkelde moleculen die vooral bestaan uit koolstofatomen, waterstof-, stikstof-, zwavel- en zuurstofatomen.
Ook al is de verbranding voorledig, er komen vaak giftige stoffen vrij zoals zwaveldioxide (SO2), stikstofmono-oxide (NO) en stikstofdioxide (NO2). Deze gassen zijn schadelijk voor gezondheid en veroorzaken zure regen.
In cokesfabrieken word het steenkool voor de verbranding gezuiverd; de steenkool word zonder licht heel hoog verhit. Er verdwijnen dan allemaal stoffen uit de steenkool, en wat er overblijft, de cokes, bestaat uit 90% uit koolstof. Cokesfabriek levert ook gas voor brandstof, teer en ammoniak en zwavelzuur voor chemische industrie.

Aardolie
Aardolie is een mengsel van veel stoffen, het meest koolwaterstoffen maar ook zwavel, zuurstof en stikstof. Aardolie word gebruikt voor verschillende brandstoffen
Als aardolie niet goed word gezuiverd, ontstaat bij verbranding het schadelijke zwaveldioxidegas (SO2). Het is een kleurloos, giftig gas, scherpe geur en prikkelt de ademhalingswegen. Het veroorzaakt zure regen en doordoor word de bodem, gebouwen en installaties aangetast.
In auto`s ontstaan stoffen zoals koolstofmono-oxide en stikstofdioxide(=zuurstofgas en stikstofgas), door niet volledige verbranding. Er worden tegenwoordig naverbranders in de auto`s gebouwd, die er voor zorgen dat de schadelijke stoffen minder/niet schadelijk worden.

Luchtverontreiniging
Door de vervuilde verbrandingsgassen (SO2, NOx ) ontstaat er smog (rook en mist). Smog is erg afgenomen door het gebruik van schone brandstof aardgas, ontwikkeling verbrandingsmethoden en technieken om brandstoffen te zuiveren.

Broeikaseffect
Een bijzondere eigenschap van koolstofdioxidegas is dat het gedeeltelijk de warmte-uitstraling van de aarde tegen houd, dus de aarde geeft steeds minder warmte af aan heelal.
Daardoor zal de temperatuur stijgen en het klimaat veranderen, dat noemt men het versterkte broeikaseffect. Een manier om het broeikaseffect te verminderen, is om minder aardgas, olie en steenkool te verstoken. Dat kan door woningen goed te isoleren, minder elektriciteit te gebruiken en windenergie en zonne-energie te gebruiken.

Snelle verbranding: dat is een verbranding waarbij brandstof en zuurstof voldoende snel bij elkaar komen waarbij de temperatuur hoog genoeg is.
Ontbrandingstemperatuur: De laagste temperatuur waarbij een stof gaat branden.

Blussen
Om een brand te blussen moet je minimaal 1 van de voorwaarden van brand wegnemen:
- De brandstof weghalen
- De aanvoer van lucht weghalen
- De brandende materialen afkoelen tot onder de ontbrandingstemperatuur
Blusmiddelen: water & koolzuurblussers  voor afkoeling en afsluiten van luchttoevoer.
Schuim  afsluiten van luchttoevoer.
Schoorsteenbrand: door een onvolledige verbranding ontstaat roet en teer en in de schoorsteen, als dat gaat branden bij de hoge temperaturen die in de schoorsteen heerst

Fotosynthese = koolstofdioxide + water (+zonne-energie)  glucose + zuurstof

Langzame verbranding: een verbranding zonder vuurverschijnselen zoals verbranding voedsel Verbrandingsproducten van verteren voedsel zijn steeds hetzelfde: CO2 en H2O.

REACTIES

E.

E.

het is niet goed uitgelegt over het reactieschema

ERG JAMMER!

18 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.