Na H3+4.1
Paragraaf 1 Fase+ fase-overgangen
Vast, vloeibaar, Gasvormig
Water komt voor als:
• Vaste stof : ijs
• Vloeistof: water
• Gas: waterdamp
Dit zijn de 3 fasen!!!
Fase- overgangen
6 fase overgangen:
• Smelten
• Condenseren
• Stollen
• Sublimeren
• Rijpen
• verdampen
Water stolt niet maar bevriest.
Dauw = kleine waterdruppeltjes, ontstaan doordat waterdamp in de lucht condenseert op koude voorwerpen
Paragraaf 2 Thermometers
De temperatuur bepalen
Je hebt temperatuur en gevoelstemperatuur.
Gevoelstemperatuur = de lagere temperatuur die je ten gevolge van windsnelheid op dat moment blijkt te voelen
De vloeistofthermometer
Bestaat uit: reservoir + stijgbuis waarnaast een schaalverdeling is aangebracht. Reservoit is gevuld met alcohol (vroeger kwik) .
Meetbereik = tussen welke grenzen je de temperatuur kunt meten met een thermometer.
De Celsiusschaal
1. Het nulpunt is het niveau van de vloeistof bij de temperatuur van smeltend ijs.
2. Het honderd punt is het niveau van de vloeistof bij de temperatuur van kokend water
3. De afstand tussen deze niveaus word met streepjes in 100 gelijke delen verdeeld
4. Tenslotte worden ook streepjes met de zelfde tussenruimte onder en boven het nulpunt gezet
Andere soorten thermometers
Een koortsthermometer was in het verleden meestal een vloeistofthermometer met meetbereik van 35 graden Celsius t/m 43 graden Celsius.
Boven 40 graden is flinke koorts, lager dan 37 graden is onderkoeld.
Paragraaf 3 kookpunt en smeltpunt
Verdampen
Water verdampt tussen de 0 en 100 graden.
Het kookpunt
Geluid bij water koken in ‘’zingen’’.
Koken = het water verdampt nu niet alleen aan het oppervlak maar overal in de vloeistof.(100 graden)
Kookpunt = het punt waarbij een vloeistof kookt en niet meer verandert.
Het smeltpunt
smeltpunt/vriespunt = Een punt waarbij vloeistof Vast word (0 graden)
woord vriespunt alleen bij water.
Het absolute nulpunt
De schaal van kevin
Moet je kevin uitrekenen is Graden Celsius +273,15
Moet je het aantal graden = Kevin – 273,15
Paragraaf 3.4 lucht
Een mengsel van gassen
Enkele van die gassen zijn:
• Stikstof(N2) = lucht bestaat uit 78% uit stikstof
• Zuurstof(O2) = lucht bestaat 21% uit zuurstof , zuurstof nodig om te blijven leven, verbranding
• Koolstofdioxide (CO2)= lucht bestaat uit 0,03% uit koolstofdioxide
Vacuüm
Vacuüm bedoelen ze als er een luchtledige ruimte is
De atmosfeer
De atmosfeer is hetzelfde als de dampkring.
Hoe hoger je komt des te ijler de lucht.
In de dampkring ligt de ozonlaag enz.
Paragraaf 3.5 luchtdruk
Luchtdruk
Luchtdruk = de lucht die drukt op alles wat zich op aarde bevind
De proef met halve bollen. Eerste uitgevoerd door Otto von Guericke in 1654.
Luchtdruk en Tegendruk
Je hebt luchtdruk en tegendruk. De tegendruk in je lichaam geven je longen anders zou je in elkaar worden geduwd.
Barometers
Hiermee kun je meten hoe groot de luchtdruk is. De veelgebruikte is de metaalbarometer. In zo’n metale barometer zit een metalen doosje waar de lucht grotendeels is uitgepompt. Hierdoor word het doosje een beetje in elkaar geduwd. De boven en onderkant zijn geribbeld daardoor kan er gemakkelijk wat op en neer bewegen.
De grootte van luchtdruk
• Een eenheid van luchtdruk is Pa (pascal)
• Bij het weerbericht is de eenheid hPa (hecto-pascal)
• 1 hPa = 100 Pa
• Gemiddeld is de luchtdruk 1010 hPa
• Erg laag = 970 hPa erg hoog = 1050 hPa
• Op barometers word de luchtdruk vaak aangegeven met millibar
• 1 millibar = 1hPa
• De luchtdruk neemt af hoe hoger je in de atmosfeer komt
• De dichtheid van lucht is veel kleiner dan de dichtheid van water
Paragraaf 4.1 Warmtebronnen en brandstoffen
Warmtebronnen thuis en op school
Als je iets wil verwarmen moet je een warmtebron hebben. De gasbrander is ook een warmtebron. Thuis is er bv: de cv, de geiser, de boiler(bad), het fornuis, de oven, het theelichtje, het strijkijzer enz.
Energie omzetten
Brandstof = datgene dat je verbrand. VB: gasbrander aardgas, oliekachel huisbrandolie
Chemische energie = de energie in aardgas of in een andere brandstof
Chemische energie kun je omzetten in warmte door de brandstof te verbranden. Hoe meer brandstof je verbrand hoe warmer het is.
Er zijn ook warmtebronnen die elektrische energie omzetten in warmte. Denk maar aan een broodrooster of strijkijzer.
Bijna alle woonhuizen in Nederland zijn aangesloten op een aardgasnet. Het gemiddelde aardgasverbruik staat per jaar op 2000 m3. Het grootste deel word verbruikt in verwarming van het huis. Hoeveel er is verbruikt zie je op een gasmeter. Als je weet hoeveel het per kubieke meter kost kun je berekenen hoeveel je moet betalen.
Energie gaat nooit verloren!
6 energievormen:
• Elektrische energie
• Bewegingsenergie
• Chemische energie
• Licht
• Warmte
• Geluid
REACTIES
1 seconde geleden
E.
E.
bedankt:) kwas me boek vergeten morgen so:D
13 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
erg goed !!!
13 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
ik vond dit een erg goed verslag.
ik ben natuurkunde leraar en vond dat het voor mij part een 9 verdiende ik kan het alleen niet geven.
M.V.G. Meneer H. van den Broek
9 jaar geleden
Antwoorden