Nask
Hoofdstuk 2
2.1 Stoffen in huis
Aan een vloeistof ruiken doen we altijd als volgt:
1. Haal de dop van de fles
2. Wuif met je hand boven de hals en haal de damp naar je toe
3. Snuif erg rustig en voorzichtig de damp op
4. Doe de dop weer op de fles
Stof eigenschappen
Stofeigenschappen zijn de kenmerken van de stoffen waaraan je ze kunt herkennen.
Voorbeelden van stofeigenschappen zijn:
- Geur
- Kleur
- Smaak
- Brandbaarheid (let op: als je een practicum doet mag je nooit een stof proeven!)
- Dichtheid (hoe goed een stof kan branden)
- Oplosbaarheid (hoe goed een stof oplost in water)
Een stof kan gevaarlijk zijn door:
- Het inademen
- Het inslikken
- Het krijgen op kleren, huid en ogen
- Er met vuur bij te komen
- Het mengen met een andere stof
Gevaarlijke stoffen hebben een kind veilige dop!
Zo’n dop moet je vaak eerst indrukken en daarna opendraaien
Kinderen kunnen het gelukkig niet opendraaien
2.2 zuivere stoffen en mengsels
Zuivere stof
Een zuivere stof bestaat ui één stof!
Voorbeelden van zuiveren stoffen zijn:
- Suiker
- Zout
- Ijzer
- Goud
- Koper
- Gedestilleerd water
Mengsel
Een mengsel bestaat uit twee of meerdere stoffen
Voorbeelden van mengsels zijn:
- Nutella
- Boter
- Pindakaas
- Kraanwater
- Cola
Soorten mengsels: oplossing
Een oplossing is een mengsel ban bijv. water, suiker en smaakstoffen van thee
Het suiker lost op in het water
Een oplossing is altijd helder (je kunt er doorheen kijken het is dus doorzichtig een oplossing kan een kleur hebben
Water is het oplosmiddel
Suiker is de opgeloste stof
Soorten mengsels: suspensies
Een suspensie is een mengsel van een vaste stof in een vloeistof
De vaste stof lost niet op in de vloeistof
Een suspensie is altijd troebel je kunt er niet doorheen kijken
Na een tijdje gaat de vaste stof op de bodem liggen
Scheidingsmethode: extraheren
Extraheren (er uit trekken) is een methode om een mengsel te scheiden
Als je water toevoegt aan een stof, zoals theeblaadjes, lossen de geur, kleur en smaakstoffen op in het water. De theeblaadjes lossen niet op. Dit heet extraheren
Scheidingsmethode: filteren
Om de theeblaadjes die niet opgelost zijn te verwijderen, gebruiken we een filter (theezakje)
De theeblaadjes zijn te groot en gaan niet door de filter
Filtraat: de stoffen die in het water zijn opgelost, dus THEE
Residu: de stoffen die achterblijven in de filter, dus de THEEBLAADJES
2.3 massa en volume
Massa:
Massa is de hoeveelheid stof in het aantal gram of kilogram
Volume:
Volume = de ruimte die een vloeistof in neemt in het aantal liters of milliliters
Volume = lengte x breedten x hoogte
Belangrijk!
De lengte, breedten en de hoogte moeten in dezelfde eenheid (bijv. meters) staan
Het volume van onregelmatige voorwerpen:
De onderdompelmethode
Je neemt een maatcilinder
Je doet daar water in
Je leest het aantal ml af, dit is de beginstand
Je doet het voorwerp in het water
Je leest weer het aantal ml af, dit is de eindstand
Volume voorwerp = volume (eindstand) – volume (beginstand)
2.4 dichtheid
Wat is dichtheid:
Mensen zeggen vaak dat aluminium lichter is dan staan. Hoe kun je dit eerlijk onderzoeken?
MET DICHTHEID!
Eerlijke vergelijkingsmethode:
1 neem van elke stof een blokje van 1 cm3 (1 cm lang, 1 cm hoog en 1 cm breed)
2 bepaal de massa van elk blokje met een weegschaal.
3 het blokje met de kleinste massa is gemaakt van de lichste stof
Dichtheid bij stoffen:
De dichtheid van een stof is de massa per volume, dus bijvoorbeeld dichtheid van goud is 19,3 g/cm3
Per
Dichtheid is een stofeigenschap want de dichtheid van elke stof is anders (zie tabel 2 blz. 30)
De formule van dichtheid:
Dichtheid is massa : volume
RO = dichtheid = m : v
Hoofdstuk 3: water
ijs, water en waterdamp:
Stoffen komen in verschillende fasen voor op aarde
1. ijs vaste stof
2. water vloeistof
3. waterdamp gas
kristallen:
een diamant bestaat uit koolstof kristallen. Het is een vaste stof. De kristallen hebben allerlei mooi vormen. In al die verschillende kun je dezelfde structuur herkennen. Deze kristalstructuur is kenmerkend voor diamant. Elke vaste stof heeft een eigen kenmerkende kristalstructuur.
Soorten neerslag:
1. dauw bestaat uit kleine waterdruppels (in de ochtend
2. rijp
3. ijzel
4. regen
5. sneeuw
6. hagel
REACTIES
1 seconde geleden