H2 Stoffen en hun eigenschappen

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 663 woorden
  • 16 november 2011
  • 119 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
119 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
Paragraaf 1: Stoffen

4 stofeigenschappen:

Kleur (koper is rood, aluminium grijs)

Geur (alcohol heeft een andere geur dan benzine)

Smaak (suiker smaakt zoet, keukenzout smaakt zout)

Brandbaarheid (benzine is brandbaar, water niet)

Sommige stoffen kunnen gevaarlijk zijn:

Als je het inademt

Als je het inslikt

Als je het op je kleren, op je huid of in je ogen krijgt

Als je er met vuur bijkomt

Als je de stof met een andere stof mengt

Daarom staan er vaak gevarensymbolen op de verpakking

Paragraaf 2: Materialen


Stoffen waarvan voorwerpen gemaakt worden, noem je materialen.

Veel gebruikte metalen zijn staal, aluminium en koper. Je hebt ook nog andere metalen, zoals goud, zilver, chroom, zink, lood, messing, tin en brons.

Voorwerpen die van metaal gemaakt zijn:

- Kunnen verbogen of ingedeukt worden, maar zullen niet snel breken

- Zijn niet doorzichtig

- Kunnen vaak slecht tegen bijtende stoffen

Tussen metalen zijn ook verschillen.

- Sommigen worden niet aangetast door lucht en vocht (zilver en goud), andere wel (ijzer)

- Sommigen zijn zacht en gemakkelijk te vervormen (lood), andere veerkrachtig (staal)

- Sommigen zijn licht (aluminium), andere zwaar (lood en kwik)

- Sommigen smelten al bij lage temperatuur (lood bij 328 oC), ander bij hoge temperatuur (ijzer bij 1535 oC)

- IJzer en nikkel worden aangetrokken door een magneet, de andere metalen niet.

Ze hebben ook dingen gemeenschappelijk;

- Ze glanzen

- Ze geleiden elektriciteit

- Het zijn goede warmtegeleiders

Een legering is een mengsel van twee of meer metalen.

Je maakt een legering door de metalen te smelten en ze daarna in vloeibare toestand goed te mengen.

Legeringen:

- Brons (90% koper, 10% tin)

- Messing (of koper) (meestal 70% koper en 30% tin)

- Staal (99% nikkel, 1% koolstof)

- Soldeer (50% lood, 50% tin)

Stofeigenschappen glas:

- Doorzichtig

- Kan goed tegen bijtende stoffen

- Kun je niet deuken of buigen, wel vaak breekbaar

- Glad oppervlak (goed schoon te maken)

Stofeigenschappen polytheen:

- Minder breekbaar dan glas

- Minder doorzichtig dan glas

- Kan niet goed tegen bijtende stoffen

PE = polytheen

PS = polystyreen

PP = polypropeen

PET = polyester

PMMA = plexiglas

PVC = polyvinylchloride

Stofeigenschappen keramisch materiaal:

- Kun je niet buigen of indeuken, wel breekbaar

- Niet doorzichtig

- Goed bestand tegen hoge temperaturen

- Goed bestand tegen bijtende stoffen

Corroderen = dat metalen worden aangetast door water en zuurstof (corrosie)

Als ijzer corrodeert heet dat roesten

Paragraaf 3: Massa en volume


De massa weeg je met een balans of weegschaal (in de eenheid gram of kilogram)

Hoe groter de massa is, des te zwaarder het voorwerp

1 ton = 1000 kg

1 kg = 1000 g

1 g = 1000 mg

Volume is bijna het zelfde als inhoud. Verschil: inhoud is wat er in kan, volume is wat er in zit.

De eenheid van volume is m3 (kubieke meter)

Volume van een cilinder = x R2 x H

(R = de straal (straal is de helft van een diameter))

(H = hoogte)

Liter wordt alleen voor vloeistoffen en gassen gebruikt. 1 liter = 1 dm3

Je berekent het volume van een voorwerp met een onregelmatige vorm uit met de onderdompelmethode of de onderdompel methode in een overloopvat

Massa eenheden:

KG  HG  DAG  G  DG  CG  MG

Volume eenheden:

KM3  HM3  DAM3  M3  DM3  CM3  MM3

Lengte eenheden:

KM  HM  DAM  M  DM  CM  MM

Oppervlakte eenheden:

KM2  HM2  DAM2  M2  DM2  CM2  MM2

Liter eenheden:

KL  HL  DAL  L  DL  CL  ML

Paragraaf 4: Dichtheid


Om aan te geven hoe zwaar een stof is wordt dichtheid gebruikt. De dichtheid van een stof is het aantal gram per cm3.

Zo bepaal je de dichtheid van een stof:

- Neem een voorwerp of een hoeveelheid van die stof

- Bepaal de massa en het volume

- Deel de massa door het volume

- Je hebt dan de hoeveelheid gram per cm3

- Denk aan de eenheid bij je antwoord

Dichtheid van een mengsel bepaal je door de totale massa van het mengsel te delen door het totale volume.

Paragraaf 5: Windsurfen

- Het voorwerp zinkt, als de (gemiddelde) dichtheid van het materiaal groter is dan de dichtheid van water

- Het voorwerp zweeft, als de (gemiddelde) dichtheid van het materiaal even groot is als de dichtheid van het water

- Het voorwerp drijft, als de (gemiddelde) dichtheid van het materiaal kleiner is dan de dichtheid van water

Extra


Hoe meer ruimte er is, hoe kleiner de dichtheid

Massa : volume = dichtheid

Dichtheid x volume = massa

Massa : dichtheid = volume

REACTIES

L.

L.

dit heb ik echt nodig kom er net achter dat ik morgen nask toets heb over hoofdstuk 2... dus dankuu

13 jaar geleden

V.

V.

Super bedankt!!!! :)

12 jaar geleden

A.

A.

morgen heb ik een prakticum en ik mag aantekeningen maken ik heb veel geleerd

11 jaar geleden

S.

S.

Lekker dan! een 8,5! En het cijfer telt 2 keer! Bedankt!

10 jaar geleden

L.

L.

ik moet een verslag maken overdichtheid jammer dat de massa's er niet in staan

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.