Hoofdstuk 7

8.8

Samenvatting door een scholier
2e klas vwo | 585 woorden
12 april 2021
5 keer beoordeeld

8.8

5 keer beoordeeld

ADVERTENTIE

Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter.

Meer informatie

paragraaf 7.1

je kunt geluid alleen horen als er tussenstof is. in de lucht is de geluidssnelheid bij 20 graden 343 m/s, meer dan 1200 km/u.

afstand = snelheid x tijd of s=vxt

het trommelvliesg beweegt naar binnen als de luchtdruk hoger wordt en naar buiten als de luchtdruk lager wordt. in het slakkenhuis worden trillingen omgezet naar elektrische signalen.

het spraakorgaan van de mens ;

stembanden
de mond-, keel- en neusholte
de tong
de lippen

een klankkast versterkt het geluid van een instrument. een elektrische gitaar heeft geen klankkast, die maakt gebruik van een versterker om harder geluid te produceren.

paragraaf 7.2

de hoogte van een snaar hangt af van drie factoren

de dikte van een snaar ; hoe dikker de snaar, des te lager de toon
de lengte van een snaar ; hoe langer de snaar des te lager de toon
de spanning van de snaar ; hoe lager de spanning, des te lager de toon

een snaarinstrument wordt gestemd door de snaren de juiste spanning te geven, dat kan met een stemvork of elektrische stemapparaat.

frequentie is het aantal trillingen per seconde. als de frequentie 128 hz si trilt de stemvork 128x p/s

een microfoon ‘vertaalt’ de drukveranderingen in de lucht. een oscilloscoop geeft de signalen vervolgens op een scherm weer. met een knop kun je tijdschaal ofwel tijdbasis kiezen.

als de trillingstijd 0.01 is, gaan er 110 trillingen in een seconde. de frequentie is dan 1 hz.

frequentie of f =

voor elke toon geldt: als je de frequentie verdubbelt, krijg je dezelfde toon weer terug, maar dan één octaaf hoger. de afstand tussen 110 Hz en 220 Hz is even groot als de afstand tussen 440 Hz en 880 Hz. Kinderen van ong 13 kunnen tussen de 20 en 20.000 Hz horen, dit is je frequentiebereik

paragraaf 7.3

de geluidssterkte heeft als eenheid decibel (dB) een toon van 1000 Hz en 0 dB kun je niet of wel horen. 0 db betekent dus niet dat er geen geluid is. met een decibelmeter meet je de geluidssterkte. de meeste decibelmeters bevatten een a-filter, dit maakt de meter minder gevoelig voor hoge en lage tonen. bij gebruik van een meter met a-filter moet je de geluidssterkte opgeven met dB(a). bij tonen tussen de 500 en 10.000 Hz verschillen de dB(A) en dB schaal nauwelijks van elkaar.

als het aantal geluidsbronnen 2x zo groot wordt neemt de geluidssterkte met 3 dB toe. dit is alleen als de geluidsbronnen ongeveer evenveel geluid en op ongeveer dezelfde afstand staan. als je de afstand tussen jezelf en een puntvormige geluidsbron verdubbelt, neemt de geluidssterkte met 6 dB af. als de afstand tussen jezelf en een lineaire geluidsbron verdubbelt, neemt de geluidssterkte met 3 dB af.

bij het maken van een audiogram krijg je frequentie tussen de 250 en 8000 Hz te horen.

paragraaf 7.4

harde geluiden zijn slecht voor je gehoor. of geluid schadelijk is hangt af van de geluidssterkte en de tijdsduur van het geluid dat je blootstaat. geluid dat niet schadelijk is kan wel hinderlijk zijn. de ene persoon heeft eerder last van geluid dan de andere. mensen slapen slecht door geluidsoverlast. dat leidt tot prikkelbaar gedrag, concentratieverlies en oververmoeidheid. je gezondheid kan ook achteruit gaan op den duur. geluidshinder kun je bestrijden met geluidsisolatie.

er zijn verschillende maatregelen tegen geluidsoverlast.