Hoofdstuk 4, beweging

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 411 woorden
  • 4 november 2020
  • 59 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
59 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

4.1  Snelheid

De gemiddelde snelheid bereken je door de afgelegde afstand te delen door de tijd die daarvoor nodig was. De meest gebruikte eenheden voor snelheid zijn km/h en m/s (meter per seconde)

Voorbeeld

Een schaatser doet 32 seconden over 1 rondje (400m). Wat is de gemiddelde snelheid?

Gegeven: afstand= 400m

                tijd= 32 seconden

Gevraagd: gemiddelde snelheid= ?

Berekenen: Maak gebruik van een verhoudingstabel. Je moet door 32 delen om uit te komen op een tijd van 1 seconde. De afstand deel je dus door 32. Je komt dan op 12,5 meter.

Antwoord: De schaatser legt in 1 seconde 12,5 meter af. De gemiddelde snelheid is dus 12,5 m/s

Constante snelheid: op elk moment dezelfde snelheid

eenparige beweging: Beweging waarbij de snelheid steeds gelijk is.

Afstand, tijd diagram (s,t)- diagram: een grafiek met op de verticale as de afstand en op de horizontale as de tijd.

Recht evenredig: de tijd wordt 2 keer zo groot dus de afstand wordt ook 2 keer zo groot.

Recht evenredig verband: Een verband tussen twee grootheden waarbij een tweemaal zo grote verandering van de een zorgt voor een tweemaal zo grote verandering bij de ander.

4.2 Snelheid berekenen

De gemiddelde snelheid kan je ook met een formule berekenen:

Vgem= s gedeeld door t

Vgem: de gemiddelde snelheid in m/s

s: de totale afstand in meter

t: de totale tijdsduur in seconden

Eenheden voor snelheid:

km/h

m/s

cm/y waarbij y voor year staat

4.3 Beweging in beeld brengen

Met een snel flitsende lamp kun je een beweging bestuderen. Zo’n lamp heet een stroboscoop. 

Je kunt een beweging ook filmen: videometen 

Je vertraagt dan de filmopname.

4.4 

versnelling: de snelheid neemt toe

eenparig versneld: de snelheid neemt elke seconde met dezelfde hoeveelheid toe.

vertraging: de snelheid neemt af

eenparig vertraagd: de snelheid neemt elke seconde met dezelfde hoeveelheid af.

De oppervlakte in een grafiek geeft aan hoeveel afstand er is afgelegd.

4.5 Remmen

De tijd tussen zien dat de auto voor je remt en zelf remmen heet de reactietijd.

De afstand die je aflegt tijdens het remmen is de remweg.

De totale afstand is de stopafstand. 

Reactietijd + remweg= stopafstand

De remweg bereken je ook met een formule:

Srem= ½ x Vbegin x Trem

Srem: remweg in meter

Vbegin: de beginsnelheid in m/s

Trem: remtijd in seconden

REACTIES

Julia

Julia

Goede samenvatting als je het kort wilt hebben, ik heb overmorgen een toets van NaSk en dit gaat me denk ik wel heel erg helpen (ik laat mijn cijfer nog wel weten in de chat, het kan wel even duren want mijn docenten doen lang over nakijken)

1 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.