Hoofdstuk 5 productieprocessen

§1
Eisen waaraan een product moet voldoen = producteisen, voor elk product verschillende, hangt af op die manier waarop je het product gebruikt.

Producteisen:

• Voert functies goed uit
• Gebruiksvriendelijk
• Ziet er goed uit
• Niet schadelijk voor gezondheid
• Milieuvriendelijk
• Betaalbaar
• Winstgevend voor makers

Wet waarin eisen staan opgesteld= warenwet
Conserveermiddel= zorgt ervoor dat een product langer goed blijft. Vb. suiker.

Massa%= massa gevraagd : massa totaal x 100%

Volume%= volume gevraagd : volume totaal x 100%

§2
Productieproces= manier waarop een product gemaakt wordt.

Recept -> wat je allemaal moet doen om het product te maken
-> welke grondstoffen heb je nodig?
-> welke afvalstoffen ontstaan?

Productieproces:

• Wat wil je maken
• Hoeveel wil je maken
• Welke stoffen heb je nodig
• Welke handelingen moet je uitvoeren
• Welke reactie treedt op?
• Welke afvalstoffen ontstaan
• Zijn er gevaren bij het proces

Factoren die reactie beïnvloeden:

• Hoge druk
• Hoge temperatuur
• Katalystor: versnelt de reactie

Overmaat= stof die teveel is -> afval

§3
Maken vensterglas

• Mengen grondstoffen
• Samensmelten van grondstoffen
• Walsen van glas in de juiste dikte
• Geleidelijk afkoelen van hete glas
• Snijden glas op gewenste maat

Dit is te zetten in een blokschema

Aluminium -> gemaakt uit bauxiet
maak je door elektrolyse van opgelost aluminiumoxide -> uit erts bauxiet.
IJzer -> gemaakt uit ijzererts
Ruw ijzer -> giet ijzer
door een hoogoven wordt uit ijzererts ijzer gemaakt door verhitting met cokes

§4
Nieuw product -> kijken hoe je het gaat maken, kleine hoeveelheden gebruiken anders kunnen reacties op een andere manier gebeuren.

Proeffabriek-> kleine fabriek (testproductielijn)
Opschalen-> product in steeds grotere hoeveelheden maken.

Waar let je op met testen:

• goed recept
• zo weinig mogelijk grondstoffen
• zo weinig mogelijk afvalstoffen
• productie verloopt snel
• productie is veilig
• productie is zo goedkoop mogelijk
• productie is milieuvriendelijk
• product voldoet aan de producteisen

waarom evalueren?
je beoordeelt de productie & product om je laatste fouten eruit te halen om ervan te leren.

Product bekend maken?
Doelgroep -> groep mensen die miss. Het product willen kopen
Reclame maken
goede presentatie van verkoper aan de koper is belangrijk

§5
Bijsluiter -> hierop staat de samenstelling van een product.

Voorverpakte levensmiddelen moeten verplicht een etiket hebben.
etiket-> wat erin zit: ingrediënten, hoeveelheid, houdbaarheidsdatum, stoffen die allergie kunnen veroorzaken.

Additief -> hulpstof dat uiterlijk, smaak, houdbaarheid van stof verbeterd.

Additieven zijn:

• emulgatoren
• kleurstoffen
• zoetstoffen
• conserveermiddelen

elke additief heeft een E-nummer -> gekeurd door de Europese Unie

als er een nieuw product op de markt komt word het getest dor consumentenorganisaties of onafhankelijke instanties zoals: Voedsel en Waren Autoriteit, Kema of TNO. Zij doen een productonderzoek.

Productonderzoek:

• onderzoeksvraag bedenken
• bedenk voor elke onderzoeksvraag een werkplan
• lijst benodigdheden, krijg de materialen
• voer het onderzoek uit
• noteer waarnemingen en resultaten
• verwerk resultaten in grafiek, tabel
• antwoord op onderzoeksvraag
• evalueer je onderzoek

de conclusie trek je door resultaten van een onderzoek.
Presenteren: poster, website, verslag, spreekbeurt, PowerPoint.

Presentatie bestaat uit de onderdelen:

• onderzoeksvraag
• deelvragen
• werkwijze
• resultaten
• conclusie

evaluatie-> leren van gemaakte fouten

bij de evaluatie van een onderzoek bekijk je op welke manier de onderzoeksvraag is beantwoord.