Paragraaf 1 wat zijn stoffen
Een zuivere stof bestaat uit 1 soort deeltje
Een mengsel bestaat uit meerdere soorten deeltjes
Stofeigenschappen:
- Fase
- Geur
- Kook/smeltpunt of traject
- Oplosbaarheid
- Elektrische geleibaarheid
- Kleur
Fasen:
- Vast (s)
- Vloeibaar (l)
- Gas (g)
Zuivere stof waarvan de moleculen opgebouwd zijn uit 1 soort atoom = zijn niet-ontleedbare stoffen. (H2 /O2 / F2/ Cl2/Br2/ I2 zijn altijd met z’n 2en)
Molecuul die worden opgebouwd uit meerdere atoomsoorten = ontleedbare stoffen / verbindingen.
Naam |
Formule |
Water |
H2O (g) |
Waterstofperoxide |
H2O2 (l) |
Ammoniak |
NH3 (g) |
Koolstofmono-oxide |
CO (g) |
Koolstofdioxide |
CO2 (g) |
Zwaveldioxide |
SO2 (g) |
Zwaveltrioxide |
SO3 (g) |
Natriumchloride |
NaCl (s) |
Alcohol |
C2H6O (l) |
Glucose |
C6H12O6 (g) |
Atoom=element. Je kan ze onderverdelen in metalen en niet metalen
Paragraaf 2 Het atoommodel
Een atoom is opgebouwd uit een kern en een elektronenwolk. In de kern zitten de protonen (1+) en neutronen (neutraal), en de elektronenwolk bestaan uit elektronen (1-)
Atoomnummer geeft het aantal protonen en elektronen weer.
Het massagetal – het atoomgetal = het aantal neutronen.
Halogenen: groep 17: gaan makkelijk een verbinding aan met een metaal
Edelgassen: groep 18: gaan reageren niet op andere gassen.
Paragraaf 3 Ontleedbare stoffen: enkele ionen
Bestaat uit 1 soort atoom
Ionaire verbindingen= zouten
lading van het ion heeft te maken met hoeveel ionen het atoom heeft afgestaan + of heeft opgenomen –
alle enkelvoudige positieve ionen = metaal
alle enkelvoudige negatieve ionen = niet-metaal
Paragraaf 4 Ontleedbare stoffen: samengestelde ionen
Bestaat uit meerdere soorten atomen
Formule |
naam |
OH- |
Hydroxide-ion |
NO3- |
Nitraat-ion |
SO42 - |
Sulfaat-ion |
CO32- |
Carbonaat-ion |
PO43- |
Fosfaat-ion |
NH4+ |
ammonium |
Zouten trekken positieve en negatieve ionen elkaar aan = ionbinding
Verhoudingstabel: Eerst het positieve ion en dan het negatieve ion.
Wanneer een samengestelde-ion meer dat 1 keer voorkomt moeten de haakjes blijven staan
Paragraaf 5: Moleculaire stoffen en de massa van atomen
binding tussen de atoom in een molecuul = atoombinding
binding tussen de moleculen onderling = molecuulbinding
Lading en massa van een atoom =
Proton lading 1+ massa 1.0 u
Neutron lading geen massa 1.0 u
Elektron lading 1- massa verwaarloosbaar
Let op: Dus alleen de kern krijgt een massa!
Relatieve atoommassa gebruiken om uitrekenen
Paragraaf 6 molecuulmassa en massapercentage
- Eerst bereken je de massa van de molecuul uit
- Welk deel van het geheel moet ik de percentage uitrekenen?
- Kruislings vermenigvuldigen
Geheel X ? = 100 X deel
Paragraaf 7 kernreacties
Atoomsoort die straling uitzend = radioactieve stoffen
Stabiele atoomkern= veranderen niet vanzelf
Instabiele atoomkernen= verandering in atoomkern= straling=kernreactie= radioactief
Onder het uitzenden van staling gaat de kern over naar een andere kern
Kan niet horen, zien of voelen = Geigerteller
3 soorten doordringend vermogen
- Alfastraling = tegengehouden met een papiertje Bestaat uit heliumkern
- Bètastraling = tegengehouden met een boek
Bestaat uit elektronen
- Gammastraling= tegengehouden met halve meter beton Bestaat uit elektromagnetische straling
Eerst ontdekt tijdens de 2e wereldoorlog
Kunt veel energie in korte tijd vrijmaken. Bij een kernreactie komt straling vrij. Bij de stoffen die dan vrijkomen zijn de meeste ook weer radioactief.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden