NaSk Hoofdstuk 2 Stoffen

NASK samenvatting hoofdstuk 2 stoffen.

Ik kan uitleggen wat een stofeigenschap is.

Een eigenschap waaraan je een stof kan herkennen.

ik kan stoffen aan hun stofeigenschappen herkennen.

Ik kan voorbeelden van stofeigenschappen noemen.

-brandbaarheid

-geur

-smaak

-kleur

Ik kan de betekenis en uitleg van een gevarensymbool noemen.

Ik kan het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel benoemen.

zuivere stof=1 molecuul, (demi water, suiker, zout)

mengsel= bestaat uit meerdere stoffen (chocolade melk, cola)

Ik kan mengsels onderverdelen in oplossingen en suspensies.

Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en de vaste stof verdwijnt, is het een oplossing. Deze zijn altijd helder en je kunt er doorheen kijken.

Als een vloeibaar mengsel ondoorzichtig (troebel) is, kan het geen oplossing zijn. Dit is een suspensie

Ik kan omschrijven wat extraheren en filteren is.

Filteren= scheidingsmethode om een vaste stof te scheiden van een vloeistof met behulp van een filter 

Filter= deze gebruik je om de vaste stof van een vloeistof te scheiden.

Residu=de vaste stof die afgescheiden van de vloeibare stof.

Filtraat= de vloeibare stof die door het filter gaat. 

Extraheren= scheidingsmethode om oplosbare vaste stoffen te scheiden van niet-oplosbare vaste stoffen. 

 Met heet water, maar ook andere vloeistoffen, kun je geur-, kleur- en smaakstoffen uit vaste stoffen halen. Je krijgt dan een oplossing. Dit proces noem je extraheren.

Extraheren kan je vergelijken met thee maken; met heet water haal je de thee uit het theezakje. 

Het hete water is in dit geval het oplosmiddel! 

Ik kan benoemen wat een grootheid en een eenheid is en dit toepassen in een opgave.

Een grootheid is iets wat je kunt meten (bv; tijd, oppervlakte, luchtdruk, inhoud en snelheid)

Een eenheid is waar je grootheden in meet (bv; meter, centimeter, jaar, liter, km/u)

 Ik kan de massa van een voorwerp afwegen op de weegschaal.

 Ik kan het volume van een vloeistof aflezen op een maatcilinder.

 Ik kan het volume van een rechthoekig voorwerp berekenen (formule al gegeven)

Je berekent het volume van een rechthoekig voorwerp met de formule      V = l x b x h

 V= het volume in kubieke centimeter

l= de lengte in centimeter

b= de breedte in centimeter

h= de hoogte in centimeter

Ik kan het volume van een cilinder berekenen 

Je berekent de volume van een cilinder met de formule  π x straal² x hoogte

Ik kan het aantal ml omrekenen in het aantal kubieke cm3 en omgekeerd

1ml=1cm3!!

Ik kan het volume van een voorwerp bepalen met de onderdompelmethode

Zie bladzijde 50 in je boek

Ik kan uitleggen wat de dichtheid van een stof is

De dichtheid is de massa van 1cm3 van een stof. Dit is voor elke stof anders.

Ik kan de dichtheid van een vloeistof bepalen met de massa en het volume.

 Je kan voor de massa bijvoorbeeld gram of kilogram gebruiken en voor het volume kubieke meter of kubieke centimeter.

De formule om de dichtheid te berekenen is p=m ÷ v.

P= dichtheid  m= massa v= volume

Ik kan de dichtheid van een vaste stof berekenen met de massa en volume. Dichtheid is de hoeveelheid massa die aanwezig is in een bepaald volume. Het vertelt je dus hoeveel van een stof er in een bepaalde ruimte zit. De formule om de dichtheid te berekenen is p=m ÷ v. p is de dichtheid.

Ik kan de massa van een stof berekenen met de dichtheid en het volume. 

Weer de formule p=m : v.                                                                                                        Wiskundige Benadering: Alleen P en V zijn in dit geval ingevuld. Vermenigvuldig P en V. Het antwoord wat je hieruit krijgt, is de massa.

Logische berekening: Bv: P=3,8 gr. DUs dat betekent dat 1 cm3 van die stof 3,8 gram weegt. Stel je hebt 52cm3 aan die stof, dan doe je dus 52 x 3,8.

Ik kan de volume van een stof berekenen met de dichtheid en massa.         

Weer de formule p= m : v.

Wiskundige Benadering: Alleen P en M zijn in dit geval ingevuld. Deel de massa door de dichtheid. Het antwoord wat je hieruit krijgt, is het volume.

Moeilijke berekening: 0,12 = 58V. Je doet dus 58 0,12. (bereken op rekenmachine). Dit antwoord is 483. 483 is dus het volume.

Ik kan de onderdompelmethode gebruiken om de formule te berekenen.    

Steen: V= eindpunt-startpunt.

Ik kan aan de hand van de dichtheid verklaren waarom stoffen op elkaar drijven. 

De stof met de laagste dichtheid blijft op de stof met de hogere dichtheid drijven. Mochten de stoffen dezelfde dichtheid hebben, dan is er sprake van zweven.

 Ik kan de dichtheid van water benoemen.                                                                     1gram per cm3

Ik kan aan de hand van de dichtheid in een tabel de bijbehorende stof opzoeken.  Wanneer je de dichtheid van een stof hebt berekent (p=mv). Kan je de stof opzoeken in de tabel.

Ik kan aan de dichtheid bepalen of een vaste stof drijft of zinkt in een vloeistof. Mocht de dichtheid van de vaste stof hoger zijn dan die van de vloeistof, zinkt de vaste stof. Als dit niet zo is. Drijft de vaste stof.

Ik kan de rekenregels toepassen. Bv ml omrekenen naar l.