NaSk, hoofdstuk 2

Beoordeling 0
Foto van Iris
  • Samenvatting door Iris
  • 2e klas vwo | 466 woorden
  • 13 november 2024
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

HOOFDSTUK 4

PARAGRAAF 1, STOFEIGENSCHAPPEN

Stoffen kun je herkennen aan 4 eigenschappen:

  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Brandbaarheid

Gevarensymbolen:

  • Corrosief: Kan Materialen, ogen en huid ernstig aantasten.
  • Explosief: Kan door een vonk of schok ontploffen.
  • Ontvlambaar: Kan heel gemakkelijk in brand vliegen.
  • Oxiderend: Kan brandbare stoffen heviger laten branden.
  • Giftig: Kan je ernstig ziek maken/dodelijk zijn.
  • Schadelijk, irriterend: Is schadelijk, kan ogen en huid irriteren.

PARAGRAAF 2, ZUIVERE STOFFEN EN MENGSELS

Waar zijn stoffen uit opgebouwd?

Moleculen: Kleinste deeltjes waar een stof uit is opgebouwd.                                            Bekende:

  • H2O: Water
  • CO2: Koolstofdioxide

Wat voor soorten zijn er?

Is er maar 1 soort molecuul?

Ja: Zuivere stof.                            Nee: Mengsel.

Is het mengsel helder of troebel? (Alleen bij een vloeibaar mengsel!!)

Helder: Oplossing.                       Troebel: Suspensie.

Wat is extraheren?

Extraheren: Scheiden van stoffen die oplossen en stoffen die niet oplossen.

Oplosmiddelen: Water, alcohol.

Wat is filtreren?

Filtreren: Scheiden van stoffen met behulp van een filter. Dit geeft:

  • Residu: Blijft achter in het filter.
  • Filtraat: Gaat door het filter heen.

PARAGRAAF 3, MASSA EN VOLUME

Wat is massa?

  • Grootheid: Massa (m).
  • Betekenis: De hoeveelheid stof.
  • Eenheid: Kilogram (kg).

Gewicht: Hoe hard je op de weegschaal duwt. Afhankelijk van:

  • Massa.
  • Zwaartekracht.

Volume:

  • Grootheid: Volume (V)
  • Betekenis: Hoeveel ruimte de stof inneemt.
  • Eenheid: Kubieke meter (m³) of liter (L).

1 ton (t) = 1000 kg

Volume regelmatige voorwerpen berekenen:

     1. Zorg dat alle maten dezelfde maten hebben.

Balk:

     2. Schrijf de formule op: V = l x b x h (Volume is lengte keer breedte keer hoogte).

     3. Bereken het volume met deze formule.

Cilinder:

     2. Bereken de straal (Helft van de diameter).

     3. Schrijf de formule op: V = π x rx h (Volume is pi keer straal in het kwadraat keer hoogte).

     4. Bereken het volume met deze formule.

Volume onregelmatige voorwerpen berekenen:

Onderdompelmethode:

  1. Vul een maatcilinder tot een bepaalde hoogte met water.
  2. Lees de stand van het water af: De beginstand.
  3. Laat het voorwerp voorzichtig helemaal onder water zakken.
  4. Lees opnieuw de stand van het water af: De eindstand.
  5. Eindstand min beginstand is het volume van het voorwerp.

PARAGRAAF 4, DICHTHEID

Oppervlate: km2 - hm2 - dam2 - m2 - dm2 - cm2 - mm2

                    Iedere stap kleiner = :100

                    Iedere stap groter = x100

Volume: km3 - hm3 - dam3 - m3 - dm3 (=L) - cm3 (= ml) - mm

                    Iedere stap kleiner = :1000

                    Iedere stap groter = x1000

Dichtheid:

  • Grootheid: Dichtheid (ρ).
  • Betekenis: De massa van 1 cm3 van een stof.
  • Eenheid: Gram per kubieke centimeter (g/cm3).

Dichtheid is een stof eigenschap! Hoe dichter de stof op elkaar zit, hoe groter de dichtheid.

Dichtheid berekenen:

  1. Bepaal de massa en reken deze om naar gram.
  2. Bepaal het volume en reken deze om naar cm3.
  3. Bereken de dichtheid met de formule: ρ = m : V (Dichtheid is massa gedeeld door volume).

Drijven, zweven of zinken:

Als het voorwerp drijft: Dichtheid is lager.

Als het voorwerp zweeft: Dichtheid is even groot.

Als het voorwerp zinkt: Dichtheid is groter.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.