H. 1
1.2 Persoonlijke lening:
Lening aan een consument voor de aanschaf van duurzame consumptiegoederen zoals auto’s, meubels enz. Dit kun je krijgen indien je meerderjarig bent en als je over regelmatig inkomen beschikt. Hoe hoger je inkomen, hoe meer je kunt lenen.
1.3 Doorlopend krediet
Consumptief krediet, waarbij met de bank een bepaald bedrag wordt afgesproken dat maximaal geleend mag worden (kredietlimiet). Wordt alleen rente betaald over opgenomen bedragen.
1.4 Huurkoop en koop op afbetaling:
Koop op afbetaling: de koper is meteen eigenaar
Huurkoop: De koper is pas eigenaar als de laatste termijn betaald is.
1.5 Hypothecaire lening
Lening die je krijgt op onderpand van onroerend goed.
Ongedekt of blanco krediet: Lening die een bank verstrekt zonder enige vorm van zekerheid.
Hypotheekgever eigenaar van het onroerend goed en de hypotheeknemer is de bank.
De bank is de geldgever en de eigenaar is de geldnemer.
Lineaire hypothecaire lening: Er wordt elk jaar een vast bedrag afgelost en wordt rente betaald over het nog niet afgeloste deel.
Spaarhypotheek: gedurende de looptijd van de rekening wordt er niets afgelost en wordt er gedurende de looptijd van de rente over het totale hypotheekbedrag betaald.
H2:
Dit moet je doen/hebben als je een bedrijf op wilt richten:
1. Vestigingsvergunning: je hebt de juiste diploma’s nodig.
2. Toestemming voor vestigingsplaats: als je ergens een pand vind, moet je toestemming van gemeente en KvK hebben
3. Speciale vergunningen:
4. Inschrijven in handelsregister
5. Administratie: elk bedrijf is verplicht boekhouding bij te houden.
6. Vestigingsplaats
7. Investeringsbegroting: hierin staan alle zaken die je moet aanschaffen om een bedrijf te beginnen
8. Resultatenbegroting: hoe hoog je opbrengsten en kosten zullen zijn in een toekomstige periode.
9. Liquiditeitsbegroting: alle betalingen en ontvangsten komen hier te staan die je in een toekomstige periode moet doen.
10. Rechtsvorm
11. Verzekeringen: voorbeelden: wettelijke aansprakelijkheidsverzekering, opstalverzekering, verzekering voor inventaris en voorraden, overlijdensrisicoverzekering, bedrijfsschadeverzekering.
12. Financiering: waar moet je het geld dat je nodig hebt vandaan halen
13. Diversen: openen van girorekening, bankrekening.
2.3
Wanneer de ondernemer goederen inkoopt, moet hij btw betalen aan zijn leverancier. Deze btw krijgt hij terug van de fiscus.
2.4
De investeringsbegroting dient om vast te stellen hoe groot de financieringsbehoefte is, deze kunnen ingedeeld worden in 3 posten.
1. Vaste activa. Alle goederen waarin geld voor langer dan één jaar wordt vastgelegd.
2. Vlottende activa. Bezittingen waarin geld niet langer dan 1 jaar wordt vastgelegd:
a. Voorraden
b. Debiteuren
c. Nog te ontvangen bedragen
d. Vooruitbetaalde bedragen
e. Te vorderen btw
3. Liquide activa: Geldmiddelen die je nodig hebt om je dagelijkse betalingen te doen.
2.5
Voorbeelden lang vreemd vermogen: hypotheeklening, onderhandse lening.
Voorbeelden kort vreemd vermogen: Rekening-courant, ontvangen leverancierskrediet, ontvangen afnemerskrediet, vooruit ontvangen bedragen, nog te betalen bedragen, te betalen btw.
H3
Er zijn 6 factoren die een rol spelen bij de keuze van een rechtsvorm:
1. Aansprakelijkheid: Eenmanszaak: 1 iemand aansprakelijk voor alle schulden
vof: alle firmanten zijn met hun gehele bezit aansprakelijk voor alle schulden
2. leiding: Eenmanszaak: er is maar één eigenaar. Nadeel: geen overleg.
Vof: alle firmanten zijn eigenaar, hier is er wel overleg
3. Financiering: eenmanszaak: één persoon zorgt voor het eigen vermogen met als gevolg dat dit vaak van kleine omvang is.
Vof: Eigen vermogen is groter, omdat alle firmanten hun eigen eigen vermogen inbrengen.
4. Publicatieplicht: Bij een eenmanszaak en een vof hoeven jaarstukken niet gepubliceerd te worden
5. Continuïteit: Eenmanszaak: grote problemen bij ziekte eigenaar.
Vof: medefirmant kan het overnemen
6. Fiscale aspecten: voor de fiscus maakt het geen verschil wie eigenaar is. Beide gevallen wordt er inkomstenbelasting geheven over nettowinst.
Als je vof opricht dan hoef je geen akte van oprichting maken. Je kunt met je medefirmanten gewoon een mondelinge overeenkomst sluiten, maar het is wel raadzaam om een akte te maken. Je beste vrienden kunnen je ergste vijanden worden, zeker als het om geld gaat.
In een zodanige akte staat dit:
- Naam van de firma
- Inbreng van de firmanten
- Doel van de firma
- Winstregeling
- Namen van de firmanten
REACTIES
1 seconde geleden