Sociobiologische theorie:
De tak van biologie die zich bezighoudt met onderzoek naar de evolutionaire oorsprong van sociaal gedrag bij dieren, inclusief de mens.
- Edward Wilson en Willem Buikhuisen
Aangeleerd-gedragtheorie:
Criminelen verschillen niet wezenlijk van andere mensen. Ze hebben geen afwijkende persoonlijkheidskenmerken en ze hebben dezelfde doelen in het leven als alle andere mensen. Criminelen hebben alleen het verkeerde gedrag aangeleerd om die doelen te bereiken. Het gezin, de buurt en de vriendengroep zijn daarvoor bepalend.
- socioloog Edwin Sutherland
Gelegenheidstheorie:
Deze theorie is gebaseerd op de rationele keuzetheorie. Het niveau van criminaliteit wordt bepaald door de aanwezigheid van potentiële daders, de aanwezigheid van geschikte doelwitten en de afwezigheid van voldoende sociale bewaking. Met andere woorden: de gelegenheid maakt de dief. Voordeel van deze theorie is dat mensen zich er beter door gaan beveiligen. Als je weet dat de dader rationeel handelt, kun je je maatregelen nemen.
- Marcus Felson
Anomietheorie:
Deze theorie zoekt de verklaring voor criminaliteit in maatschappelijke ongelijkheid. Deze komt tot uiting in de kloof tussen de levensdoelen die mensen voor zichzelf stellen en de beperkte middelen die beschikbaar zijn om die doelen op legitieme wijze te bereiken. Volgens Merton wilt iedereen in de westerse samenleving zo hoog mogelijk op de maatschappelijke ladder komen. Omdat de erkende en wettige middelen om dat doel te bereiken ongelijk zijn verdeeld, lukt dat niet iedereen. Mensen kunnen hierop verschillend reageren. Sommigen accepteren hun beperkingen, anderen zoeken hun toevlucht tot niet-legitieme middelen als inbraak, fraude en drugshandel. Merton noemt deze vorm van normloosheid anomie.
- Amerikaanse socioloog Robert Merton
Etikketteringstheorie:
Ook wel stignatiseringstheorie genoemd. De sociale afwijzing van mensen is juist de oorzaak van hun crimineel gedrag. Als mensen het 'etiket' crimineel krijgen opgeplakt, worden zij gestimuleerd om zichzelf als zodanig te gaan gedragen. Volgens de theorie van Becker heeft bestraffing eerder méér dan minder afwijkend gedragd tot gevolg.
- Amerikaanse socioloog Howard Becker
Bindings- of integratietheorie:
Travis stelde de vraag waarom de meeste mensen juist geen misdaden plegen, immers, ieder mens is voor een deel tot het slechte geneigd. Volgens hem gedragen we ons nog redelijk netjes omdat we bindingen hebben die we niet zomaar op het spel zetten: je banden met familie en vrienden, met collega’s en werkkring en met het verenigingsleven. Deze vormen als het ware remmen op de criminele neigingen die iedereen heeft. Deze theorie suggereert dat door het herstellen van bindingen, criminaliteit kan worden bestreden.
- Amerikaanse criminoloog Travis Hirschi
Socialecontroletheorie:
Hoe minder de informele sociale controle en hoe slechter de relatie met de ouders is, des te meer kans op crimineel gedrag. Deze theorie heeft grote overeenkomst met de bindingstheorie van Hirschi. Verschil is dat Sampson en Laub meer nadruk leggen op de gevolgen van slechte bindingen, namelijk de gebrekkige sociale controle. Bij Hirschi vormen die slechte relaties of binden zelf de verklaring.
- Sampson en Laub
Theorieën over criminaliteit
- Samenvatting door een scholier
- 5e klas havo | 479 woorden
- 9 mei 2012
- 277 keer beoordeeld
277
keer beoordeeld
Bewaar of download dit verslag!
Om dit verslag toe te voegen aan je persoonlijke leeslijsten of te downloaden moet je geregisteerd zijn bij Scholieren.com.
25.036 scholieren gingen je al voor!
Geef een cijfer:
7
Probleem melden
Ook lezen of kijken

Waarom scholen meer moeten doen aan talentontwikkeling

Van vmbo naar mbo: 'Ik heb nu meer vriendinnen'

REACTIES
1 seconde geleden