6.2 samenwerking en conflict
Samenwerking: het proces waarin individuen, groepen en/of staten relaties vormen om hun handelen op elkaar af te stemmen voor een gemeenschappelijk doel.
Dit kan positieve gevolgen hebben voor de sociale cohesie tussen de betrokken actoren.
Redenen samenwerking: profiteren van sterke punten van de ander, samen staan we sterker (staking)
Nodig voor samenwerking? -> compromisbereidheid, onderling vertrouwen, wederzijdse acceptatie.
Voorbeelden:
Korte termijn: Werkstuk
Lange termijn: Europese Unie, NAVO
Conflict: een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken om de eigen doelen te bereiken. Actoren willen hun eigen doel behalen ten koste van anderen.
Voorbeelden:
Landen leggen elkaar sancties op, oorlogen, stakingen
Manifest (zichtbaar): Negeren (microniveau)
Latent (meer verborgen): Spionage (macroniveau)
Samenwerking |
Conflict |
Gemeenschappelijk doel |
Eigen doel |
Handelen op elkaar afstemmen |
Elkaar tegenwerken |
Collectief goed: schoon drinkwater, onderwijs, infrastructuur
= non-exclusief: niemand kan worden uitgesloten, iedereen mag evenveel.
Privaat goed: goederen waar mensen voor moeten betalen zoals; eten, abonnement op sportschool, vakantie, smartphone.
= exclusief; mensen kunnen worden uitgesloten,
Collectieve actie: mensen werken samen om een collectief goed te realiseren.
Dilemma van collectieve actie: Dilemma voor actoren met de keus wel of niet meedoen aan de samenwerking. Voordelen bij zowel niet als wel meedoen.
B.v.: helpen bij burgeroorlog
Free riders: actoren die wel profiteren van het collectieve goed maar er niet aan bijdragen.
b.v.: belasting onderduikers
6.3 paradigma’s over conflict:
Paradigma: Referentiekader van een wetenschapper. Bestaat uit een groep aan elkaar verwante theorieën.
Actor vs structuur: niveau van interacties en relaties tussen actoren (microniveau) of juist meer op macroniveau?
Consensus (maatschappelijke orde) vs conflict: gericht op evenwicht/stabiliteit/continuïteit of is de samenleving gericht op conflict?
Functionalisme-paradigma:
Gericht op structuren en consensus. (Samenleving is een levend wezen, elk deel heeft zijn eigen functie en vormt samen het lichaam) In de samenleving: mensen en taken hebben hun eigen functie en dragen op hun eigen manier bij aan het gehele maatschappelijke systeem.
Conflict= uitzondering, ontstaan omdat relaties tussen actoren niet goed functioneren. Conflicten kunnen consensus aantasten. Bij een conflict moet de samenleving weer in evenwicht komen.
Conflict-paradigma:
Gericht op structuren en conflict. Conflicten horen bij de samenleving. Conflicten zijn niet altijd negatief; ze zorgen voor maatschappelijke veranderingen. Bv: mannen en vrouwen gelijkheid.
Sociaalconstructivisme-paradigma (functionalisme):
Gericht op gedrag van individuele actoren. Onderzoek naar betekenis die actoren geven aan handelingen van henzelf en van anderen (b.v. in situaties van conflict en samenwerking)
Rationele-actor paradigma:
(aan de Conflict kant)
Gericht op gedrag van actoren, maar vooral hoe zij omgaan met tegengestelde doelen of belangen. Heeft een conflict mogelijke voordelen ten opzichte van samenwerken? -> afweging maken tussen 2 mogelijkheden
Bij samenwerking: sociale cohesie moet in stand gehouden worden. Samenwerking moet niet eenmalig zijn, maar herhaaldelijk voorkomen.
6.4 Rationalisering
Technische rationaliteit: Het doelgericht inzetten van middelen om zo efficiënt en effectief mogelijke resultaten te behalen.
b.v.: boeren behalen meer opbrengst met minder arbeid (efficiënt) en meer taakverdeling.
Wetenschappelijke rationaliteit: Het ordenen en systematiseren van de werkelijkheid met de bedoeling haar voorspelbaar en beheersbaar te maken -> fundamenteel inzicht in de wetenschap.
Maatschappelijke rationaliteit: Mensen ontwikkelen allerlei organisaties, instellingen en wetten die worden toegepast in de samenleving.
b.v.: democratische rechtstaten en verzorgingsstaten.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden