Wat voor type docent zou jij zijn?

De creatieve chaoot of de meesterplanner? Doe in 1 minuut de quiz en ontdek ook op welke YouTube-leraar je het meest lijkt.

Naar de quiz

Massamedia hoofdstuk 1

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 467 woorden
  • 19 november 2009
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer7.6
10 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
Maatschappijwetenschappen
Massamedia

1. Communicatie en massamedia

Massamedia= massacommunicatie= gedrukte media (bv. Kranten en tijdschriften), audio visuele media (bv. radio en televisie) en digitale media (bv. Internet).

Communicatie vindt plaats tussen een zender en een ontvanger. De zender verstuurd een boodschap die kan worden ontvangen door de ontvanger. Voorbeelden hiervan zijn; feiten, plannen en gevoelens. Wanneer de ontvanger hierop reageert, spreken we van feedback of terugkoppeling.

Communicatie kan plaatsvinden doormiddel van twee processen, namelijk:
* Informatie overdracht
* Beïnvloeden van de onderlinge relatie

Ieder communicatieproces kent vijf basiselementen;
* Zender (Wie)
* Boodschap (Wat)
* Kanaal of medium (Hoe) (verbaal of non-verbaal)
* Ontvanger (Tegen wie)
* Mogelijke gevolgen (Welk effect)

Een boodschap word door de zender vanuit een gedachte omgezet naar woord of gebaar, dit noemt met encoderen.

Het omzetten van de boodschap door de ontvanger, in de bedoelde boodschap noemt met decoderen.

Als er ergens in het communicatieproces een verstoring optreed, noemen we dit een ruis.

Aan de hand van bovenstaande informatie is een overzichtelijke schema op te stellen:

De inpakt en de uitpakt van de boodschap zijn sterk afhankelijk van de referentiekaders van de zender en de ontvanger. Een referentiekader is het geheel van je waarden, normen, standpunten, kennis en ervaringen.

We onderscheiden een aantal vormen van communicatie;
* Directe communicatie tegenover indirecte communicatie:
Bij directe communicatie is er spraken van persoonlijk contact. Bij indirecte
communicatie komt er een technisch hulpmiddel aan te pas, zoals een telefoon.
* Eenzijdige communicatie tegenover meerzijdige communicatie:
Bij eenzijdige communicatie gaat het over eenrichtingsverkeer, dus als men de krant lees. Bij meerzijdige communicatie wisselt de deelnemers tijdens het
gesprek afwisselend zender en ontvanger.
* Verbale communicatie tegenover non-verbale communicatie:
Bij verbale communicatie komen er worden aan te pas, dit kan dus door te
schrijven of te praten. Bij non-verbale communicatie, gaat de communicatie
doormiddel van bijvoorbeeld gebaren.
* Interpersoonlijke communicatie tegenover massacommunicatie:
Interpersoonlijke communicatie is directe communicatie, tussen personen
waarbij spraken is van (non-)verbale feedback. Bij massacommunicatie
is er spraken van eenzijdige communicatie voor een groot aantal ontvangers.

Massacommunicatie heeft de volgende kenmerken:
* De informatie is openbaar en voor iedereen toegankelijk
* De relatie tussen zender en ontvanger is onpersoonlijk
* Er is spraken van een relatief onbekend publiek
* De communicatie loopt meestal eenzijdig. De ontvanger kan meestal alleen indirect
en achteraf reageren.
* De zender kan niet controleren of de boodschap is aangekomen.
* De ontvanger bepaalt voor een groot gedeelte zelf hoe en of hij de boodschap
gebruikt.

Massamedia breng talloze boodschappen over, we kunnen deze als volgt grofweg indelen;
* Amusement, voorbeelden hiervan zijn de Donald Duck en de film van Bruce Willis.
* Nieuws, denk hierbij aan het journaal op internet, tv en radio.
* Reclame, denk hierbij aan tv-commercials en advertenties op de radio.
* Meningsvorming, denk hierbij aan talkshows en documentaires op radio en tv.
* Kunst of cultuur, denk aan een toneelstuk of aan een tv-zender als TMF.
* Educatie en onderwijs, denk aan de Teleac of de schoolkrant.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.