Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Hoofdstuk 1 Communicatie en massamedia

Beoordeling 10
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 246 woorden
  • 15 mei 2011
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 10
3 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
§ 1.1
Communicatie is er altijd

Informatie informatie informatie

Zender  boodschap encoderen  medium  boodschap decoderen  ruis  ontvanger

Wie? Wat? Hoe? Tegen wie?

Boodschap bestaat uit informatie (feiten, plannen, gedachten, gevoelens, gedragingen)

Ontvanger reageert = feedback/terugkoppeling

Zender = persoon, een groep personen, organisatie, bedrijf

Medium = manier van communiceren

Non-verbaal = communicatie zonder woorden

Verbaal = communicatie met woorden


Hulpmiddel als de afstand te groot is (telefoon, webcam, tv)

Encoderen = het omzetten van gedachten naar tekens of andere waarneembare uitingen

Decoderen = terugvertalen van de boodschap naar de veronderstelde betekenis

Communicatie-effect = het gedrag, de ideeën en opvattingen kunnen worden beïnvloed door de ontvangen boodschap

Feedback = reactie van ontvanger op de boodschap van de zender

Referentiekader = geheel van je persoonlijke waarden, normen, standpunten, kennis en ervaringen

Communicatiestoornissen/ruis = verstoring of misvorming van het communicatieproces


§ 1.2
Bij directe communicatie is er sprake van persoonlijk contact tussen personen.

Bij indirecte communicatie wordt een hulpmiddel gebruikt (telefoon, brief, e-mail, chatboxen)

Eenzijdige communicatie: eenrichtingsverkeer (radio, tv, kranten, films)

Meerzijdige communicatie: deelnemers tijdens gesprek afwisselend zender of ontvanger

Interpersoonlijke communicatie = directe communicatie en directe (non-)verbale feedback

Massacommunicatie = eenzijdig/unilateraal, gericht op een groot publiek (kabinetsberaad is interpersoonlijke communicatie, discussie van politicie op tv is massacommunicatie)


6 belangrijke kenmerken van massacommunicatie:

● Openbaar/voor iedereen toegankelijk

● Onpersoonlijk

● Heterogeen + relatief onbekend publiek

● Meestal eenzijdig

● Geen directe feedback

● Ontvanger bepaalt hoe het medium gebruikt wordt

Interactiviteit = mogelijkheid voor massamedia tot wederkerigheid in communicatie (sms, e-mail)

Dragers van openbare boodschappen: dag- en weekbladen, tijdschriften, boeken, films, radio, tv, internet

Groepen boodschappen:

● Amusement

● Nieuws

● Reclame (nieuwe of goedkope producten, naamsbekendheid van een merk of bedrijf

vergroten)

● Meningsvorming

● Kunst of cultuur

● Educatie en onderwijs

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.