Maatschappijwetenschappen
Verschillen tussen cultuurrelativisten en cultuuruniversalisten
- De cultuurrelativisten zeggen alle culturen zijn gelijkwaardig aan elkaar, je kunt hun alleen beoordelen naar maatstaven van hun eigen cultuur. Vb. als in een bepaalde cultuur uithuwelijken normaal hoef je hier niet tegen in te treden
- De cultuuruniversalisten daarin tegen zijn het hier niet mee eens zij zeggen er gelden voor iedereen algemene waarden. Vb. er moet tegen worden opgetreden als er bepaalde culturen bestaan waar tradities haaks slaan op de universele waarden.
Socialisatie
Socialisatie is het dwingend proces waarbij iemand, bewust en onbewust, de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn groep krijgt aangeleerd. Vb. een Turkse man komt in Nederland wonen en accepteert deze normen en waarden.
Discriminatie
We spreken van discriminatie als de ongelijke behandeling van mensen op grond van groepskenmerken die in de gegeven situatie niet van belang zijn. Vb. als een werkgever liever mannen dan vrouwen in dienst neemt.
Positietoewijzing
De manier waarop de ontvangende samenleving immigranten een plaats toewijst. Vb. doormiddel van inburgeringscursussen, extra aandacht op scholen.
Positieverwerving
De manier waarop immigranten er zelf in slagen een positie in de nieuwe samenleving te veroveren. Vb. studie.
Sociale categorisatie
Het identificeren van individuen als lid van een bepaalde groep. Vb. man of vrouw, allochtoon of buitenlander
Identificatie (primair en secundair)
- Primair bepaald bij geboorte. Vb. afkomst, sekse.
- Secundair bepaald door eigen keuze. Vb. vriendengroep, religie.
Dominante, tegen- en subcultuur.
- Dominante cultuur: hoofdcultuur. Vb. eten met mes en vork, handen wassen na het plassen.
- Subcultuur: cultuur binnen de dominante cultuur. Vb. islamitische cultuur
- Tegencultuur: verzetten zich tegen de dominante cultuur. Vb. feminisme.
Stereotypering
- Negatieve beeldvorming. Vb. Marokkaanse jongens komen vaker met justitie in aanraking maar dat wil niet zeggen dat ze allemaal vaker met justitie in aanraking komen.
Internalisatie
- Bepaalde gewoonten en gedragingen zo eigen maken, dat je jezelf automatisch gedraagt zoals van je verwacht word. Vb. je hand voor je mond als je hoest.
Cultureel kapitaal
- Door een beperkt intellectueel klimaat niet of nauwelijks ondersteund of gestimuleerd worden bij studie of interesses. Vb. ouders kennen het schoolsysteem niet en kunnen hun kinderen dan ook niet helpen.
Etniciteit
- Behoren tot een volk/groep. Vb. Islam, Christendom, Atheïsten of Nederlanders, Marokkanen.
Identiteit
- Je willen vergelijken me andere leden van een groep.
- Je persoonlijkheid
Sociale stratificatie
- Een verdeling van de samenleving in maatschappelijke lagen waartussen een verhouding van sociale ongelijkheid ontstaat. Vb. de elite zoals burgemeesters en de aan de andere kant de mensen die afhankelijk zijn van een uitkering
Push en pull factoren immigratie
- Pullfactoren factoren die een land aantrekkelijker maken voor een migrant.
- Pushfactoren factoren die een migrant ertoe zetten om zijn woonplaats te verlaten.
REACTIES
1 seconde geleden