Hoofdstuk 4
1 Wat is een pluriforme samenleving?
Pluriforme samenleving = een samenleving waarin veel verschillen tussen mensen bestaan in levensstijl, godsdienst en andere cultuurkenmerken.
Cultuur = alle waarden (overtuigingen), normen (ideeën), gewoonten en andere kenmerken die de leden van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen.
Waarden en normen zijn belangrijke cultuurkenmerken.
Functies van een cultuur:
- De cultuur bepaalt waar je bij hoort en is een deel van je persoonlijkheid - socialisatiefunctie.
- mensen hebben door hun cultuur een gemeenschappelijk referentiekader met deels dezelfde ..normen, waarden en gewoonten.
- gedrag regulerend - stuurt het gedrag van mensen zodat dat geordend en voorspelbaar verloopt.
Dominante cultuur = cultuur waar de meerderheid van de bevolking het mee eens is.
Hierin bestaan talloze kleine subculturen -> wanneer binnen een groep sommige waarden, normen, gewoonten en andere cultuurkenmerken afwijken van de dominante cultuur.
Culturele diversiteit = Dat er veel verschillende subculturen en levensstijlen bestaan.
Nederland is altijd een land van culturele verschillen geweest. De nieuwkomers die vanaf 1945 vanuit alle delen van de wereld naar Nederland kwamen hebben deze diversiteit vergroot.
Zes diverse factoren die samenhangen met culturele diversiteit:
- woonomgeving , Woon je bijvoorbeeld in een stad of in een dorp?
- generatie, Ouderen en jongeren hebben een ander referentiekader. (perspectief)
- maatschappelijke positie, opleiding, beroep en inkomen.
- gender, is waarmee we de culturele verschillen tussen mannen en vrouwen aangeven. Dit heeft ook ..te maken met de rolpatronen = algemene verwachtingen en opvattingen over hoe iemand zich hoort …te gedragen. (soms voelen mannen zich Bijv. meer vrouwen)
- migratie achtergrond, Vooral in grote steden is er een grote diversiteit aan etnische subculturen = ..wanneer mensen zich onderling verbonden voelen door hun land van herkomst en de daarbij ..horende waarden, normen, gewoonten en andere cultuurkenmerken.
- godsdienst en levensbeschouwing, bij elke godsdienst of kerk horen specifieke culturen, gebruiken en ...feestdagen.
Sommige kenmerken van de Nederlandse cultuur veranderen we niet: verbod op moord bijv.
Op andere gebieden zijn culturen voortdurend in ontwikkeling: seksuele diversiteit enz.
Veranderingen vinden vaak plaats onder invloed van subculturen en tegenculturen =
groepen die zich verzetten tegen (delen van) de dominante cultuur en die willen veranderen.
Bijv. de tegencultuur die ervoor heeft gezorgd dat vrouwen en mannen gelijk worden behandelt.
Sociale cohesie = het is belangrijk dat mensen het gevoel hebben dat ze bij elkaar horen en onderling verbonden zijn.
sterke cohesie -> mensen zijn bereid om rekening met elkaar te houden
zwakke cohesie -> er is meer wantrouwen en zijn mensen minder bereid zich voor elkaar in te zetten.
2 Cultuur en identiteit
Socialisatie = het proces waarbij iemand bewust en onbewust de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van de groep of groepen waar hij bij hoort aanleert.
Socialisatie speelt een rol bij voortbestaan van cultuur maar ook bij cultuurverandering.
socialiserende instituties = groepen en organisaties die specifieke waarden, normen en gewoonten overdragen. Zoals school, gezin, werk, de vriendenkring. Maar ook:
overheid -> vormen normen en waarden waar iedereen zich aan moet houden.
media -> grote invloed op het denken en het gedrag van mensen.
Manieren van socialisatie:
1. Imitatie, Je neemt bijv. gedrag over van mensen die belangrijk voor je zijn of van groepen waar je bij ….wilt horen. Dit doe je eigenlijk je hele leven.
2. Informatie, denk hierbij aan regels die gelden in het gezin, sportclub enz. Deze kunnen formeel zijn ….maar ook informeel.
Sociale controle = De manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich aan de geldende normen te houden. Je kan formele sociale controle hebben(formele regels), of informele sociale controle(informele regels)
Sociale controle vind plaats onder invloed van positieve of negatieve sancties.
Socialisatie leidt uiteindelijk tot internalisatie =
waarden, normen en gewoonten eigen maken en zich automatisch gedragen zoals hun omgeving van hen verwacht.
Als veel mensen zich tegen deze normen inzetten, kan dit leiden tot cultuur verandering. (zwarte piet)
Door socialisatie ontwikkelt ieder mens:
persoonlijke identiteit, het beeld dat iemand van zichzelf heeft.
sociale identiteit, het deel van je zelfbeeld dat is afgeleid van de groepen en culturen waar je bij hoort.
Wie we zijn is dus een mengeling van aangeboren eigenschappen en aangeleerde eigenschappen.
Cultuur verschilt in de loop van de tijd maar ook per plaats en per groep (cultuur is dynamisch).
Geert Hofstede (Nederlandse socioloog) heeft onderzoek gedaan naar cultuurverschillen. Hij keek hierbij naar een aantal belangrijke dimensies:
- grote versus kleine machtsafstand, minder machtige leden in een groep of samenleving accepteren ….dat de macht ongelijk verdeeld is.
….grote machtsafstand in land – gehoorzaamheid en volgzaamheid zijn belangrijke waarden. (Azië)
….kleine machtsafstand in land – zelfverzekerdheid en mondigheid zijn belangrijk. (Noordwest-Europa)
2. individualisme versus collectivisme, individualisme is een samenleving waarin de banden tussen ….mensen vrij los zijn. Er wordt veel gedacht aan eigen belangen.
….collectivisme is een samenleving waarbij mensen vanaf geboorte al bij een sterke en hechte groep ….horen, de belangen van de groep (familie) wegen zwaarden dan die van het individu.
3. masculiniteit versus feminiteit, rolverdeling tussen mannen en vrouwen.
feminiene cultuur, lopen de taken van mannen en vrouwen min of meer in elkaar over.
masculiene cultuur, de rolpatronen zijn duidelijk gescheiden. (mannen mogen veel meer) - lage versus hoge onzekerheidsvermijding, angst voor de toekomst binnen de samenleving.
hoog, mensen hebben meer behoefte aan duidelijkheid en voorspelbaarheid en aan formele en ….informele regels. (controle en aanpassing)
laag, er wordt minder nadruk gelegd op regels, uiteenlopende meningen worden geaccepteerd en ….afwijkend gedrag wordt als positief gezien.
5. gerichtheid op de lange termijn versus korte termijn, maatschappij gericht op.de toekomst of heden.
….toekomstgerichte – de bevolking maakt meer plannen en spaart ook meer. (geduld)
….heden – pluk-de-dagmentaliteit, heeft behoefte aan resultaten op de korte termijn.
Deze dimensies zie je zowel binnen landen maar ook tussen dominante- en subculturen.
Of de ene cultuur beter is dan de andere, of dat culturen gelijkwaardig zijn daarover zijn verschillende meningen, dit zijn 2 visies:
- cultuurrelativisme, culturen zijn gelijkwaardig aan elkaar. Je geeft geen oordeel over andere culturen.
- cultuuruniversalisme, je gaat uit van het bestaan van een universele waarde voor iedereen.
Mensenrecht die zijn vastgelegd in het universele verklaring van de Rechten van de Mens (1948), …….zijn voorbeeld hiervan.
Etnocentrisme = manier van kijken waarbij de eigen groep wordt gezien als het middelpunt van alles en alle andere daaraan afmeten.
3 wij en zij
Wij-zij-denken =
een groep wordt niet alleen geïdentificeerd door wie er wel bij hoort, ingroup - positief beeld van zichzelf. Maar ook door wie er niet bij hoort, de outgroup - veelal een negatief beeld over.
Categoriseren of hokjes denken =
Je brein plaatst mensen, voorwerpen of situaties automatisch in hokjes. Hokjes over mensen zijn voor een groot deel gebaseerd op stereotypen -> een vaststaand beeld van een groep mensen die je allemaal dezelfde kenmerk of dezelfde kenmerken toeschrijft.
Deze stereotypen krijg je allemaal mee bij socialisatieprocessen ( gezin, vrienden enz.) Maar ook de media speelt een grote rol bij deze beeldvorming.
Vooroordelen =
iemand beoordelen op aangeleerd beeld en niet op de feiten. Deze zijn meestal negatief.
Het gevaar van stereotypen en vooroordelen:
1. Discriminatie, het ongelijk behandelen van individuen of groepen op grond van kenmerken die in de ….gegeven situatie niet van belang zijn. Je hebt zowel bewuste als onbewuste discriminatie.
2. Racisme, kwetsende en vernederende uitspraken over of discriminatie van mensen op basis van ….huidskleur of afkomst. Deze kan bewust zijn of:
institutioneel racisme = wanneer ongelijke behandeling op grond van huidskleur en afkomst is / ….vastgelegd in regels en procedures van organisaties.
Denk bijv. aan etnisch profileren door politie – donkere mensen worden vaker opgepakt.
Gevolgen -> racisme en discriminatie zorgen voor sociale ongelijkheid en houden deze in stand. Slachtoffers hebben een negatiever zelfbeeld en moeten sneller naar de psycholoog.
Xenofobie =
dat mensen haat dragen op alles wat als vreemd wordt ervaren, dit kan leiden tot agressie en geweld. Meestal komt dit door angst om hun eigen cultuur te verliezen.
Polarisatie =
wanneer twee groepen burgers steeds meer tegenover elkaar komen te staan.
In de media wordt heel erg gekeken naar beide zeiden, er is minder aandacht voor het midden, ook wel het stille midden genoemd. -> mensen zonder mening, twijfels hebben enz.
Verschillende reacties van mensen in de outgroup:
1. Ze stappen naar de rechter.
2. Ze keren zich af van de samenleving en trekken zich terug in de eigen groep.
3. Ze keren zich tegen de maatschappij of groep die en uitsluit en gaan deze bestrijden.
Het is noodzakelijk om de negatieve gevolgen van wij-zij-denken tegen te gaan en een
inclusieve samenleving te vormen:
een samenleving waarin iedereen ongeacht afkomst, geloof, geslacht, geaardheid of handicap mee mag en kan doen.
4 Migratie naar Nederland
Migreren = verhuizen naar een ander land.
pushfactoren -> omstandigheden die iemand motiveren om zijn land te verlaten.
pullfactoren -> omstandigheden die een land aantrekkelijk maken voor een migrant.
3 belangrijke motieven voor migratie:
1. Economische motieven, ze kunnen geen werk vinden of ontvluchten de armoede.
2. Politieke motieven, ze vertrekken vanwege de politieke situatie (oorlog of meningen)
3. Sociale motieven, om bij familie in ’t buitenland te wonen.
2 belangrijkste groepen migranten vanaf 1945:
1. Inwoners uit voormalige koloniën, zoals Indisch Nederlanders, Molukkers, Surinamers, of uit het ….Caribische deel ofwel Nederlandse Antillen.
2. Gastarbeiders, vaak mannen die naar Nederland kwamen voor een betere baan en inkomen. Veel ….Spanjaarden, Italianen en Grieken zijn terug gegaan, veel Marokkanen en Turken zijn gebleven.
Restrictief toelatingsbeleid =
Wil zeggen dat Nederland strenge voorwaarden stelt aan wie hier mag blijven. Hierbij worden gekeken naar de 3 eerder genoemde motieven. Belangrijkste groepen migranten:
- vluchtelingen, als zij vervolgd worden vanwege hun geloof, politieke overtuiging of seksuele …..geaardheid of als zij op de vlucht moeten vanwege oorlogsgeweld. De meeste vluchtelingen zoeken …..onderdak in eigen land of in de regio (buurtlanden). Een klein deel vlucht naar het westen
Iemand die asiel aanvraagt (asielzoeker) moet geldige identiteitsbewijs hebben en kunnen aantonen …. dat hij of zij gevaar loopt in het land van herkomst.
Eerst kwamen asielzoekers meer uit Sri Lanka, Somalië en Joegoslavië. Sinds 2015 komen ze meer …..uit Afghanistan en Syrië.
klimaatvluchtelingen -> mensen die moeten vluchten vanwege het klimaat, sommige mensen ….,voorspellen dat deze vluchtelingen in de toekomst zullen toenemen. - arbeidsmigranten binnen de EU, In het verdrag van Schengen (1985) en het verdrag van Maastricht ….(1992) staat dat inwoners van EU-lidstaten zich mogen vestigen in de hele EU.
Veel polen, Roemenen en Bulgaren komen werken in Nederland, dit zijn arbeidsmigranten. Wij ….kunnen ook niet zonder ze want door vergrijzing hebben we veel banen over die deze mensen ….kunnen opvullen voor vaak een laag salaris. - kennismigranten van buiten de EU, Uit landen als Verenigde staten, Japan, China, Zuid-Korea en ….India komen hoger opgeleide mensen naar Nederland die kennis met zich mee brengen. Bijv. voor ….de ICT-sector enz.
- volgmigranten, migratie als gevolg van gezinshereniging en gezinsvorming.
gezinshereniging -> mensen die legaal in Nederland verblijven en hun gezinsleden laten overkomen.
gezingsvorming -> een Nederlander of iemand met een verblijfsvergunning die met een …..buitenlander trouwt en hier een gezin sticht. Enkele voorwaarden hiervoor:
- beide partners minimaal 21 jaar oud.
- de nieuwkomer moet slagen voor het basisexamen inburgering.
- inkomenseis van 120 procent van het minimumloon.
- kinderen worden alleen toegelaten als zij bij aanvraag jongen dan 18 waren.
Illegalen =
mensen die geen wettige toestemming hebben om hier te wonen en te werken. Armoede is geen rede om naar Nederland te komen, deze mensen moet officieel dus weer terug naar land van herkomst.
Als je geen vergunning krijgt om in NL te komen wonen moet je binnen 28 dagen terug naar land van herkomst. Soms is dat niet mogelijk omdat je eigen land jou niet meer wil hebben. Dan blijven deze mensen in opvangen in NL.
oplossing -> Nederland wil de landen van herkomst gaan belonen als ze deze mensen terug halen.
5 Europese dillema’s
Irreguliere migratie =
mensen hebben geen geldige documenten zoals paspoort enz. om een land binnen te komen. Ze maken de tocht vaak onder gevaarlijke omstandigheden. Ook deze mensen mogen asiel aanvragen.
Verschillende kanten van meningen over vluchtelingen:
- De morele kant, wat is etnisch (cultureel) gezien ‘het goede’ doen? Is dat mensen hier onderdak ….geven of in de eigen regio zodat ze niet de gevaarlijke reis naar de EU hoeven te maken bijv.
het gaat ook over de morele verplichtingen: zorg voor het welzijn van de eigen bevolking binnen de ….grenzen en zorg voor mensen in nood buiten.
2. De belangenkant, met name het eigen belang van zowel de overheden als bij de burgers. Ze willen ….hun cultuur niet verliezen maar zijn bijv. ook bang dat vluchtelingen sneller huizen krijgen dan zij zelf.
een belang waardoor mensen juist voor zijn is bijv. dat deze mensen Arbeidspotentieel zijn
3. Onmacht, we kunnen mensen niet tegenhouden zolang we de buitengrenzen niet kunnen sluiten. ….Kritische stemmen zeggen dat het niet onmogelijk is maar meer politieke onmacht. - Het internationale recht, lidstaten hebben zich in het VN-Vluchtelingenverdrag verplicht opvang te ….bieden aan erkende vluchtelingen. Ook staat in de Universele Verklaring van de Rechten van de ….Mens dat iedereen recht heeft om asiel aan te vragen. Het weigeren hiervan is dan ook verboden.
Waarom is één samenhangend en duidelijk Europees asiel- en migratiebeleid zo moeilijk:
- verschillen in pluriformiteit (verschillende culturen in land),
West-Europa -> hebben al veel meer ervaring met niet-Europese migranten.
Oost-Europa -> zijn homogeen en uniform qua etniciteit en geloof. (angst voor culturele diversiteit)
2. solidariteit (samenwerken),
in de Dublin-verordening staat dat het land waar asiel wordt aangevraagd deze persoon ook moet ….opvangen. Vooral landen langs de middellandse zee hebben veel te veel aanvragen.
De solidariteitsafspraak ‘ asielzoekers verdelen over de overige lidstaten’ zou dit moeten verbeteren ….maar Polen, Hongarije en Tsjechië willen niet mee werken.
3. nationale belangen,
Lidstaten moeten ook rekening houden met hun eigen nationale veiligheid, de mogelijkheid om ….vluchtelingen onderdak te bieden en de publieke mening van ’t land. Hierdoor heeft ieder land een ….ander toelatingspercentage en minder landen die ze toelaten.
4. verschillen in integratiebeleid,
hierbij wordt gekeken naar toegang tot arbeidsmarkt en onderwijs, mogelijkheden voor een ….permanente verblijfsvergunning, gezinsvorming en -hereniging en antidiscriminaliteit. Landen met ….een lage score hebben minder aanvragen.
6 patronen van integratie
Voorstander van assimilatie, vinden dat nieuwkomers hun eigen culturele identiteit moeten opgeven en zich volledig moeten aanpassen aan de dominante cultuur.
De overheid wil dat je de Nederlandse taal spreekt, de dominante cultuur respecteert en actief deelneemt aan de samenleving door bijv. werk of studie.
Integratie = het samen gaan van cultuurgroepen door wederzijdse aanpassing.
In een opensamenleving hebben mensen veel vrijheid om hun eigen normen & waarden te behouden.
De vrijheden zie je goed terug in de volgende grondwetten:
- discriminatie is verboden!
- iedereen heeft recht om zijn godsdienst of levensovertuiging te uitdragen.
- iedereen mag zijn eigen dachten of gevoelens openbaar maken.
- er bestaat vrijheid van onderwijs.
Drie reacties op verandering:
- vermijding,
Migratie gaat geleid met vervreemding en verlies. Zowel de nieuwe mensen als mensen die hier al …. wonen hebben te maken met vervreemding. Vaal is de eerste reactie hierdoor vermijding.
segregatie = groepen die gescheiden van elkaar leven.
Vier functies van segregatie op korte termijn:
- verminderd de conflicten tussen bevolkingsgroepen.
- vergemakkelijkt de sociale controle binnen eigen groepen.
- Het biedt mogelijkheden een stem te hebben in de politiek.
- makkelijker om eigen groepsidentiteit of levensstijl te behouden.
- Conflicten,
Groepen komen elkaar tegen en er ontstaan verschillende conflicten:
- sociaal-culturele, hangen vooral samen met waarden en normen, opvattingen en gewoonten.
Tegenstrijdige ambities spelen hierbij een rol, want je wil je cultuur behouden maar ook mengen.
- sociaaleconomische, drie bronnen spelen hierbij een rol:
we zijn bijv. bang voor verdringing op de arbeidsmarkt.
Wie heeft er recht op sociale zekerheid? (financiële risico’s zoals pensioenen)
discriminatie op de arbeidsmarkt. ( steeds meer integratie paradox -> meer inspanningen)
- politiek-juridische conflicten, Het gaat hierbij om de macht in het land. Nederlanders zien ………..zichzelf nog steeds als Eigenaar, maar migranten zien zichzelf ook als mede-eigenaar. Dit Botst.
Dicalisering = Wanneer de ruzies zo heftig worden dat het tegen de waarden en normen van de ….democratische rechtsstaat ingaat.
- Aanvaarding,
twee politieke benaderingen die tegenover elkaar staan bij een wenselijke toekomst :
Nationalistisch, een focus op de eigen natie en het bevorderen van nationale belangen en identiteit. ….Kosmopolitisch, een meer wereldwijde oriëntatie, waarbij men openstaat voor verschillende ….culturen en internationale samenwerking.
7 Nederland verandert
Verzuiling = mensen organiseerden zich rond hun geloof of overtuiging, ze mochten zelfs niks te maken hebben met andersdenkenden. ( tot jaren 60 van vorige eeuw)
De politieke partijen werkten wel over de zuilen heen en sloten compromissen.
Ontkerkelijking = mensen beschouwden zich niet meer als lid van kerkgenootschappen.
verklaring -> ontstaan van verzorgingsstaat (overheid zorgt voor welzijn burgers)
seculiere samenleving = dat religie minder belangrijk is geworden in het openbare leven en dat het nu meer als iets persoonlijks wordt beschouwd.
Individualisering = mensen begonnen zichzelf steeds meer als individu te zien.
We hebben bijvoorbeeld veel meer vrijheid dan vroeger, maar daarbij komt wel dat we ook meer ….verantwoordelijkheid hebben. Dit leidt tot keuzestress en prestatiedruk.
Ook zijn de bindingen met andere losser, wat leidt tot eenzaamheid.
Globalisering = de ontwikkeling waardoor mensen wereldwijs steeds meer met elkaar verbonden raakten, door bijv. internationale handel enz.
globalisering vergroot je mogelijkheden en verruimt je blik maar heeft ook nadelen, Nederland is …gevoelig voor veranderingen, dit heeft gevolgen voor de cultuur en de nationale identiteit.
Emancipatie = mensen streven actief naar gelijke rechten en gelijke behandelingen.
voorbeelden zijn
- Vrouwenemancipatie (1960), vrouwen werden onafhankelijker.
- Homo-emancipatie (2001), homo seksuele kregen ook gelijke rechten.
LHBTI+-beweging = strijdt voor erkenning van geslacht voor mensen die zich geen man-vrouw voelen.
- van etnische minderheden, eisten meer hun plek op in de Nederlandse samenleving.
Sinds 1960 is de Pluriformiteit in Nl toegenomen en ontstaat er een lossere samenhang.
Dit is ook te zien in de versplintering van het parlement. (veel politieke partijen).
Toch is er wel steeds meer polarisatie zowel in de politiek als op sociaal media.
REACTIES
1 seconde geleden