Maatschappijleer H1 & H2 + oefentoets

Beoordeling 8.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 2136 woorden
  • 6 november 2022
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 8.4
13 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Maatschappijleer H1 & H2 + oefentoets

1.1 Wat is maatschappijleer?

Een samenleving kan niet bestaan zonder regels want je moet rekening houden met anderen. Overal waar mensen met elkaar te maken hebben, bestaan regels en verwachtingen. Dat noemen we gedragregels. 

Maatschappelijke vraagstukken

  1. het heeft gevolgen voor verschillende groepen
  2. er zijn verschillende meningen over de oorzaak en aanpak
  3. het is alleen gemeenschappelijk optelossen waarbij de overheid meestal een rol speelt

Files vormen een maatschappelijk vraagstuk aangezien het gevolgen heeft voor verschillende groepen zoals de politie, automobilisten, beroepsverkeer env. Er zijn ook verschillende meningen over de oorzaak en aanpak, bijv grotere wegen of meer openbaar vervoer of op rekening rijden. Het is alleen gemeenschappelijk op te lossen, de overheid is uiteindelijk verantwoodelijk voor een goede verkeersdoorstroming. 

Een persoonlijk probleem dat ook een maatschappelijk vraagstuk is, is bijvoorbeel geen geld hebben om schuld af te betalen. Het is een persoonlijk dat je niet genoeg geld hebt maar het is ook maatschappelijk omdat:

  1. verschillende groepen ondervinden de gevolgen van armoede
  2. mensen hebben verschillende meningen over de aanpak
  3. in onze verzorgingstaat lossen we dit gemeenschappelijk op

Een maatschappelijk vraagstuk is in de praktijk ook altijd een politiek probleem. Het oplossen van een vraagstuk brengt bijna altijd discussie tussen verschillende politieke partijen. Die partijen moeten vaak tot een compromis komen.

De verschillende groepen die bij een vraagstuk betrokken zijn, hebben ook vaak een andere mening.

  • politieke visie   (automobilisten --) grotere wegen, milieu activisten --) opvenbaar vervoer)
  • geloofs- of levensovertuiging   (wel of geen abortus/homohuwelijk?)
  • maatschappelijke postite   (rijke --) belasting grootverdieners niet omhoog, armere --) grootverdieners kunnen best iets extra betalen)

De vier thema's: 

  1. rechtsstaat        : regels en wetten        (mag de politie afluisteren of is privicy belangrijker)
  2. parlementaire demoncratie      : zaken die ierdereen aangaat     (onderwijs, vaccinatie, wegen, criminaliteit env)
  3. pluriforme samenleving     : veelvormig        (vershillende levensstijlen & cultuur achtergronden)
  4. verzorgingsstaat      : overheid en inwoners      (gezonheidzorg, uitkeringen --) wanneer zelf oplossen en wanneer overheid laten helpen)

1.2 De maatschappijk onderzoeken

Waarde --) uitganspunt          (bijv. privicy)

Normen --) regels                (bijv. niet iemand afluisteren)

houdt iemand zicht niet aan de norm wordt er vaak gezegt 'gedraag je' of iets dergelijkts. Dit noemen we sociale controle.

Belang --) voordeel dat iemand ergens bij heeft

tegengestelde belangen van werk gever en werknemer zijn:

werkgever --) lage lonen

werknemer --) hoge lonen

Macht --) vermogen om gedrag of denken van ander te beïnvloeden. Politie en burgermeester (env) hebben formele macht (mag volgens de regels). Influencers hebben informele macht (niet vastgelegd in regels).

Sociale ongelijkheid --) gelijke verdeling in maatschappij

  • kennis        ( goede opleiding = goed baan)
  • inkomen     (goed in komen = gezonder)
  • status       (hoge status = veel aandacht en waardering)
  • politieke macht en invloed     (politiek = invloed op regels en er wordt eerder naar geluisterd) 

Sociale chohesie --) hoe sterk mensen zihct verbonden voelen met elkaar  (dorpen = hoge sociale cohesie) 

1.3 media en nepnieuws

propoganda --) bewust eenzijdig informatie geven met als doel mening van andere te beïnvloeden. Het wordt vaak gebruikt voor politieke doelen om het eigen programma aan te prijzen en de tegenstander slecht te maken.

indoctrinatie --) eenzijdige opvattingen krijgen en die kriteloos moeten overnemen. Indoctrinatie zie je vaak in  een dictatuur omdat daar weinig vrijheid is. Bij een demoncratie is er dan ook veel minder indoctrinatie. 

polarisatie --) proces waarbij tegenstellingen tussen groepen groter wordt. Polarisatie wodt soms gebruikt door nepnieuws makers want als de polarisatie groter wordt, ontstaan er meer discussies en wordt het nieuws meer verprijd en gelezen.

referentiekader --) alles wat je bezit aan ervaringen, kennis, gewoontes env

selectieve waarneming --) iemand ziet alleen wat hi wil zien

Er is een verbannd tussen het referentie kader en selectieve waarnemen bijvoorbeeld: je hebt te maken gehad met een grote agressieve hond, je zal zo'n hond dan sneller waarnemen dan andere. Referentie kader leidt tot selectieve waarnemingen. Als je agressieve honden sneller waarneemt dan niet agressieve honden, ontwikkel je het beeld van dat honden agressief zijn. Je referentie kader wordt dan gevormd door selectieve waarneming.

1.4 kritisch denken

kritisch denken --) van goed afgewogen informatie een onderbouwde mening vormen

vooroordelen --) oordelen zonder dat je de zaak kent

Er is een verband tussen kritich denken en vooroordelen want als je kritisch denkt, ga je minder snel vooroordelen. Kritsch denken kan ervoor zorgen dat je nieuwe dingen leert en dus je referentie kader vergroot. Kritisch denken is ook belangrijk voor de maatschappij aangezien mensen dan beter weten hoe ze met anderen om moeten gaan en op wie ze moeten stemmen env.

verkeerde argumenten 

  • te snelle generalisatie      (fietsen is niet gevaarlijk want ik ben nog nooit gevallen)
  • verkeerde vergelijking     (je moet van 16 jaar kunnen stemmen want je mag ook met 16 autorijden)
  • cirkelredeniring         (veel mensen hebben overgewicht want veel mensen zijn te dik)
  • verkeerd verband tussen oorzaak en gevolg      (nu ik een nieuwe fiets heb, hoef ik niet meer voor het stoplicht te wachten)
  • onterecht beroep op autoriteit      (klimaatverandering is niet zo ernstig want mijn buurjongentje zij dat het wel mee valt)

2.1 Wat is een rechtsstaat?

rechtsnormen --) gedragregels die de overheid wettelijk heeft vastgelegd.

Een norm kan ook tegelijk een rechtsnorm zijn, dat is zo als de norm door de overheid wettelijk is vastgelegd. Het nut van rechtsnormen zijn: ordening (licht op de fiets voor veiligheid), waarde in praktijk brengen (schoolplicht voor de ontwikkeling.

Een rechtsstaat is een land waarin afspraken zijn gemaakt om iedere inwoner een vrij en veilig leven te geven en te beschermen tegen onrecht. Iedereen heeft dezelfde rechten en die kunnen niet zomaar woden afgepakt. 

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

publiek recht --) relatie tussen burgers en overheid      (bijvoorbeeld het strafrecht, bepaalt welk gedrag strafbaar is)

privaat recht/burgerlijk recht --) relatie tussen burgers onderling     (bijvoorbeeld huwelijk, ergenisse, scheidingen env.)

In een rechtsstaat heeft de overheid 2 taken: 

  1. rechtshandhaving     (staat moet ervoor zorgen dat we ons aan de wet houden)
  2. rechtsbescherming      (wetten beschermen ont tegen machtmisbruik van de overheid)

autoritaire staat: één machtshebben  --) vaak dictaturen

2.2 Voorwaarde voor een rechtsstaat

doel van een rechtsstaat is veiligheid, gelijkheid en vrijheid. Voorwaarde:

  1. grondrechten zijn vastgelegd in de grondwet
  2. er is een verdeling in macht
  3. er geldt het legaliteitbeginsel

grondwet: grondrechten van inwoners en inrichting van de staat

grondrechten: basis rechten voor menswaardig leven

  • klassieke grondrechten  (gelijke behandeling, vrijheid meningsuiting en godsdienst)
  • sociale grondrechten  (recht op werk, gezondheidszorg en woonruimte)

trias politica --) verdeelde macht

  1. wetgevende macht   : tweede kamer  (maakt wetten waar burgers en overheid zich aanmoeten houden)
  2. uitvoerende macht  : politie    (uitvoering van de goedgekeurde wetten)
  3. rechterlijke macht  : rechter     (beoordeelt of iemand de wet heeft overtreden)

Het belangrijkste van een trias politica is dat staatsmachten elkaar controleren. Dit evenwicht systeem noeme we check and balances.

legaliteitbeginsels : iets is alleen strafbaar als het in de wet staat, de overheid mag alleen de vrijheid van burger beperken als het in de wet staat.

2.3 criminaliteit en opsporing

Wanneer er een misdrijf is gepleegd gebeurt er het volgende

  1. politie verzamelt informatie
  2. officier van justitie heeft 3 mogelijk heden:
  • seponeren --) afzien van verdere rechtsvervolgingen (geen straf)
  • zelf de zaak afhandelen --) transactie of strafbeschikking (geld betalen of taakstraf)
  • naar de rechter --) er wordt een rechtszaak gespannen (gevangenis)

Een politie agent mag niet alles zomaar doen, voor de volgende dingen hebben ze toestemming nodig:

  • binnengaan van een woning
  • afluisteren van telefoon gesprekken
  • preventief fouilleren --) fouilleren zonder sprake van verdenking
  • verdachte langer dan 9 uur vasthouden
  • infiltratie in misdaadorganisatie --) undercover agent mag niet uitlokken

2.4 rechtsspraak en straffen

De zitting:

  1. de opening  (rechter controleert gegevens)
  2. aanklacht  (de beschuldiging)
  3. onderzoek  (ondervragen)
  4. requisitoir  (officier van justitie probeert aan te tonen dat de verdachte schuldig is)
  5. pleidoor  (advocaat verdedigd de verdachte)
  6. laatste woord  (excusses, onschuld benadrukken)
  7. vonnis (uitspraak, en of welke straf)

niet een met vonnis? --) gerechtshof behandeld de strafzaak opnieuw. Daarna is er nog een hogere raad, de hoogste rechter van ons land --) onderzoek naar de feiten.

Wat willen we bereiken met strafopleggingen?

  • wraak en vergelding      (misdaad mag niet lonen)
  • afschrikking     (zorgen dat mensen het minder snel gaan doen)
  • voorkomen van eigenrichting      (zorgen dat burgers niet zelf wraak gaan nemen)
  • resocialisatie      (gedrag van criminelen proberen te verbeteren)
  • bevieliging van samenleving     (bescherming tegen herhaling --) als hij/zij/het vast zit kan hij/zij/het niks doen)

De 3 hoofdstraffen: 

  1. vrijheidsstraffen (gevangenis)
  2. taakstraffen (nuttig werk voor de samenleving)
  3. geldboetes

Naast straf is er ook strafrechtelijke maatregel --) schade van misdrijf herstellen

TBS: er wordt tbs opgelegd als de dader tijdens het plegen van het misdrijf psygisch in de war was. 

adolescentenstrafrecht : jeugdstrafrecht of volwassenstrafrecht

jeugdstrafrecht : 12 t/m 17 jaar

2.5 Conflicten oplossen

Een rechtszaak is een heftige en kostbare stap. Makkelijkere manieren zijn: 

  1. Juridisch advies   (voor volwassenen is er gratis juridisch advies bij een rechtswinkel of bij het juridisch loket)
  2. mediation   (de rechtswinkel kan een mediator adviseren. Bij mediation proberen de betrokkenen hun conflict zelf op te lossen met hulp van een onafhankelijke bemiddelaar)

Als dat niet werkt is een burgerlijke rechtszaak nog een mogelijkheid. Het gaat daarbij altijd om conflicten waarbij een eiser tegenover een gedaagde staat

eiser: legt de zaak aan de rechter voor

gedaagde: persoon van wie iets wordt geëist

2.6 Blik over de grens

Uitlokken mag in Nederland niet, er wordt dan een val gezet door bijvoorbeel te vragen of je drugs wil kopen, als je ja zegt wordt je meegenomen. Wetovertreders lokken met lokmiddel mag wel. Door bijvoorbeeld een gps op een fiets te plakken en die in een buurt zetten waar een fietsendief actief is. Er wordt ook gebruik gemaakt van lokpubers online om kindermisbruikers op te sporen. Grooming is digitaal kinderlokken.

Rechtsstaat in andere landen (zoals de VS):

Je krijgt als burger een oproep voor de deelname aan de jury, waarna een screening volgt. Ze worden onderzocht of ze onpartijding zijn en ze mogen dan geen contact meer hebben met de buitenwereld. Als de jury bepaalt dat de verdachte schuldig is, moet de rechter een straf kiezen.

Rechtsstaat in Nederland:

In 1813 werdt de juryrechtsspraak in Nederland afgeschaft. Sommige mensen willen die jury weer terug omdat ze vinden dat dat ons demoncratischer maakt. Andere zeggen dat burgers eerder via emoties gaan beslissen dan rechters.

In bepaalde landen op de wereld wordt nogsteeds de doodstraf uitgevoerd. Ze zeggen dat het een afschrikverwekkend effect heeft en ze nooit meer opnieuw een misdrijf kunnen plegen. Maar zo'n straf is iet terug te draaien en het is voorgekomen dat een onschuldig persoon is vermoord. In Nederland is de hoogste straf een levenslange gevangenisstraf waarbij je na 25 jaar verzoek op vrijlating kan indienen.

2.7 Uitdagingen voor de rechtsstaat

botsende grondrechten

Welk recht weegt het zwaarst in bepaalde situaties? Voor vrijheid van meningsuiting geldt dat je mag zeggen wat je vindt. Er staat wel bij dat je niet mag beschuldigen of discrimineren. Maar wanneer doe je dat?

In Nederland hebben we ook vrijheid van geloof. Maar soms schrijft een relegie dingen voor die niet in de grondwet passen.

In Nederland hebben we ook vrijheid van geloof. Maar soms schrijft een relegie dingen voor die niet in de grondwet passen.

Vrijheid van onderwijs houdt in dat iedereen een school mag oprichten als je je aan de kwaliteit eisenhoudt. Maar christelijke scholen weigerde homoseksuele leerlingen. Mag dat?

Bij dit soort botsingen komt vaak een rechtszaak. De rechter maakt een afweging tussen de verschillende grondrechten en bepaalt dan welk grondrecht in bepaalde situaties het belangrijkst is.

Digitale techonologie

De overheid maakt bij opsporing van strafbare feiten steeds meer gebruik van slimme technologie. Maar soms gaat dat fout. Er was een algoritme ontwikkeld om fraudeurs op te sporen. Maar wat bleek is dat mensen zonder een Nederlandse nationaliteit als fraudeurs werden aangemerkt --) discriminatie

Tijdens corona en thuiswerken hadden bedrijven programma's om te volgen wanneer iemand inlogde en wanneer weer uit. Ook konden ze zien hoelang ze er over deden om te reageren op hun mail --) privicy schending

Er zijn 2 wttelijke regels waar bedrijven aan kunnen houden:

  1. Het personeel moet vooraf geïnformeerd worden
  2. De bedrijven hebben zwaarwegende argumenten

Oefentoets

1 noem een voorbeeld van een gedragregel

2 a) noem een voorbeeld van een maarschappelijkvraagstuk 

b) noem een voorbeeld van een maatschappelijvraagstuk dat ook een persoonlijk probleem is

3 wat zijn de verschillende groepen die bij een vraagstuk betrokken zijn?

4 noem 4 vormen in sociale ongelijkheid

5 a)wat is het verband tussen je referentie kader en selectieve waarneming?

b) wat is het verband tussen kritsch denken en vooroordelen

6 noem een voorbeeld van een verkeerd argument bij:

a) te snelle generalisatie

b) verkeerde vergelijking

c) cirkel redenering

d) verkeerd verband tussen oorzaak en gevolg

e) onterecht beroep op autoriteit

7 wat is / zijn:

a) rechtsnormen

b) rechtsstaat

c) publiek recht

d) privaat recht/  burgerlijkrecht

e) een autoritaire staat

8 wat zijn de 3 doelen van een rechtsstaat?

9 welke 2 sootern grondrechten zijn er?

10 waar bestaat de trias politica uit?

11 wat is het legaliteitbeginsel?

12 wat gebeurt er als er een misdrijf is gepleegd?

13 wat gebeurt er allemaal in een zitting?

14 wat willen we bereiken met strafopleggingen?

15 wat zijn de 3 hoofdstraffen?

16 noem 2 manieren om conflict op te lossen zonder rechtszaak

17 hoe ziet een rechtsstaat eruit in:

a) Nederland

b) andere landen zoals de VS

18 wat zijn botsende grondrechten? noem een voorbeeld

19 geef de betekenis van de volgende begrippen:

a) pluriforme samenleving

b) polorisatie

c) publiekrecht

d) resocialisatie

e) grooming

Einde

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door deze scholier