Hoofdstuk 6
Criminaliteit
§ 1 wat is criminaliteit?
Als je voordringt bij de kassa, vinden mensen je asociaal, want je houd rekening met anderen. Maar er staat niet in de wet dat het niet mag dus het is niet verboden. In de wet staat wel dat je niet mag stelen en niemand mag mishandelen, dit is strafbaar gedrag. Hierbij overtreed je de wetsregels. Zodra je dat pleegt pleeg je een delict, een strafbaar feit. Er wordt verschil gemaakt tussen overtredingen en misdrijven:
- overtredingen zijn strafbare feiten die minder erg zijn
- Misdrijven zijn erge strafbare feiten zoals vernieling, diefstal, handel in drugs, inbraak, verkrachting en moord.
Als je voor een misdrijf wordt opgepakt kom je er niet gemakkelijk vanaf
- je wordt door de politie verhoord
- Voor misdrijven gelden zwaardere straffen dan voor overtredingen
- Bij misdrijven krijg je altijd een strafblad
Eigenlijk is alles wat wettelijk verboden is criminaliteit, toch noemen we iemand die een overtreding begaat niet crimineel. Criminaliteit is tijdgebonden, onze ideeën over wat strafbaar zou moeten zijn, veranderen. Daarom wordt er soms een wet uit het Wetboek van Strafrecht gehaald of komt er juist een wet bij. Ook is criminaliteit plaatsgebonden want wat is toegestaan in Nederland kan in een ander land verboden zijn. Criminaliteit kost burgers jaarlijks miljarden euros, dit is de materiële schade. Daarnaast zijn er ook niet materiële gevolgen, bijvoorbeeld het hebben van slapeloze nachten na een inbraak en het bang blijven voor een nieuwe inbraak.
Jongeren en criminaliteit
Betrokken bij een vechtpartij 18%
Iets gestolen uit een winkel 7%
Iets vernield of beklad 18%
Iets gekocht dat gestolen was3%
§ 2 waarom worden mensen crimineel?
Voor bijna alle criminaliteit geld dat er niet een duidelijke reden voor is, maar er zijn wel verschillende risicofactoren.
- slechte opvoeding, jongeren die thuis de foute waarden en normen leren, gaan eerder het foute pad op
- Groepsdruk, als je vrienden regelmatig bushokjes vernielen ga je misschien meedoen.
- Alcohol of drugs, onder invloed doen sommige mensen soms dingen die ze niet zouden doen als ze nuchter zijn (bij 40% van de geweldsmisdrijven is er alcohol gedronken)
- Spijbelen of schooluitval, jongeren die veel spijbelen of van school gaan zonder diploma, komen vaker met justitie in aanraking.
- Biologische factoren, mensen met een psychische stoornis gaan eerder over op extreem geweld en kunnen extreem agressief reageren.
Naast persoonlijke kenmerken zijn er ook meer algemene omstandigheden die crimineel gedrag kunnen versterken:
- minder strenge normen dan vroeger (een fiets terugstelen omdat jouwe is gestolen)
- Minder sociale controle, mensen letten minder op wat anderen doen, omdat mensen bang zijn voor een agressieve reactie. Hierdoor is de pakkans kleiner geworden, en dus is de verleiding groter om de fout in te gaan.
De politie heeft bijgehouden naar welke groepen er vooral aangifte wordt gedaan en van misdrijven die de politie zelf heeft ontdekt, hier vielen een paar dingen op:
- jongens en mannen komen vaker met de politie in aanraking dan meisjes (95% van de gedetineerden is man)
- Jongeren tussen de 16 en 23 jaar worden vaker misdrijven gepleegd dan in andere leeftijdsgroepen
- Niet-westerse allochtonen zijn vaker verdachte van een misdrijf dan autochtonen
De politiecijfers zijn nuttig, maar met conclusies moet je voorzichtig zijn omdat de cijfers sterk worden beïnvloed door dingen waar de politie voorrang aan geeft.
§ 3 de wetenschap over criminaliteit
Wetenschappers hebben veel onderzoek gedaan naar criminaliteit, want als je er meer van weet kun je het probleem ook beter aanpakken. Er zijn vijf verklaringen voor criminaliteit:
- de persoonlijkheidstheorie, Freud zegt dat mensen twee oerdriften hebben, seks en agressie. Daarnaast hebben wij ook een geweten, dat verteld ons dat we onze seksuele driften moeten beheersen. Mensen die hun driften niet kunnen beheersen, worden volgens Freud sneller crimineel.
- Bindingstheorie, volgens deze theorie zorgen je bindingen (familie, vrienden, klasgenoten….) ervoor dat je geen criminele dingen doet. Iemand zonder opleiding, werk of relatie wordt volgens de bindingstheorie sneller crimineel
- Aangeleerd-gedrag-theorie, jongeren worden vaker crimineel als ze omgaan met jongeren die al crimineel zijn. Dit gedrag is dan aangeleerd, je neemt het over van foute vrienden of familieleden. Veel misdrijven zijn met deze theorie te verklaren
- Etiketteringstheorie, iemand die eenmaal iets crimineels heeft gedaan, wordt na zijn straf vaak anders behandeld door zijn omgeving. Hij krijgt als het ware het etiket ‘crimineel’ opgeplakt. Volgens deze theorie gaat de ex-crimineel zich dan gedragen naar het etiket, en pleegt opnieuween misdrijf. De overheid zorgt ervoor dat jongeren dit etiket niet meteen krijgen, ze gaan naar bureau halt en krijgen geen strafblad.
- Gelegenheidstheorie, volgens deze theorie kiezen mensen ervoor wat voor hun het voordeligst is, criminelen dus ook. Ze stellen dr vragen, ‘wat levert dit misdrijf mij op?’ En ‘hoe groot is de kans dat ik gepakt wordt?’ Daarom wordt er vaker gestolen op plekken waar veel te halen is.
Voor veel crimineel gedrag is het een optelsom van verschillende factoren.
§ 4 opgepakt en dan?
Bij een melding van een misdrijf gaan agenten de zaak onderzoeken. De politie wil precies weten wat er is gebeurd en wat anderen hebben gezien. Ook proberen ze de verdachte op te sporen. In de wet staat precies wat de politie wel en niet mag doen, de politie mag je bijvoorbeeld niet zomaar oppakken. Pas als je verdachte bent van een misdrijf mag de politie:
- Je fouilleren
- Je arresteren, je gaat naar het bureau voor een verhoor.
- Je huis doorzoeken
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden