Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Thema D

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 2401 woorden
  • 7 maart 2015
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
4 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

10.1

Cultuur = geheel van waarden en normen in een samenleving die mensen zich aanleren

Cultuur -> verschillende manieren:

waarden en ideeën (eerlijkheid, vrijheid en gemeenschapszin)

betrekking op normen en regels die gelden

concrete inhoud

 

Cultuur -> sociale functies:

cultuur zorgt ervoor dat je weet waar je aan toe bent

cultuur bepaalt wie je bent, het bepaalt je identiteit  (wie ben ik, wat vind ik belangrijk in het leven)

cultuur houdt een samenleving bij elkaar (mensen met gemeenschappelijke cultuur begrijpen elkaar)

Cultuur wordt via socialisatieproces (het overdragen van cultuur door ouders, school, media en vrienden) overgedragen

 

NL -> pluriforme samenleving = een samenleving waarin burgers een grote culturele vrijheid hebben binnen de (grond)wettelijke regels

autochtonen = mensen van inheemse afkomst

allochtonen = mensen van niet-inheemse afkomst met een andere cultuur

 

dominante cultuur (Nederlandse) (de cultuur die door de meeste mensen wordt aangehangen) -> waarden als gelijkwaardigheid, vrijheid, verdraagzaamheid en respect -> ik-cultuur (cultuur waarbij de nadruk meer ligt op het individu)

niet-westerse allochtone culturen -> wij-culturen (een cultuur waarbij de nadruk ligt op de groep waartoe het individu behoort) -> gemeenschapszin

subculturen (groepen in de samenleving die op bepaalde punten afwijken van de dominante cultuur -> bijv. jongerencultuur

wederzijdse cultuurbeïnvloeding -> binnen een generatie / tussen generaties

Nauwelijks sprake van een vermenging van belangrijke Nederlandse waarden en normen

eerste generatie nieuwkomers = de mensen die verhuisden naar Nederland -> behoud van eigen cultuur

tweede generatie nieuwkomers = de kinderen van de mensen die naar Nederland verhuisden -> eigen cultuurbehoud is minder belangrijk

derde generatie nieuwkomers = de kleinkinderen van de mensen die naar Nederland verhuisden -> het gaat steeds minder om een confrontatie tussen de nieuwe en oorspronkelijke eigen cultuur

10.2

1800

pullfactoren (aantrekkingsfactoren van een land om daarheen te trekken) -> centraal land in EU, havensteden met een rijke handel, tolerante houding t.o.v. andersdenkenden

gewetensrijheid (vrij om te denken wat je wilt) -> overheidsbanen taboe 

pushfactoren (afstotingsfactoren van een land om daaruit weg te trekken)

1800-1870

eenheidsstaat -> gelijke rechten -> scheiding kerk en staat -> nauwelijks migranten -> trekarbeiders = arbeiders die tijdelijk naar ons land kwamen voor seizoenswerk

 

1870-1960

verzuiling = een samenleving waarbij mensen met ieder een verschillende ideologie gescheiden leven

 

Nederlandse identiteit -> 4 afgescheiden groepen / zuilen -> iedere zuil -> eigen politieke partij, krant, omroep, ziekenhuis en jeugdvereniging -> binnen waarden en normen zuil gesocialiseerd

 

vooral binnenlandse migratie

Duitse bezetting TWo vergrootte gevoel van Nederlander-zijn

 

Na 1960

Nederlandse economie bloeide op -> volmigratie (migranten die in het kader van gezinsvorming en gezinshereniging naar Nederland komen) -> nieuwkomers uit niet-westerse culturen kwamen op het moment dat de Nederlandse cultuur door de ontzuiling enorm veranderde -> heel veel dingen mogelijk

 

Midden 19e eeuw

emigratie (het wegtrekken van landgenoten naar een ander land) -> naar VS:

vooral streng gelovige protestanten uit alle sociale lagen van de bevolking -> NL te vrij en protesteerden heftig

uit protest tegen de standsverschillen en de beperkte politieke vrijheid

 

10.3

volledig behoud van de eigen cultuur (een samenleving waar iedereen zijn eigen waarden en normen mag hebben) -> culturele vrijheidsrechten en GEEN culturele plichten

 

TEGENOVERGESTELDE

 

uniforme samenleving (een samenleving waarin iedereen dezelfde waarden en normen heeft) -> gedwongen assimilatie (het volledig aanpassen aan de dominante cultuur van de ontvangende samenleving) -> in NL bijv. geen hoofddoekje dragen

 

pluriforme samenleving -> burgers hebben een grote culturele vrijheid om eigen waarden en normen vorm te geven -> begrensd door regels uit grondwet en fatsoensregels -> bijv. zelf godsdienst bepalen, maar mag niet rechtsstaat ondermijnen -> balans in culturele rechten en plichten -> iedere groep burgers gelijkwaardig behandeld, maar nieuwkomers moeten aanpassen aan belangrijk geachte waarden en normen van ontvangende cultuur

 

Linkse politici -> vrijheid culturele groepen om eigen cultuur zoveel mogelijk te behouden -> verzoening

Rechtse politici -> nadruk op verplichting culturele groepen om zo veel mogelijk aan te passen aan Nederlandse cultuur -> confrontatie

 

integratie = een samenleving waarin allochtonen en autochtonen een gelijkwaardige maatschappelijke/politieke positie hebben en de belangrijkste waarden van ontvangende samenleving door omgang met elkaar hebben overgenomen

 

segregatie = een samenleving waarin de culturele groepen gescheiden leven

 

1. Mozaïekscenario:

nieuwkomers moeten de Nederlandse basiswaarden en regels respecteren -> migranten moeten niet ook overnemen en cultuur migranten in strijd met basiswaarden onze samenleving

wederzijdse beïnvloeding tussen culturen -> mozaïekscenario (integratiebeeld gericht op wederzijdse beïnvloeding van verschillende culturen) -> linkse politieke partijen

 

2. Regenboogscenario:

nieuwkomers moeten de centrale Nederlandse waarden en regels respecteren en overnemen -> verder in publieke leven hun cultuur van herkomst in stand houden -> eigen organisaties kunnen emancipatie ten goede komen -> regenboogscenario (integratiebeleid gericht op cultuurbehoud van de verschillende culturele groepen en organisaties) -> christelijke partijen

 

3. Melting-potscenario

nieuwkomers moeten de centrale Nederlandse waarden en regels respecteren en overnemen -> inburgeren zodat cultuur van herkomst geen rol speelt -> privéleven: cultuur behouden, maar niet in strijd met basisregels van Nederland -> ieder mens een vrij individu -> melting-potscenario (integratiebeleid gericht op versmelting van de verschillende subculturen in de dominante cultuur) -> rechtse politieke partijen

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Hoofdstuk 11.

 

11.1

opleidingskansen allochtone jongeren zijn de laatste jaren flink gestegen, maar toch zijn zij oververtegenwoordigd in de statistieken van sociale uitkeringen en hebben velen nog een relatief laag opleidings- en inkomensniveau

 

etnische onderklasse (een sociale klasse waarin de lage sociaaleconomische kenmerken geconcentreerd zijn bij bepaalde etnische groepen) -> gevaar is groot

 

sociaaleconomische kenmerken -> lage loon of uitkering, geen of ongeschoold werk, slechte huisvesting, slechte onderwijsprestaties

 

Verklaringen achterstandspositie allochtonen:

de manier waarop de overheid, maatschappelijke groepen en individuen de verschillen met allochtonen vergroten = positietoewijzing -> begint met stereotiep beeld (een onbewuste, vaak sterke generaliserende veronderstelling over een groep) -> kunnen leiden tot vooroordelen (bewuste mening over een groep of leden van een groep die niet gebaseerd is op feiten) -> dit kan leiden tot racisme (discriminatie (het ongelijk behandelen van personen op grond van criteria die in de gegeven situatie niet relevant zijn) van een etnische groep)

 

Waarom hebben mensen stereotiepe beelden van andere groepen:

het socialisatieproces kan mensen zo gevormd hebben, eigen cultuur vanzelfsprekend

angst voor de onbekende cultuur

maatschappelijk teleurgestelden kunnen hun onvrede uiten op een minderheidsgroep

externe vijand creëren is een prima manier om de eigen groep bij elkaar te houden

autochtonen kunnen het idee hebben dat hun belangen geschaad worden, waardoor ze negatief gaan denken over de ander

 

selffulfilling prophecy = de zichzelf waarmakende voorspelling

-

de capaciteiten en inspanningen die de allochtonen zelf leveren = positieverwerving -> taalachterstand en culturele verschillen wat betreft het arbeidsethos en de moraal -> allochtone jongeren zullen de nodige inspanningen moeten doen om aan de slag te komen: van huis uit gestimuleerd worden om Nederlands te praten, naar school te gaan, opleiding af te maken, leren te solliciteren

 

Verschillen tussen niet-westerse allochtonen wat betreft inkomen en opleiding:

maatschappelijk positie Surinamers het beste van allochtonen -> verschillen Antillianen en Arubanen - Surinamers zit in het lagere inkomen -> opleidingskansen derde generatie Antillianen en Arubanen kleiner -> gemiddelde inkomen en opleiding Turken lager -> maatschappelijke positie Marokkaanse afkomst het laagst

 

Linkse politici -> discriminatie op arbeidsmarkt fel bestrijden -> positieve actie (voorkeursbeleid voor achtergestelde groepen) noodzakelijk

 

Rechtse politici -> benadrukken allochtonen sluiten zichzelf te veel op -> zelf eigen positie verwerven -> negatieve groepsidentiteit

 

Politici uit het politieke midden -> wederzijds elkaar versterkende processen van zowel opsluiten als uitsluiten, de maatschappelijke positie van allochtonen negatief beïnvloeden -> integratie moet van beide kanten komen -> samenwerken in allerlei maatschappelijke verbanden kunnen vooroordelen wegnemen en verschillen kleiner maken

 

11.2

naast sociaaleconomische problemen ook een cultureel dilemma in de plurifrome samenleving

 

wij-cultuur naar samenleving met ik-cultuur kan een botsing geven -> twee begrippen belangrijk:

individualisme = de mate waarin de individuele ontplooiing belangrijker is dan de groep waarvan je deel uitmaakt

masculiniteit = de mate waarin mannenrollen van vrouwenrollen te onderscheiden zijn

grote cultuurverschillen op deze twee punten leiden tot spanningen tussen groepen in de samenleving

 

wij-cultuur -> gedrag wordt in deze cultuur sterk bepaald door de sociale positie die mensen t.o.v. elkaar innemen = positioneel bepaald gedrag -> als je je volgens je sociale positie gedraagt krijg je status -> regels door sociale controle gehandhaafd

man-vrouwrelatie -> vrij autoritair, formeel, werelden zijn gescheiden

ouder-kind verhouding -> bevelshuishouding: ene huishouding waarin bevelen van ouders worden opgevolgd -> tweedegeneratieouders overleggen steeds meer met hun kinderen

 

cultuuruniversalisme = de westerse cultuur is superieur aan niet-westerse culturen

 

sterk rechtse politieke partijen (zoals PVV) -> islamitische geloof loopt achter -> geen ontwikkeling doorgemaakt in kleine autoritaire landbouwgemeenschappen -> optreden en intolerant zijn voor bescherming tolerantie

 

Arabische wereld niet democratisch -> kerk en staat niet gescheiden -> sommige imams ieder groepslid op plaats hebben -> houden niet van dat mensen zelfstandig denken

 

cultuurrelativisme = een cultuur kan alleen vanuit zichzelf beoordeeld worden

links politici vinden dat kloof tussen westerse en islamitische culturen overdreven wordt -> door media vormen zich negatieve stereotiepe beelden -> bij huidige jongere generaties ontstaat ‘polderislam’ -> individuele en liberale invulling van geloof hierbij centraal

 

11.3

internationale mobiliteit = het verplaatsen van het ene land naar het andere

 

Drie verklaringen voor internationale migratie naar het Westen:

de grote sociale ongelijkheid tussen Noord en Zuid op aarde -> armoede en schendingen van politieke mensenrechten -> armoede roept verzet op -> politieke onderdrukking -> massaal wapens kopen -> minder belastinggeld naar wegenaanleg, onderwijs en gezondheidszorg

de goede transportmogelijkheden, die relatief goedkoop zijn

de kennis over de westerse landen is door de massamedia en internet groot

 

wereld -> global village (groot dorp)

 

10% bevolking is niet-westerse afkomst  -> stijgen (arbeidsmigranten, huwelijksmigranten en asielzoekers)

 

in NL Randstad -> meeste allochtonen

Turken -> ook zuiden en oosten NL

nieuw NL in 4 grote steden

ruimtelijke segregatie = allochtonen wonen gescheiden van de autochtone bevolking

minderheidsvorming (groep allochtonen, die sociaaleconomisch een achterstand hebben en cultureel slecht geïntegreerd zijn) bij allochtonen

laatste tijd migratiesaldo (verschil in aantal tussen mensen die Nederland binnenkomen en uit Nederland vertrekken) negatief -> meer uit dan in (geen rekening gehouden met komst illegalen)

laatste tijd migratiesaldo (verschil in aantal tussen mensen die Nederland binnenkomen en uit Nederland vertrekken) negatief -> meer uit dan in (geen rekening gehouden met komst illegalen)

 

remigratie (terugkeer naar het geboorteland) beperkt -> eerste generatie: heimwee -> jonge allochtonen: werkloosheid en maatschappelijke klimaat in NL t.o.v. migranten -> overheid maakt financieel aantrekkelijk door lage uitkering

 

buitenlanders toelaten in NL:

linkse visie -> nadruk op ruimhartig migratiebeleid (beleid waarbij de nadruk ligt op een soepel toelatingsbeleid van migranten) -> migratie kan goede manier zijn van ontwikkelingssamenwerking -> jonge nieuwkomers nodig door vergrijzing en ontgroening

politieke midden -> circulatiemigratiebeleid (beleid waarbij de nadruk ligt op het tijdelijk aanwezig zijn van migranten) -> tijdelijk arbeidscontacten aantal illegalen en het beroep op sociale verzorgingsrechten verminderen

rechtse politici -> restrictief migratiebeleid (beleid waarbij de nadruk ligt op een streng toelatingsbeleid van migranten


Hoofdstuk 12

12.

12.1

 

mediaonderzoekers -> steeds meer aan het onderzoeken of referentiekalender van mensen sterk bepaald wordt door de berichtgeving van de media -> niet kortetermijneffecten één programma, maar cultuuroverdracht door langdurig kijken en lezen van bepaald soort programma’s en krantenartikelen

 

betekenisgevertheorie = mensen leren via de media om gebeurtenissen op een bepaalde wijze te zien en te verklaren

 

ook in amusementsprogramma’s

 

myceliumtheorie (de dominante waarden en normen (ondergrondse) van de samenleving bepalen wat de journalisten publiceren (paddenstoel)) -> media -> paddenstoelen -> boven de grond en de meeste aandacht -> ondergrondse netwerk van dunne draden (mycelium) -> onderlinge communicatie tussen mensen (de eigenlijke plant)

 

marktgerichte zender = een krant of omroep, waarbij de nadruk ligt op het krijgen van zo veel mogelijk lezers en kijkers

 

geprofileerde zender = een krant of omroep, waarbij de nadruk ligt op de waarderingcijfers van een klein select publiek en het eigen politieke of religieuze profiel van de journalist

 

publieke -> geprofileerd

commerciële -> marktgericht

 

kenmerken marktgerichte zenders:

veel amusement en praktische informatie hobby’s

nieuws en amusement worden luchtig gebracht, zodat mensen zich niet hoeven in te spannen, thema’s amusementsprogramma’s direct herkenbaar, verhaal eenvoudig, voorspelbare rol acteurs

de vormgeving is druk. Journalisten maken keuze door nieuwsselectie en nieuwsweergave toe te passen

wordt bepaald door politieke kleur journalist

 

conservatief amusement -> geeft stereotiepe beelden

progressief amusement -> relativerende beelden (groepen worden anders afgebeeld om stereotiepe beelden te doorbreken)

 

immigratie- en integratiebeleid laatste jaren rechtser geworden door publieke opinie

 

beleid wil aantal nieuwkomers verminderen en illegalen uitzetten -> arbeidsmigranten hoogopgeleid -> beleid gezinsvorming aangescherpt -> minimumleeftijd 21 jaar en inkomen min. 120% minimumloon en halen van inburgeringsexamen in land van herkomst

overheid wil vorming etnische onderklasse voorkomen via werkervaringsplaatsen en verplichte inburgeringscursussen -> werkgevers, disco-eigenaren, verhuurders van woningen aanwijzen op verantwoordelijkheid niet discrimineren -> koop- en huurhuizen verschillende prijzen voor woonaanbod verschillend mogelijk

 

12.2

wereld op weg naar vormen wereldcultuur (mensen op de wereld hebben dezelfde waarden en normen) -> internationale norm is Universele Verklaring van de Rechten van de Mens -> ook economische globalisering en internationale migratie hebben cultuur vele burgers veranderd

 

programma’s televisie, mode, commercie en popmuziek verraden veel invloed uit VS -> invloed Engels dagelijks taalgebruik erg groot

 

optimisten denken vorming van wereld cultuur alleen voordelen -> biedt mensen mogelijkheid om deel te nemen aan iets dat ver uitsteekt boven hun eigen sociale achtergrond en hen prestige geeft -> kans op oorlogen verkleinen -> eenvormigheid niet overdrijven volgens voorstanders wereldcultuur


pessimisten (linkse kamp) -> vinden beïnvloeding uiterlijke, materiële cultuurelementen (eten, muziek en mode) ook waarden en normen eenzijdig -> cultuurimperialisme (de eenzijdige wijze waarop het westen in niet-westerse landen haar cultuur oplegt) ->culturele overheersing roept verzet op en botsing tussen westerse en niet-westerse culturen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.