Thema C (H7 t/m H9)

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1857 woorden
  • 10 juni 2009
  • 23 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
23 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Stap in jouw toekomst

Kom naar de Open Avond van Inholland op woensdagavond 29 maart van 17:00 - 20:00 uur. Proef de sfeer en ontdek onze opleidingen.

Meld je aan!

$ 7.1 Van de wieg tot het graf?

Vrije ondernemingsgewijze productie -> privé-ondernemingen bepalen wat, hoe & waar geproduceerd wordt

Particuliere sector ->deel van de economie dat door commerciële bedrijven geleid word
In verzorgingsstaat bemoeit overheid hoe mate economie, voert beleid nationaal inkomen kan groeien & huidige welvaart gelijkmatiger verdeeld. Ondernemingen +burgers belasting betalen naar draagkracht zodat overheid kan zorgen voor mensen die niet voor zichzelf kunnen zorgen
Collectieve sector -> deel van de economie door overheid gefinancierd, geheel van ambtenarensalarissen, uitkeringen & publieke voorzieningen (uitkeringen, gezondheidszorg, onderwijs, wetgeving rond arbeidsomstandigheden & milieu)
Gemengde economische orde -> particuliere & collectieve sector samen (verhouding ertussen)
Welzijnsvoorzieningen -> onderwijs, gezondheidszorg & jeugdzorg
Profijtbeginsel -> betalen voor overheidsvoorzieningen als men daarvoor betaald (onderwijs tot 18e jaar & basispakket gezondheidszorg door belastingbetaler collectief gefinancierd)
Solidariteit -> bewustzijn saamhorigheid & bereidheid om consequenties daarvan te dragen
Actieven -> mensen die betaald werk verrichten
Niet-actieven -> mensen die geen betaald werk verrichten

3 soorten uitkeringen
Werknemersverzekeringen -> werknemers door wet verplicht verzekerd tegen financiele gevolgen werkloosheid (NWW= Nieuwe Werkloosheid Wet) & arbeidsongeschiktheid (WIA= Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) werknemers betalen zelf verzekering, equivalentiebeginsel
Equivalentiebeginsel -> hoe meer premie werknemer betaald heeft, hoe langer & hoger uitkering
Volksverzekeringen -> bekendste voorbeelden AOW 65-plussers & kinderbijslag. Bij volksverzekeringen door alle werkende mensen premie betaald worden, uitkering volksverzekering voor iedereen even hoog, bij volksverzekeringen solidariteitsbeginsel centraal
Solidariteitsbeginsel -> iedereen betaald mee naar draagkracht & uitkering is voor alle mensen (inkomen
-> verplicht meebetalen naar draagkracht voor alle mensen)
Sociale voorzieningen -> worden betaald uit belastinggeld, iedereen betaald naar draagkracht belasting maar sociale voorzieningen niet nodig -> niks uitbetaald krijgen. Geld sociale voorzieningen alle als je geen beroep kunt doen sociale verzekering & zelf geen vermogen hebt, behoeftebeginsel
Behoeftebeginsel -> hoogte uitkering: men krijgt precies wat men nodig heeft om minimaal van te kunnen leven
Sociaal minimum -> eerste levensbehoeften v mensen
Kwantiteit vd arbeid -> hoeveelheid werk (overheid neemt maatregelen om werkgelegenheid bevorderen)
Kwaliteit vd arbeid -> arbeidsomstandigheden waaronder gewerkt wordt
Wettelijk minimum (jeugd)loon -> laagste loon door overheid bepaald dat mensen kunnen krijgen
Sociale partners -> werkgeverorganisaties & werknemerorganisaties
Cao’s -> collectieve arbeidsovereenkomsten, hierin door sociale partners afgesproken wat lonen zijn & hoe kwaliteit arbeid bepaalde bedrijfstakken verbeterd
Loonmaatregel -> regering legt alle inkomens aan banden

$ 7.2 Belang v periode 1870-1900: geboorte verzorgingsstaat

Na 1870 industrialiseert & verstedelijkt snel tempo, sociale kwestie duidelijker: grote steden verpauperde arbeiderswijken, geen riolering/waterleiding & fabrieken slechte arbeidersomstandigheden, roep sociale wetgeving duidelijker, verschillende oorzaken hiervoor.
Onderlinge afhankelijkheid mensen kwetsbaarder tegenslagen anderen. Door industrialisaties veel nieuwe gezonde & goed geschoolde arbeidskrachten nodig, progressieve deel elite zag noodzaak goed scholen & ziekenhuizen & woonhuizen met waterleiding+riolering.
Langdurige, heftige strijd socialistische politici & vakbeweging, arbeiders in deze periode kiesrecht & vakbonden recht staken. Daarop volgende strijd kortere werktijden, hoger loon & betere werktijden heftig, soms gewelddadig. Vakbonden op kleine schaal sociale verzekeringen organiseren voor eigen vakbondsleden, na parlementaire enquête eerste Arbeidswet & overheid bemoeien onderwijs & zorg.

$ 7.3 Trampolinebed of hangmat?

Planeconomie(communistische eco.) -> geen privé-ondernemingen, alle bedrijven bezit gemeenschap, klassenloze samenleving, zonder sociale ongelijkheid, via plan bepaald wat, hoeveel &tegen welke prijs geproduceerd moet worden, hoeft geen winst
Vrijemarkteconomie(kapitalistische eco.)-> ondernemingen handen privé-personen, zoveel mogelijk winst proberen te maken, prijs producten&lonen bepaald door wet v vraag en aanbod. Overheid nergens mee bemoeien, iedereen strijd aangaan -> lukt niet? Pech gehad
Verzorgingsstaat -> balans tussen sociale rechten & plichten tussen overheid en burger (samenleving met particuliere marktsector & overheid doe sociaal minimum garandeert)

Rechtse partijen -> beperkte verzorgingsstaat waarin nadruk zelfredzaamheid & eigen verantwoordelijkheid

Linkse partijen -> uitgebreide verzorgingsstaat nadruk veel solidariteit & sociale gelijkheid
3 politieke opvattingen over verzorgingsstaat
1) Linkse/progressieve partijen voor brede verzorgingsstaat(samenleving grote collectieve sector) overheid grote rol herverdelen welvaart, bovendien overheid alle personen in staat stellen zichzelf ontplooien
2) Politieke partijen midden voor verzorgingsmaatschappij: overheid & maatschappelijke groepen zorgen samen voor kwetsbare groepen
3) Rechtse/conservatieve partijen voor waarborgstaat: samenleving waarin overheid laag sociaal minimum garandeert voor mensen die niet kunnen werken

Nivellering -> inkomensverschillen verkleinen (door belastingheffing)
Denivellering-> inkomensverschillen vergroten, rechtse politici zijn voor omdat inkomensverschillen mensen motiveren optimaal inzetten & verantwoordelijk werk doen
Kijk op inkomenspolitiek

Links
Voor nivellering, verschil beloning hoofd/hand arbeid onjuist, voor samenleving alle werk belangrijk; iedereen presteert naar vermogen. Schoolprestaties grotendeels sociaal bepaald vinden linkse politici geen eigen prestatie, grote inkomensongelijkheid geeft sociale onrust. Milieuvervuiling & stress werk.

Politieke midden
Mensen zelf verantwoordelijk eigen inkomen, in cao’s werkgevers & werknemers rechtvaardige loonafspraken gemaakt; moet overheid niet overhoop gooien. Natuurlijk belasting betalen naar draagkracht maar belangrijkste laagste inkomens rond moeten kunnen komen.

Rechts
Voor denivellering, zon min mogelijk belasting, mens verdient eerlijk door eigen inzet&talent geld & inkomensverschillen prikkelen mensen optimaal inzetten
1) Volgens rechtse politici moeten minimumloon &uitkeringen niet gekoppeld worden aan jaarlijkse stijging van de cao-lonen, ontkoppeling.
2) Linkse politici willen automatische koppeling tussen uitkeringen & cao-lonen, als cao-loon stijg 3% dan ook met uitkeringen&minimumloon
3) Politici midden voor halve koppeling; alleen koppelen als er niet teveel werkelozen zijn & alleen behoud v koopkracht garanderen
Passende arbeid -> arbeid die aansluit bij interesse & opleiding werkeloze
Privatiseren -> staatsbedrijven in particuliere handen brengen
Nationaliseren -> particuliere bedrijven in staatshanden brengen
LEES 7.3 NOG KEER GOED DOOR VOOR VISIES

$ 8.1 Eigen schuld, dikke bult?

Sociale stratificatie -> beroepsgroepen verschillen v elkaar wat betreft inkomen, status & macht
Gestratificeerde samenleving maatschappij sociale lagen ingedeeld v. hoog n. laag
Egalitaire samenleving -> wel arbeidsdeling, geen onderscheid beloning tussen verschillende groepen
Sociale ongelijkheid -> mensen verschillen in aanzien, inkomen of macht
Statusconsistentie -> opleidingniveau, status & inkomen lopen parallel, statusdiscrepantie -> tegenovergestelde kan leiden persoonlijke & sociale spanningen
Primaire inkomensverdeling -> inkomensverdeling vóór belasting betaald
Secundaire inkomensverdeling -> ″ na belasting betaald
Tertiaire inkomensverdeling -> ″ na belasting & krijgen subsidies (uitkeringen)
Meritocratie -> samenleving waarin eigen individuele verdiensten plaats maatschappelijke ladder bepalen
Sociale mobiliteit -> stijgen & dalen op maatschappelijke ladder
Mogelijkheid hiertoe toegenomen, onderste laag & middenlaag lastig stijgen. Hoe groter sociale ongelijkheid, hoe kleiner sociale mobiliteit
Sterke werkelozen -> werkelozen die zich goed weten te redden ondanks werkeloosheid
Zwakke werkelozen -> werkelozen die door werkloosheid in armoede vervallen/psychische problemen komen
Moderne/stille armoede -> langdurig, heel sober leven, geen sociale contacten maar dit alles niet zo zichtbaar
Open samenleving -> samenleving met veel sociale mobiliteit (NL volgens conservatieven)
Half-open samenleving -> samenleving waar sociale mobiliteit beperkt is
Quotering -> overheid verplicht werkgevers om bepaald percentage werkelozen aan te nemen

$ 8.2 Ikke, ikke en de rest kan stikken

Sociale cohesie -> mensen hebben wij-gevoel door gemeenschappelijke banden (voorwaarde voor solidariteit; dat mensen elkaar in nood willen helpen)

3 belangrijke maatschappelijk processen hebben sociale cohesie NL op proef gesteld:
1) Globalisering mensen/goederen/diensten/info stromen steeds sneller over wereld, concurrentie lageloonlanden leidt tot massaontslagen, komst migranten ‘verkleurden’ buurten &mensen voelden zich onzekerder
2) Individualisering mensen willen eigen keuzes bepalen, geïndividualiseerd gezinsleven; steeds meer huishoudens over meerdere huizen verdeeld, gelijkwaardigheid+vriendschap+vrijheid tussen ouders onderling & hun kinderen belangrijke waarden, reflectie kwaliteit relatie en indiv. ontplooiing belangrijk
3) Ontideologisering geen grote ideeën meer over inrichting samenleving & geloof, vertrouwen in wetenschap groot; ideologieën achterhaald

Formele solidariteit -> solidariteit vastgelegd in wetten (wettelijke regels verzorgingsstaat)
Informele solidariteit -> wijze waarop mensen zelf hulpbehoevenden helpen
Passieve solidariteit -> zonder veel inspanning andere mensen helpen (geld storten)
Actieve solidariteit -> met veel inspanning andere mensen helpen (mantelzorg familie/vrienden, jeugdtrainer hockeyclub enz.)

$ 8.3 Arbeid, een eigenaardig medicijn

Rationalisering vh arbeidsproces -> zo efficiënt mogelijk met tijd, geld & arbeid omgaan
Overlegeconomie -> werkgevers & werknemers praten veel om conflicten op te lossen
Centraal Akkoord -> raamwerk over maximale loonstijging, duur werkweek, ziekengeld enz.
Primaire arbeidsvoorwaarden -> lonen & werktijden personeel
Secundaire arbeidsvoorwaarden -> arbeidsomstandigheden & eventuele extra’s (bedrijfscrèche)
Bedrijfscultuur -> wijze waarop werkgevers & werknemers onderling met elkaar omgaan
Arbeidsethos -> mate waarin werk belangrijke plaats inneemt in leven mensen (je hebt hoog arbeidsethos als je hard wilt werken) NL’ers proberen werk & privé-leven goed mogelijk combineren
Arbeidsmoraal(arbeidsmotieven) -> reden waarom mensen willen werken (geld, status & ontplooiing belangrijke rol)
Winstmaximalisatie -> belangrijkste doel organisatie is zoveel mogelijk rendement (rechtse politici voor)
Selectieve economische groei -> stijging welvaart die niet ten koste gaat werknemers & milieu (midden voor)
Harmoniedenken -> werkgevers & werknemers gemeenschappelijk belangen (door met elkaar praten & regels maken goed balans te vinden tussen welvaart + welzijn)
Krimpeconomie -> samenleving waarin totale welvaart daalt/verminderd (meer aandacht mens, dier, milieu
Conflictdenken -> werkgevers & werknemers hebben tegenovergestelde belangen

$ 9.1 RTL Nieuws of NOS-Journaal?

Media aan 2 voorwaarden voldoen:
Persvrijheid: journalisten moeten in vrijheid info kunnen verzamelen & publiceren
Pluriformiteit -> media-aanbod dat bestaat uit kranten & omroepen met elk verschillende identiteit
NL gemengde economie, financiering pers (kranten & tijdschriften) vrijwel geheel overgelaten markt, omroep kent duaal omroepbestel; ene kant commercieel (RTL, SBS) andere kant publiek (NCRV, VARA, BNN)
Commerciële zenders eigendom particuliere ondernemingen winst maken door reclame uitzendingen rond programma’s (hoe hoger kijkdichtheid hoe hoger reclame-inkomsten). Markt vraag door kijkers & adverteerders + aanbod door eigenaren zenders bepaald wat uitgezonden.
Publieke zenders gefinancierd Steradvertentie-inkomsten, belastinggeld & inkomsten door uitgave programmabladen. Concurrentiestrijd om kijkers tussen publieke zenders & commerciële bedrijven enerzijds + commerciële bedrijven anderzijds. Commerciële zenders een EU’se wetten houden, overheid bemoeit publieke zenders, ieder net moet totaalprogramma bieden met info/cultuur/amusement.
Sluikreclame -> verborgen illegale reclame in tv-programma
Verborgen boodschap -> politieke mening in programma verstopt, te achterhalen door naar 2 zaken kijken:
Nieuwsselectie-> welke gebeurtenissen als nieuwsfeit geselecteerd, nieuwsselectiecriteria: actualiteit, uitzonderlijkheid, nabijheid, beschikbaarheid beelden & elitisme(gebeurtenis betrekking belangrijke/bekende mensen)
Nieuwsweergave -> hoe in beeld/geluid/commentaar over geselecteerde nieuwsfeiten wordt bericht, door allerlei filmtechnieken ander beeld opgeroepen worden dan realiteit

$ 9.2 Hoe ideaal is onze verzorgingsstaat?

Wereldeconomie globaliseert, EU-richtlijnen gericht op vrije concurrentie op markt mogelijk maken; arbeidsmarkt vrij alle Europese burgers, overheidstekorten max. 3% en EC kan hoge boetes opleggen regeringen meer geld uitgeven als krijgen.
Scandinavisch model: DN, ZWe groot gedeelte nationaal inkomen collectieve voorzieningen 55%, belastingen erg hoog, voorzieningen uitgebreid, iedereen actief ingezet arbeidsmarkt, uitkeringen relatief hoog.
Continentale model: DSL, BL, FR collectieve sector 45%, goede welzijnsvoorzieningen, uitkeringen hoog (gerelateerd arbeidsverleden, extra aandacht gezin kinderen, man verdient meer vrouw huishouden, werkgevers & nemers beheren samen kassen werknemersverzekeringen

Angelsaksiche model: EN’stalige landen collectief 35%, economische groei hoog, belastingen laag veel welzijnsvoorzieningen in handen particulieren, uitkeringen laag&kortdurig, ontslagbescherming werknemers laag, werkdruk hoog
Zuidelijke model: Por, GR & ontwikkelingslanden buiten Eu collectieve sector klein, werkelozen/bejaarden/ zieken opgevangen familie, levensverwachting+opleidingsniveau relatief laag

Moderniseringstheorie -> derdewereldlanden zelf verantwoordelijk armoede & moeten openstaan voor internationale bedrijven om te groeien (door binnenlandse problemen geen zicht vooruitgang & als Westen investeert met kennis & technologie komt vooruitgang) rechtse politici/belangengroepen/wetenschappers
Afhankelijkheidstheorie -> westerse multinationals vrij spel v politieke elite in derdewereldlanden waardoor ‘arme zuiden’ volledig afhankelijk v rijke noorden.
NL samen met locale gezagsdragers, bewoners, particulieren hulporganisaties infrastructuur verbeteren op kleinschalig niveau & ecologische verantwoord, bv irrigatie landbouw, scholen bouwen, dokters opleiden, putten schoon water, financieel krediet kleine bedrijven. Zo draagt NL sociale verzorgingsrechten via ontwikkelingshulp uit.

REACTIES

A.

A.

echt een super samenvatting ! je moet wel eerst de tekst een keer overlezen maar daarna snap je het meteen en met deze samenvatting kan je jezelf makkelijk overhoren ! :)

11 jaar geleden

A.

A.

goede samenvatting, beetje gekke zinnen soms, maar verder top!

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.