§4 Politieke stromingen en partijen
4.1 DE ROL VAN DE OVERHEID
Collectieve belangen zijn belangen die de overheid regelt. In ruil voor de diensten die de overheid levert, aanvaarden de burgers een beperking van hun vrijheid.
Collectieve belangen hoeven niet per definitie door de overheid behartigd te worden. Het is ook mogelijk om particuliere organisaties in te schakelen. In dat geval betaalt de burger belasting aan de gemeentelijke overheid. In het tweede geval betaalt hij de rekening van het bedrijf .
Het verschil zit vooral in de manier waarop de financiering die voor de werkzaamheden noodzakelijk is word terug verdiend. De overheid vraagt wegenbelasting maar een privaat gefinancierde weg daar moet waarschijnlijk tol worden betaald.
Bij de overheidsdiensten draag je bij omdat je van deze dienst gebruik kunt maken. Bijv de brandweer.
Solidariteitsprincipe: ongeacht het gebruik betaalt iedereen mee.
4.2 IDEOLOGIE
De ideeën die de mens heeft over de inrichting van de samenleving noemen we politieke opvattingen.
150 jaar geleden was de rol van de overheid heel beperkt. Sociale voorzieningen en verzekeringen waren er helemaal nog niet. Kreeg je een ongeluk was je afhankelijk van je kinderen. En anders van liefdadigheid van de kerk.
De eerste politieke partijen ontstonden via de drie belangrijke ideologische stromingen: het liberalisme, het confessionalisme en het socialisme.
onder ideologie verstaan we het geheel van ideeën over de mens, menselijke relaties en de inrichting van de samenleving.
Ideologieën hebben duidelijke standpunten over:
• Normen en waarden
• De gewenste sociaal-economische verhoudingen. Rechtvaardige verdeling van welvaart staat centraal
• De gewenste machtsverdeling.
4.3 EENVOUDIGE INDELINGEN
Progressief en conservatief
Progressief heeft in de politiek de betekenis van vooruitstrevend. Progressieve politici benadrukken de gebreken in de samenleving en pleiten voor grondige veranderingen en hebben daarom vaak contacten met actiegroepen.
Conservatief heeft de betekenis van behoudend. Conservatieve politici benadrukken met name datgene wat al is bereikt. Zij hebben daarom meer aandacht voor de traditionele waarden en normen als gehoorzaamheid en trouw en houden graag de regelingen in ons land bij het oude.
Reactionair: oude regels die inmiddels door moderne bepalingen zijn vervangen te herstellen.
Links en recht
Politiek links sluit direct aan op de progressieve uitgangspunten. Maar daarbij benadrukt links ook het uitgangspunt van gelijk(waardig)heid.
Links komt met name op voor mensen met een achterstandspositie omdat deze partijen nadruk leggen op gelijke kansen voor iedereen op onderwijs, inkomen en werk.
Politiek rechts sluit vaak aan bij de conservatieve uitgangspunten. Rechts legt daarbij de nadruk op (persoonlijke en economische) vrijheid. Iedereen moet zoveel mogelijk hun eigen zaakjes kunnen regelen. Rechts is tegenstander van een te grote nadruk van gelijke behandeling van mensen. De prikkel verdwijnt om eigen initiatief te nemen.
Het politieke midden
Vroeger waren de verschillen tussen linkse en rechtse partijen erg groot. Nu trekken partijen steeds meer naar het midden. En hebben ze niet alleen maar standpunten uitsluitend links of rechts.
4.4 LIBERALISME
Sleutelbegrippen in de liberale traditie zijn: vrijheid individuele verantwoordelijkheid en verdraagzaamheid.
Opvattingen van het liberalisme. Wat goed is voor het individu is goed voor de maatschappij. Mensen zijn niet gelijk maar wel gelijkwaardig. Zij moeten elkaars opvattingen respecteren.
Kenmerken van het liberalisme
• Economische vrijheid.
• Politieke vrijheid
• Het rationalistisch individualisme. Dat wil zeggen dat liberalen ervan uitgaan dat wanneer iedereen zijn eigenbelang nastreeft, dat voor de gehele samenleving het beste resultaat oplevert. Zo zal concurrentie tussen bedrijven mensen prikkelen om meer prestaties te leveren, en het bedrijf nog beter te organiseren en te vernieuwen.
Zo weinig mogelijk overheidsbemoeienis.
4.5 SOCIALISME
Het socialisme wordt vooral gekenmerkt door het streven naar gelijkheid.
Het socialisme was een stroming die zich juist wel het lot van de arbeiders aantrok.
Om een eind te maken aan de kapitalistische uitbuiting van de arbeiders moesten alle fabrieken in handen komen van de staat volgens Karl Marx. Die ideeen stonden natuurlijk lijnrecht tegenover die van de liberalen.
Communisten en sociaal-democraten
Rond 1900 ontstonden twee bewegingen: een groep van revolutionaire socialisten, de later communisten, en de sociaal democraten. De sociaal democraten wilde de maatschappij geleidelijk in kleine stappen bereiken. Zij waren voorstander van het algemeen kiesrecht.
De communisten geloofde niet in de democratische weg. Zij waren van mening dat een groep van revolutionairen de macht moesten grijpen en vervolgens een aantal maatregelen moest nemen die het socialisme dichterbij zouden brengen.
Hierbij dachten ze aan:
• Onteigeing van de grond
• Centralisatie van banken en transopt in handen van de staat.
• Natrionalisatie van fabrieken en productiemiddelen, gemeenschappelijk plan voor de landbouw.
• Gelijke arbeidsdwang voor allen.
• Openbare kosteloze opvoeding van kinderen en verbod op kinderarbeid.
4.6 CONFESSIONALISME
In het confessionalisme baseren mensen hun politieke opvattingen op hun geloofsovertuiging. God heeft een bedoeling met de wereld; verschillen tussen mensen zijn er niet voor niets.
In het confucianisme gaat men uit van een organische staatsopvatting.
Verantwoordelijkheid voor elkaar: de vader voor het gezin, de koning voor zijn onderdanen, de baas voor zijn werknemers, de rijken voor de armen.
Christelijke kernbegrippen: geloof, naastenliefde en harmonie.
4.7 OVERIGE STROMINGEN
Naast de grote politieke stromingen bestaan er nog meer stromingen, die soms voor korte tijd over een grote aanhang beschikken.
• Rechts-extremisme is een stroming die uitgaat van de ongelijkheid van mensen. Eigen volk wordt als superieur beschouwd en in de samenleving is geen plaats voor ‘anderen’
• Ecologiesche stromingen volgens de ecologen moet de overheid een grote rol spelen omdat alleen zij de belangen van het milieu kan waarborgen
• Pragmatisch baseert zich niet op een ideologie. Volgens pragmatici moet er meer en beter geluisterd worden naar wat burgers willen. Ook moeten zij meer zeggenschap krijgen in de besluitvorming.
4.8 POLITIEKE PARTIJEN
Een politieke partij is geen actiegroep. Een actiegroep streeft naar het realiseren van één doelstelling. Bijv greenpeace
Een politieke partij is geen belangenvereniging. In een belangenvereniging organiseren mensen zich op een bepaald belang dat zij gemeenschappelijk hebben. Bijv vakbonden
Alle politieke partijen ongeacht hun opvattingen, hebben een aantal belangrijke functies voor het proces van politieke besluitvorming.
• Meningsvorming: discussie over maatschappelijke vraagstukken
• Infomatie: partijen informeren de kiezers
• Intergratie: losse oplossingen worden verbonden tot één politiek programma
• Het bevorderen van paricipatie: burgers te laten interesseren voor de politiek
• De selectie van kandidaten: mensen die in de politiek willen kunnen worden voorgedragen.
CDA
Confessionele stroming
Het gezin vormt de basis van onze samenleving.
Opvattingen:
• Arbeidsvoorwaarden beste overgelaten worden aan de werkgevers- en werknemers organisaties.
• moet meer betaald zorgverlof komen voor werknemers die kinderen of anderen verzorgen.
• Moeten mensen meer voor elkaar zorgen
• Is ruimte voor regelvrijheid van de scholen
• Past de opname van het recht op veiligheid in de grondwet
• Is een strengere aanpak van het misbruik van uitkeringen noodzakelijk
• Mag een vrouw niet alleen beslissen over abortus
• Moet er een minister van gezinsbeleid komen
PVDA
Sociaal-democratische stroming
Eerlijke spreiding van macht kennis en inkomen. De overheid moet ook de zwakkeren beschermen.
Standpunten:
• Een progressieve belastingheffing en eigen bijdragen aan draagkracht
• Een sterke sturing van de economie door de overheid. Tegengaan van werkloosheid.
• Een snellere stijging van lage inkomens dan van de hoge.
• Kiesrecht voor buitenlanders die langer dan 5 jaar legaal in ons land verblijven
• Streven naar meer plaatsen kinderopvang
• De wens om door te gaan met experimenten om gratis harddrugs te verstrekken.
• Het instellen van een minister van milieu
VVD
Volkspartij voor vrjheid en democratie. Komt voor uit de liberale stroming.
Zij vinden dat de overheid zo min mogelijk moet ingrijpen in de samenleving, zodat de persoonlijke en economische vrijheid niet wordt aangetast.
Opvattingen:
• Bezuinigingen op de overheidsuitgaven en de loonkosten
• Meer nadruk op particulier natuurbeheer.
• Bouwen van meer wegen verlaging van belasting op benzine
• Een versobering van de gevangenen en meer dan één gevangene per cel.
• Een versterking van de inlichtingen en veiligheidsdiensten.
SP
Opvattingen:
• Extra hulp en aandacht voor achterstandssituaties.
• Nivellering van inkomens
• Kritische houding
• Het streven naar gelijke toegang toch het onderwijs voor iedereen
• Een betere voorbereiding van gedetineerde op hun terug keer in de maatschappij.
• Het opzeggen van het lidmaatschap van de NAVO
LPF
Lpf baseerde zich niet op een ideologie maar stelde zich op als een protestpartij die grote kritiek had op het beleid van het kabinet-Kok.
Standpunten:
• Grote bezuinigingen bij de overheid door het aantal ambtenaren te verminderen
• Minder beperkte regels voor ondernemers
• Dat burgermoed beloond moet worden
• De komst van een nieuw zorgstelsel dat de concurrentie bevordert
• Het privatiseren van de gevangenissen
• Dat nieuwkomers pas na tien jaar Nederlander kunnen worden.
GROENLINKS
Communistische staatsvorm
Standpunten:
• De bescherming van het milieu verdient in ons land een hogere prioriteit dan economische groei.
• Bedrijven moeten worden gedwongen schoner te produceren.
• Bezuinigingen op defensie-uitgaven en het legr inzeten voor humanitaire activiteiten.
• Uitbreiding van het openbaar vervoer als alternatief voor het autogebruik.
• Beperking van de groei van de luchtvaart
• Een ruimhartig vreemdelingenbeleid
• De legalisering van softdrugs
D66
Burgers moesten directer bij de politiek betrokken zijn.
Standpunten:
• Invoeren van een districtenstelsel
• Het direct kiezen van burgemeesters en minister-presiden, die vervolgens zijn eigen ministers aanwijst.
• Het waar mogelijk vervangen van gevangenisstraffen door alternatieve straffen
• Extra inversteringen voor technologische innovatie door de overheid
• Belastingkortingen om werken aantrekkelijker te maken
• Bij economische groei extra geld voor milieubeleid vrijmaken
• De invoering van kleinere scholen.
KLEIN RECHTS
Confessionele partijen
• Eerbied voor het ongeboren leven abortus en euthanasie is niet toegestaan
• Een overheid die strikt volgens de bijvel regeert
• Zeer zware straffen voor moord
• Samenwonen mag nooit gelijk worden gesteld aan het huwelijk
• Het aanleren van waarden en normen op school
• De afwijzing van een sollicitatieplicht voor de alleenstaande ouder
• Een verplichte winkelsluiting op zondag
• Dat nederland binnen de EU een herkenbare staatkundige eenheid blijft.
4.1 DE ROL VAN DE OVERHEID
Collectieve belangen zijn belangen die de overheid regelt. In ruil voor de diensten die de overheid levert, aanvaarden de burgers een beperking van hun vrijheid.
Collectieve belangen hoeven niet per definitie door de overheid behartigd te worden. Het is ook mogelijk om particuliere organisaties in te schakelen. In dat geval betaalt de burger belasting aan de gemeentelijke overheid. In het tweede geval betaalt hij de rekening van het bedrijf .
Het verschil zit vooral in de manier waarop de financiering die voor de werkzaamheden noodzakelijk is word terug verdiend. De overheid vraagt wegenbelasting maar een privaat gefinancierde weg daar moet waarschijnlijk tol worden betaald.
Solidariteitsprincipe: ongeacht het gebruik betaalt iedereen mee.
4.2 IDEOLOGIE
De ideeën die de mens heeft over de inrichting van de samenleving noemen we politieke opvattingen.
150 jaar geleden was de rol van de overheid heel beperkt. Sociale voorzieningen en verzekeringen waren er helemaal nog niet. Kreeg je een ongeluk was je afhankelijk van je kinderen. En anders van liefdadigheid van de kerk.
De eerste politieke partijen ontstonden via de drie belangrijke ideologische stromingen: het liberalisme, het confessionalisme en het socialisme.
onder ideologie verstaan we het geheel van ideeën over de mens, menselijke relaties en de inrichting van de samenleving.
Ideologieën hebben duidelijke standpunten over:
• Normen en waarden
• De gewenste sociaal-economische verhoudingen. Rechtvaardige verdeling van welvaart staat centraal
• De gewenste machtsverdeling.
4.3 EENVOUDIGE INDELINGEN
Progressief en conservatief
Progressief heeft in de politiek de betekenis van vooruitstrevend. Progressieve politici benadrukken de gebreken in de samenleving en pleiten voor grondige veranderingen en hebben daarom vaak contacten met actiegroepen.
Conservatief heeft de betekenis van behoudend. Conservatieve politici benadrukken met name datgene wat al is bereikt. Zij hebben daarom meer aandacht voor de traditionele waarden en normen als gehoorzaamheid en trouw en houden graag de regelingen in ons land bij het oude.
Links en recht
Politiek links sluit direct aan op de progressieve uitgangspunten. Maar daarbij benadrukt links ook het uitgangspunt van gelijk(waardig)heid.
Links komt met name op voor mensen met een achterstandspositie omdat deze partijen nadruk leggen op gelijke kansen voor iedereen op onderwijs, inkomen en werk.
Politiek rechts sluit vaak aan bij de conservatieve uitgangspunten. Rechts legt daarbij de nadruk op (persoonlijke en economische) vrijheid. Iedereen moet zoveel mogelijk hun eigen zaakjes kunnen regelen. Rechts is tegenstander van een te grote nadruk van gelijke behandeling van mensen. De prikkel verdwijnt om eigen initiatief te nemen.
Het politieke midden
Vroeger waren de verschillen tussen linkse en rechtse partijen erg groot. Nu trekken partijen steeds meer naar het midden. En hebben ze niet alleen maar standpunten uitsluitend links of rechts.
4.4 LIBERALISME
Sleutelbegrippen in de liberale traditie zijn: vrijheid individuele verantwoordelijkheid en verdraagzaamheid.
Opvattingen van het liberalisme. Wat goed is voor het individu is goed voor de maatschappij. Mensen zijn niet gelijk maar wel gelijkwaardig. Zij moeten elkaars opvattingen respecteren.
Kenmerken van het liberalisme
• Economische vrijheid.
• Politieke vrijheid
• Het rationalistisch individualisme. Dat wil zeggen dat liberalen ervan uitgaan dat wanneer iedereen zijn eigenbelang nastreeft, dat voor de gehele samenleving het beste resultaat oplevert. Zo zal concurrentie tussen bedrijven mensen prikkelen om meer prestaties te leveren, en het bedrijf nog beter te organiseren en te vernieuwen.
Zo weinig mogelijk overheidsbemoeienis.
Het socialisme wordt vooral gekenmerkt door het streven naar gelijkheid.
Het socialisme was een stroming die zich juist wel het lot van de arbeiders aantrok.
Om een eind te maken aan de kapitalistische uitbuiting van de arbeiders moesten alle fabrieken in handen komen van de staat volgens Karl Marx. Die ideeen stonden natuurlijk lijnrecht tegenover die van de liberalen.
Communisten en sociaal-democraten
Rond 1900 ontstonden twee bewegingen: een groep van revolutionaire socialisten, de later communisten, en de sociaal democraten. De sociaal democraten wilde de maatschappij geleidelijk in kleine stappen bereiken. Zij waren voorstander van het algemeen kiesrecht.
De communisten geloofde niet in de democratische weg. Zij waren van mening dat een groep van revolutionairen de macht moesten grijpen en vervolgens een aantal maatregelen moest nemen die het socialisme dichterbij zouden brengen.
Hierbij dachten ze aan:
• Onteigeing van de grond
• Centralisatie van banken en transopt in handen van de staat.
• Natrionalisatie van fabrieken en productiemiddelen, gemeenschappelijk plan voor de landbouw.
• Gelijke arbeidsdwang voor allen.
• Openbare kosteloze opvoeding van kinderen en verbod op kinderarbeid.
4.6 CONFESSIONALISME
In het confessionalisme baseren mensen hun politieke opvattingen op hun geloofsovertuiging. God heeft een bedoeling met de wereld; verschillen tussen mensen zijn er niet voor niets.
In het confucianisme gaat men uit van een organische staatsopvatting.
Christelijke kernbegrippen: geloof, naastenliefde en harmonie.
4.7 OVERIGE STROMINGEN
Naast de grote politieke stromingen bestaan er nog meer stromingen, die soms voor korte tijd over een grote aanhang beschikken.
• Rechts-extremisme is een stroming die uitgaat van de ongelijkheid van mensen. Eigen volk wordt als superieur beschouwd en in de samenleving is geen plaats voor ‘anderen’
• Ecologiesche stromingen volgens de ecologen moet de overheid een grote rol spelen omdat alleen zij de belangen van het milieu kan waarborgen
• Pragmatisch baseert zich niet op een ideologie. Volgens pragmatici moet er meer en beter geluisterd worden naar wat burgers willen. Ook moeten zij meer zeggenschap krijgen in de besluitvorming.
4.8 POLITIEKE PARTIJEN
Een politieke partij is geen actiegroep. Een actiegroep streeft naar het realiseren van één doelstelling. Bijv greenpeace
Een politieke partij is geen belangenvereniging. In een belangenvereniging organiseren mensen zich op een bepaald belang dat zij gemeenschappelijk hebben. Bijv vakbonden
Alle politieke partijen ongeacht hun opvattingen, hebben een aantal belangrijke functies voor het proces van politieke besluitvorming.
• Meningsvorming: discussie over maatschappelijke vraagstukken
• Intergratie: losse oplossingen worden verbonden tot één politiek programma
• Het bevorderen van paricipatie: burgers te laten interesseren voor de politiek
• De selectie van kandidaten: mensen die in de politiek willen kunnen worden voorgedragen.
CDA
Confessionele stroming
Het gezin vormt de basis van onze samenleving.
Opvattingen:
• Arbeidsvoorwaarden beste overgelaten worden aan de werkgevers- en werknemers organisaties.
• moet meer betaald zorgverlof komen voor werknemers die kinderen of anderen verzorgen.
• Moeten mensen meer voor elkaar zorgen
• Is ruimte voor regelvrijheid van de scholen
• Past de opname van het recht op veiligheid in de grondwet
• Is een strengere aanpak van het misbruik van uitkeringen noodzakelijk
• Mag een vrouw niet alleen beslissen over abortus
PVDA
Sociaal-democratische stroming
Eerlijke spreiding van macht kennis en inkomen. De overheid moet ook de zwakkeren beschermen.
Standpunten:
• Een progressieve belastingheffing en eigen bijdragen aan draagkracht
• Een sterke sturing van de economie door de overheid. Tegengaan van werkloosheid.
• Een snellere stijging van lage inkomens dan van de hoge.
• Kiesrecht voor buitenlanders die langer dan 5 jaar legaal in ons land verblijven
• Streven naar meer plaatsen kinderopvang
• De wens om door te gaan met experimenten om gratis harddrugs te verstrekken.
• Het instellen van een minister van milieu
VVD
Volkspartij voor vrjheid en democratie. Komt voor uit de liberale stroming.
Zij vinden dat de overheid zo min mogelijk moet ingrijpen in de samenleving, zodat de persoonlijke en economische vrijheid niet wordt aangetast.
Opvattingen:
• Meer nadruk op particulier natuurbeheer.
• Bouwen van meer wegen verlaging van belasting op benzine
• Een versobering van de gevangenen en meer dan één gevangene per cel.
• Een versterking van de inlichtingen en veiligheidsdiensten.
SP
Opvattingen:
• Extra hulp en aandacht voor achterstandssituaties.
• Nivellering van inkomens
• Kritische houding
• Het streven naar gelijke toegang toch het onderwijs voor iedereen
• Een betere voorbereiding van gedetineerde op hun terug keer in de maatschappij.
• Het opzeggen van het lidmaatschap van de NAVO
LPF
Lpf baseerde zich niet op een ideologie maar stelde zich op als een protestpartij die grote kritiek had op het beleid van het kabinet-Kok.
Standpunten:
• Minder beperkte regels voor ondernemers
• Dat burgermoed beloond moet worden
• De komst van een nieuw zorgstelsel dat de concurrentie bevordert
• Het privatiseren van de gevangenissen
• Dat nieuwkomers pas na tien jaar Nederlander kunnen worden.
GROENLINKS
Communistische staatsvorm
Standpunten:
• De bescherming van het milieu verdient in ons land een hogere prioriteit dan economische groei.
• Bedrijven moeten worden gedwongen schoner te produceren.
• Bezuinigingen op defensie-uitgaven en het legr inzeten voor humanitaire activiteiten.
• Uitbreiding van het openbaar vervoer als alternatief voor het autogebruik.
• Beperking van de groei van de luchtvaart
• Een ruimhartig vreemdelingenbeleid
D66
Burgers moesten directer bij de politiek betrokken zijn.
Standpunten:
• Invoeren van een districtenstelsel
• Het direct kiezen van burgemeesters en minister-presiden, die vervolgens zijn eigen ministers aanwijst.
• Het waar mogelijk vervangen van gevangenisstraffen door alternatieve straffen
• Extra inversteringen voor technologische innovatie door de overheid
• Belastingkortingen om werken aantrekkelijker te maken
• Bij economische groei extra geld voor milieubeleid vrijmaken
• De invoering van kleinere scholen.
KLEIN RECHTS
Confessionele partijen
• Eerbied voor het ongeboren leven abortus en euthanasie is niet toegestaan
• Een overheid die strikt volgens de bijvel regeert
• Zeer zware straffen voor moord
• Samenwonen mag nooit gelijk worden gesteld aan het huwelijk
• De afwijzing van een sollicitatieplicht voor de alleenstaande ouder
• Een verplichte winkelsluiting op zondag
• Dat nederland binnen de EU een herkenbare staatkundige eenheid blijft.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden