Pluriforme Samenleving paragraaf 1

Beoordeling 8.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 411 woorden
  • 18 maart 2018
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 8.5
2 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Samenvatting Pluriforme Samenleving

1: Cultuur en Identiteit

Cultuur: alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen

Identiteit: je persoonlijkheid

Referentiekader: mensen in je omgeving/cultuur hebben grotendeels dezelfde denkbeelden als jij, daarom is het makkelijk elkaar te begrijpen en gedachten en gevoelens uit te wisselen

Gedragsregulerend: cultuur doet het gedrag van mensen geordend verlopen

Presentation of the self: de manier waarop je je in een bepaalde rol laat zien wordt sterk beïnvloed door maatschappelijke verwachtingen

Impression management:toegepast door bepaalde groepen mensen, bijvoorbeeld restaurantpersoneel, winkelpersoneel, artsen en verplegers. Afhankelijk van de situatie hebben ze bepaalde manieren van doen. Frontstage en backstage

Dominante cultuur: het geheel van waarden, normen en kenmerken dat door de meeste mensen binnen een samenleving wordt geaccepteerd. De kenmerken van de dominante cultuur zijn meestal gebaseerd op de cultuurkenmerken van groepen die de meeste druk uitoefenen

Subcultuur: een specifieke groep die eigen waarden, normen en andere kenmerken ontwikkelt die afwijken van de dominante cultuur. Bijna iedereen in een samenleving behoort tot verschillende subculturen

Etnische subcultuur: een subcultuur van mensen die behoren tot dezelfde etnische groep. Dus behorend tot een bepaald volk of afkomstig uit een bepaald land

Tegencultuur: een subcultuur die strijdig is met de dominante cultuur

Socialisatie: het proces waarbij iemand, bewust en onbewust, de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn groep krijgt aangeleerd

Imitatie: nadoen van gedrag dat in de directe omgeving zichtbaar is

Socialiserende situaties: instellingen, organisaties en collectieve gedragspatronen waarbinnen en waarlangs de cultuuroverdracht in een samenleving plaatsvindt

Sociale controle: de manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich aan de geldende normen te houden

Sancties: positief of negatief, formeel of informeel. Een diploma is een positieve formele sanctie, het uitfluiten van een voetbalteam na een slechte wedstrijd een informele negatieve sanctie

Internalisatie: als je je bepaalde aspecten van de cultuur of de samenleving waar je bij hoort, zo eigen hebt gemaakt, dat je je automatisch gaat gedragen zoals de groep dat van je verwacht

Groepsidentificatie: door socialisatie en internalisatie voelen mensen zich verwant met de dominante cultuur en met de cultuur van kleinere groepen. Heeft tot gevolg dat onze persoonlijkheid of identiteit voor een deel bestaat uit sociale elementen

Individualistisch: wanneer er veel nadruk wordt gelegd op individuele ontplooiing, zoals in Nederland

Collectivistisch: wanneer het belang van het collectief vooraan staat

Loyaal: gehoorzaam aan de basisafspraken van een cultuur of land

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.