Samenvatting Pluriforme Samenleving
1: Cultuur en Identiteit
Cultuur: alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen
Identiteit: je persoonlijkheid
Referentiekader: mensen in je omgeving/cultuur hebben grotendeels dezelfde denkbeelden als jij, daarom is het makkelijk elkaar te begrijpen en gedachten en gevoelens uit te wisselen
Gedragsregulerend: cultuur doet het gedrag van mensen geordend verlopen
Presentation of the self: de manier waarop je je in een bepaalde rol laat zien wordt sterk beïnvloed door maatschappelijke verwachtingen
Impression management:toegepast door bepaalde groepen mensen, bijvoorbeeld restaurantpersoneel, winkelpersoneel, artsen en verplegers. Afhankelijk van de situatie hebben ze bepaalde manieren van doen. Frontstage en backstage
Dominante cultuur: het geheel van waarden, normen en kenmerken dat door de meeste mensen binnen een samenleving wordt geaccepteerd. De kenmerken van de dominante cultuur zijn meestal gebaseerd op de cultuurkenmerken van groepen die de meeste druk uitoefenen
Subcultuur: een specifieke groep die eigen waarden, normen en andere kenmerken ontwikkelt die afwijken van de dominante cultuur. Bijna iedereen in een samenleving behoort tot verschillende subculturen
Etnische subcultuur: een subcultuur van mensen die behoren tot dezelfde etnische groep. Dus behorend tot een bepaald volk of afkomstig uit een bepaald land
Tegencultuur: een subcultuur die strijdig is met de dominante cultuur
Socialisatie: het proces waarbij iemand, bewust en onbewust, de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn groep krijgt aangeleerd
Imitatie: nadoen van gedrag dat in de directe omgeving zichtbaar is
Socialiserende situaties: instellingen, organisaties en collectieve gedragspatronen waarbinnen en waarlangs de cultuuroverdracht in een samenleving plaatsvindt
Sociale controle: de manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich aan de geldende normen te houden
Sancties: positief of negatief, formeel of informeel. Een diploma is een positieve formele sanctie, het uitfluiten van een voetbalteam na een slechte wedstrijd een informele negatieve sanctie
Internalisatie: als je je bepaalde aspecten van de cultuur of de samenleving waar je bij hoort, zo eigen hebt gemaakt, dat je je automatisch gaat gedragen zoals de groep dat van je verwacht
Groepsidentificatie: door socialisatie en internalisatie voelen mensen zich verwant met de dominante cultuur en met de cultuur van kleinere groepen. Heeft tot gevolg dat onze persoonlijkheid of identiteit voor een deel bestaat uit sociale elementen
Individualistisch: wanneer er veel nadruk wordt gelegd op individuele ontplooiing, zoals in Nederland
Collectivistisch: wanneer het belang van het collectief vooraan staat
Loyaal: gehoorzaam aan de basisafspraken van een cultuur of land
REACTIES
1 seconde geleden