Nederland was een erg gastvrij land, maar hier is nu veel minder sprake van.
Integratie: een samenleving waarin allochtonen en autochtonen gelijkwaardige maatschappelijke/politieke positie hebben en de belangrijkste waarden van de ontvangende samenleving door omgang met elkaar hebben overgenomen.
Het verschil tussen een uniforme- en pluriforme samenleving is dat in een uniforme samenleving alle burgers dezelfde normen en waarden moeten hebben en in een pluriforme samenleving heeft de burger vrijheid en mag hij zelf de normen en waarden bepalen.
Er zijn 3 visies op integratie:
- assimilatie (het volledig aanpassen van de bestaande cultuur); ideale scenario is het Meltingpot-scenario en gericht op versmelting van de subculturen in de dominante cultuur. Partijen hierbij: VVD en PVV.
- wederzijdse aanpassing (eigen cultuur moet deels aangepast worden aan de bestaande cultuur); ideale scenario is het regenboog-scenario en gericht op het behoud van verschillende culturele groepen. Partijen hierbij: D66, CDA en ChristenUnie.
- behoud van eigen identiteit (eigen cultuur kan blijven); ideale scenario is het Mozaïek-scenario en gericht op wederzijdse beïnvloeding van verschillende culturen. Partijen hierbij: PvdA, GroenLinks en de SP.
Ideale scenario voor mij zou het regenboog-scenario zijn, want zo wordt er een beperkt aantal allochtonen ons land binnengelaten en passen zij zich toch (deels) aan de Nederlandse cultuur aan.
Hoofdstuk 11
Discriminatie: het ongelijk behandelen van personen op grond van criteria die in de gegeven situatie niet relevant zijn.
Er zijn 3 vormen van discriminatie:
- directe discriminatie; er is een direct verband tussen de persoon die discrimineert en de gediscrimineerde. Voorbeeld ‘Wij nemen bij ons bedrijf geen Turken aan’
- Indirecte discriminatie; discriminatie waarbij het niet de bedoeling is om te discrimineren, maar het gemaakte onderscheid tussen personen er wel is. Voorbeeld ‘Wij nemen alleen mensen aan die perfect Nederlands spreken’
- Institutionele discriminatie; discriminatie door allerlei bestaande regelingen. Voorbeeld ‘Mensen die het laatst gekomen zijn, worden het eerste ontslagen’
Etnische onderklasse: een onderklasse onder mensen, waarin mensen zitten die op economisch- en sociaal gebied erg laag zitten.
3 kenmerken van deze klasse:
- slechte onderwijsprestaties
- slechte huisvesting
- laag loon of een uitkering.
Er zijn 2 verklaringen voor de achterstandspositie van veel allochtonen:
- positietoewijzing; schuld van de Nederlandse samenleving dat wij allochtonen niet opnemen in onze samenleving.
- positietoeverwerving; schuld van de allochtonen zelf dat zij zich afzonderen en zo niet in de Nederlandse samenleving goed worden opgenomen. Zij verbeteren hun positie niet en leveren zelf geen inspanningen.
Een stereotiep beeld lijdt tot een vooroordeel wanneer de bewuste mening over een groep, die niet gebaseerd is op feiten, door zeer veel mensen overgenomen wordt.
Voorbeeld stereotiep beeld: Marokkanen zijn crimineel.
Voorbeeld vooroordeel: een vrouw kan niet inparkeren.
Aantal oorzaken waardoor een stereotiep beeld ontstaat:
- socialisatieproces, de eigen cultuur wordt als vanzelfsprekend gezien
- angst voor een onbekende cultuur
- een externe vijand versterkt het eigen groepsgevoel
- mensen projecteren onvrede over hun eigen leven op een minderheidsgroep (er wordt gezocht naar een zondebok)
Self-fullfilling prophecy: de zichzelf waarmakende voorspelling, mensen denken dat stereotiepe beelden kloppen en gaan zich hiernaar gedragen zodat het stereotiepe beeld uitkomt.
Het verschil tussen racisme en discriminatie is dat er bij racisme sprake is van discriminatie van een bepaalde etnische groep. Discriminatie is dan het ongelijke behandelen van die groep.
Vooroordelen over een bepaalde groep kunnen leiden tot angst voor vreemdelingen (xenofobie) of leiden tot racisme (discriminatie van die bepaalde groep).
Kenmerken van allochtonen die tot de etnische onderklassen gaan behoren:
- zij hebben geen opleiding
- zij willen de Nederlandse taal niet leren
- zij willen zich niet aanpassen aan de Nederlandse cultuur
Oplossingen om deze klasse te voorkomen:
- minder vooroordelen vormen over allochtonen die zich in deze klasse bevinden (positietoewijzend)
- verplichten dat allochtonen zich aan de Nederlandse cultuur gaan aanpassen en onze taal leren, zodat ze een bestaan kunnen opbouwen en kunnen gaan werken hier. (posititeverwervend)
5 dimensies op basis waarvan je een cultuur kan omschrijven en vergelijken met andere culturen:
- machtsafstand; de mate waarin mensen met weinig macht dit accepteren en geen overleg hoeven. Uitersten tussen ouder en kind.
- Individualisme; de mate waarin de individuele ontplooiing de voorkeur verdient boven wat voor de groep belangrijk is. Uitersten tussen individualistisch en collectivistisch.
- Masculniteit; de mate waarin mannenrollen van vrouwenrollen te onderscheiden zijn. Uitersten tussen de status (mannelijk) en zorgzaamheid (vrouwelijk).
- Onzekerheidsvermijding; de mate waarin mensen zich bedreigd voelen door onzekere situaties en dus regels willen. Uitersten tussen veel vermijding van onzekerheid (veel regels) en weinig vermijding van onzekerheid (weinig regels).
- Langetermijngerichtheid; de mate waarin mensen op de veranderende toekomst gericht zijn in plaats van meer op het verleden en heden. Uitersten tussen de toekomst (plannen en sparen) en het verleden en heden (pluk de dag, tradities).
In Nederland is de machtsafstand en masculniteit erg laag, de onzekerheidsvermijding is gemiddeld en het individualisme erg hoog.
Als er een wij-cultuur is, dan kan er ook een cultuur zijn van een andere groep mensen. Dit is dan de zij-cultuur.
Positioneel bepaald gedrag: de sociaal-economische positie die mensen ten opzichte van elkaar innemen. Hiervan is sterk sprake in een moslim-cultuur, want hierin is de man-vrouw relatie erg formeel en autoritair. Er zijn duidelijke regels die door controle worden gehandhaafd en kinderen gehoorzamen hun ouders sterk.
Het verschil tussen cultuuruniversalisme en cultuurrelativisme is dat bij cultuuruniversalisme de cultuur overal hetzelfde is en elke cultuur die waarde dan heeft. De westerse cultuur is superieur aan de niet-westerse cultuur. De culturen staan op een verschillende positie, de één boven de ander Bij cultuurrelativisme wordt een cultuur alleen vanuit zichzelf beoordeelt. Elke cultuur is anders, maar staan ze wel allemaal op een gelijke positie.
Culturen kunnen botsen wat betreft de opvattingen over persoonlijke relaties.
Het verschil tussen geografische mobiliteit en internationale mobiliteit is dat bij geografische mobiliteit iemand zich verplaats van de ene naar de andere plak en bij internationale mobiliteit deze persoon zich verplaatst van het ene naar het andere land.
Vroeger waren er vooral gastarbeiders in Nederland uit Turkije en Marokko. Nu zijn er veel kennismigranten (hoogopgeleiden) die seizoenswerk uitvoeren. Deze migranten zijn afkomstig uit Oost-Europa.
Er zijn 3 verklaringen voor migratie naar het westen:
- grote sociale ongelijkheid tussen het noorden en zuiden van onze wereld; armoede en schending van de mensenrechten.
- relatief goede transportmogelijkheden naar het westen,
- kennis van de mensen en landen in het westen is erg hoog, migranten kunnen ook goed kennis opdoen over Nederland door middel van massamedia en internet, zodat ze weten dat het hier goed is.
2 negatieve gevolgen van het feit dat allochtonen in steden leven:
- ruimtelijke segregatie; het proces van het ruimtelijk groeperen van de bevolking met gemeenschappelijke kenmerken in bepaalde wijken of grotere ruimtelijke gehelen. Het ontstaat doordat allochtonen het liefst bij elkaar wonen en autochtonen van gebied waar allochtonen zich gaan vormen verhuizen.
Allochtonen worden vaak gescheiden van de autochtone bevolking.
- minderheidsvorming; groepen allochtonen die op sociaal- en economisch gebied een achterstand hebben, zijn vaak op cultureel gebied slecht geïntegreerd.
Van remigratie is sprake doordat migranten heimwee hebben naar hun afkomstige land of werkeloosheid en het maatschappelijke klimaat in Nederland.
3 politieke visies op het vreemdelingenbeleid in Nederland:
- ruimhartig migratiebeleid; soepel migratiebeleid en veel migranten zijn welkom. Iedereen heeft recht op een veilig en menswaardig bestaan, jonge nieuwkomers zijn een verrijking voor onze cultuur. Partijen; SP, GroenLinks, PvdA. LINKS
- circulatiemigratiebeleid; nadruk ligt op het tijdelijk aanwezig zijn van de migranten en remigratie. Minder illegalen, teveel migranten die blijven is slecht voor de verzorgingsstaat en het uitgangspunt is remigratie. Partijen: D66, CDA en ChristenUnie. MIDDEN
- restrictief migratiebeleid; streng toelatingsbeleid, beperkt aantal migranten worden toegelaten. Er zijn al te grote problemen in ons land met minderheidsvorming, te duur voor de verzorgingsstaat en er is minder sprake van sociale cohesie bij Nederlanders. Partijen: VVD, PVV. RECHTS
Ik denk dat een circulatiemigratiebeleid het beste beleid is, want zo kunnen migranten hier toch voor een tijd werken en geld verdienen voor hun familie wanneer dat nodig is. Terugkeer is goed voor deze mensen, zodat niet de hele familie mee hoeft om te immigreren.
Gezinshereniging is dat de bestaande familie weer compleet gemaakt wordt, doordat of de familie naar de ‘arbeidsheer’ in het buitenland gaat of deze persoon remigreert.
Gezinsvorming is gezinshereniging met de echtgenoot, wanneer één van de personen een vast bestaan in Nederland had. Dit is een vorm van gezinshereniging.
Hoofdstuk 12
Referentiekader: alle regels, waarden en normen die (vaak onbewust) bepalen hoe je iets beoordeelt.
2 verschillende theorieën over cultuuroverdracht door de media:
- de betekenisgevertheorie; de normen en waarden zijn door journalisten voor mensen bepaalt. De overdracht is groot.
- de myceliumtheorie; de normen en waarden van de journalisten worden bepaalt door de mensen zelf en uiten de journalisten. De overdracht is beperkt.
Je kunt 2 soorten zenders onderscheiden:
- marktgericht; kwantiteit, commercieel, praktisch, amusement en erg druk. (Vb. RTL, SBS of Veronica)
- geprofileerd; kwaliteit, publiek, achtergrond, serieus en erg rustig. (Vb. NED 1)
In conservatief amusement (rechts) zie je vaak stereotiepe beelden.
Voorbeeld: gekleurde mensen zijn crimineel.
In progressief amusement (links) zie je vaak relativerende beelden.
Voorbeeld: een vrouw die blank is, is crimineel (het omgekeerde).
Berichtgeving in de media kan invloed hebben op het beleid van de overheid, omdat de overheid zich toch (deels) aanpast aan de meningen van de bevolking door middel van het stemmen en die meningen komen vaak van berichten uit de media.
Immigratiebeleid: de mate waarin allochtonen worden binnengelaten in ons land.
Integratiebeleid: de mate van aanpassing waarin deze allochtonen moeten voldoen.
Ik vind dat journalisten wel de politieke correctheid moeten nastreven, maar de eigen mening van burgers over politieke onderwerpen of beslissingen ook moeten volgen. Alle meningen van iedereen in Nederland mogen geuit worden.
Wereldcultuur: mensen op de wereld hebben gelijke waarden en normen.
De wereldcultuur is ontstaan door 3 ontwikkelingen:
- de opstelling van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
- Economische globalisering (samenwerking tussen internationale landen).
- Internationale migratie.
Er zijn 2 uitingen m.b.t. uitingen van de wereldcultuur:
- Pessimistisch (links); gericht op het lokale en eigen beeld over de ‘wereld’, het gemeenschapsgevoel wordt kleiner. De westerse wereldcultuur vinden deze mensen niet ideaal en zijn juist voor de nationale culturen.
- Optimistisch (rechts); er vormt zich een groot, breed en internationaal beeld over de wereld. Er is economische vooruitgang en minder kans op oorlogen door het vele contact tussen landen. Voor de westerse wereldcultuur op de wereld.
Er zijn 2 uitingen m.b.t. uitingen van de wereldcultuur:
- Pessimistisch (links); gericht op het lokale en eigen beeld over de ‘wereld’, het gemeenschapsgevoel wordt kleiner. De westerse wereldcultuur vinden deze mensen niet ideaal en zijn juist voor de nationale culturen.
- Optimistisch (rechts); er vormt zich een groot, breed en internationaal beeld over de wereld. Er is economische vooruitgang en minder kans op oorlogen door het vele contact tussen landen. Voor de westerse wereldcultuur op de wereld.
Cultuurimperialisme: het westen legt haar cultuur op in het niet-westen. Dit is een eenzijdige wijze, want niet-westerse landen mogen van ons niet onze cultuur beïnvloeden.
Ik vind het persoonlijk niet erg dat er door globalisering een wereldcultuur ontstaat, want dat hoort nou eenmaal bij de ontwikkelingen die wij in de wereld doormaken en daar moet iedereen aan geloven. De wereld zal ook beter in verbinding staan met elkaar op allerlei sociale- en economische gebieden. Nationale culturen kunnen natuurlijk (deels) nog wel geuit worden binnen samenlevingen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden