Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Parlementaire democratie

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1006 woorden
  • 29 januari 2009
  • 48 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
48 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting maatschappijleer “Parlementaire democratie”

1. WAT IS POLITIEK?

Parlement: eerste en tweede kamer (die kiest het volk) (=volksvertegenwoordigers)
Regering: de ministers+koningin (= kabinet alle ministers+staatssecretarissen)

Hun maken de belangrijkste beslissingen, maar de burgers, media en ambtenaren hebben natuurlijk ook invloed.

Politiek: DE MANIER WAAROP EEN LAND BESTUURD WORDT.

Openbare orde en veiligheid, buitenlandse betrekkingen, infrastructuur, welvaart, welzijn, onderwijs.


Voor de plannen die politici daarover maakt, betalen burgers belasting. Tegenover deze belasting zijn de burgers vrij om invloed uit te oefenen op de politiek.
DAT KUN JE OP DEZE MANIEREN DOEN:

● STEMMEN
● LID WORDEN VAN EEN POLITIEKE PARTIJ
Als je lid bent heb je dus ook echt wat te vertellen en je verkiesbaar stellen voor bijv. de Tweede Kamer, gemeenteraad of de provinciale staat.
● CONTACT OPNEMEN (VERZOEK INDIENEN)
● MEDIA BENADEREN
● AANSLUITEN BIJ EEN ACTIEGROEP
(bv Greenpeace, Amnesty International  demonstreren, handtekeningen inzamelen)
● BEZWAARSCHRIFT OF NAAR DE RECHTER
● BURGERLIJKE ONGEHOORZAAMHEID
Iets doen wat tegen de regels is / overtreden van de wet. (Gewetenskwestie, denk aan pastoor+asielzoekers)

___________________________________________________________________________

Democratie: bevolking heeft invloed op de politiek ( zie redenen hier boven)
(indirecte en directe democratie)


Vrijheid en gelijkheid zijn de belangrijkste waarden in een democratie: IEDEREEN MAG STEMMEN EN JE MAG ZELF WETEN WÁT JE STEMT.

Parlementaire democratie: parlement neemt alle belangrijke beslissingen

KENMERKEN parlementaire democratie:
(deze regels zijn vastgelegd in de grondwet)

● vanaf 18 jaar mag je stemmen
● iedereen mag een politieke partij of vereniging oprichten
● iedereen mag demonstreren / je mening uiten
● de leden van de Staten Generaal mag gekozen worden door een geheime stemming
● wetten worden door de Staten Generaal + regering vastgelegd

___________________________________________________________________________
DICTATUUR (alleenheerschappij)
 één iemand heeft alle macht
dictaturen komen vaak voor na een opstand of revolutie. Basiskenmerk: geweld + onderdrukking.

Andere kenmerken:
● GRONDRECHTEN WORDEN NIET BESCHERMD
Burgers zijn afhankelijk van wat de dictatuur allemaal zegt.

● GEEN VRIJHEID VAN MENINGSUITING
Publicaties en tv uitzendingen van zogenaamde vrije pers worden afgekeurd. Je hebt eigenlijk ook gewoon helemaal niks te zeggen.
● OPPOSITIEPARTIJEN ZIJN VERBODEN
● MILITAIREN spelen een grote rol
om verzet van het volk te onderdrukken
● soms gaan mensen toch stiekem naar de stembus om te stemmen

-

communisme: alles is van de staat, mensen hebben niet echt een eigen bezit
fascisme: ZEER NATIONALISTISCH. Alles wat niet in hun eigen land thuis hoort, is slecht. Hun eigen land + volk is het belangrijkst. Vaak gaat het gepaard met discriminatie.

2. POLITIEKE STROMINGEN.

Ideologie: samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting.

De meeste ideeën die je in de ideologieën tegenkomt gaan over:
● WAARDEN EN NORMEN

● ideale SOCIAAL-ECONOMISCHE VERHOUDINGEN
● ideale MACHTSVERDELING IN DE SAMENLEVING

Nederland kent drie ideologieën:
- LIBERALISME
ontstond: 18e eeuw  einde Franse Revolutie
ideaal: persoonlijke en economische vrijheid. (staat moest zich niet bemoeien met de economie!!!!!!)
VRIJHEID IS HET BELANGRIJKST

- SOCIALISME
ontstond: omdat de werkgelegenheden in de 19e eeuw zo slecht waren
socialisten verzetten zich daartegen!
ideaal: een einde maken aan armoede en ongelijkheid!
De socialisten dachten anders over gelijkheid, daaruit kwamen twee groepen:
● communisten wilden dat arbeiders door een revolutie alle macht zouden krijgen!
● sociaaldemocraten wilden meedoen met de verkiezingen om zo te zorgen voor goede sociale wetgeving.

- CONFESSIONALISME

ontstond: aan het eind van de 19e eeuw organiseerden christelijke groepen zich in politieke partijen
ideaal: samenleving op christelijke grondslag. Belangrijke waarden daarbij:
● rentmeesterschap
Mens is verantwoordelijk om goed voor de aarde te zorgen.
● solidariteit
Naastenliefde. We moeten zorgen voor diegene die wij lief hebben.
● harmonie
Burgers, organisaties en de overheid moeten in harmonie samenwerken.
● gespreide verantwoordelijkheid
De christenen willen een zorgzame samenleving waar mensen verantwoordelijk zijn voor elkaar. De overheid heeft hierin een kleine, aanvullende rol.

PROGRESSIEF EN CONSERVATIEF

Progressief: vooruitstrevend, de maatschappij willen veranderen, open staan voor nieuwe ideeën.
Conservatief: behoudend, alles houden bij het oude, niks willen veranderen.
 reactionair: soms zijn conservatieven zo behoudend, dat ze regels van

vroeger terug willen.

LINKS EN RECHTS

Rechts: eigen verantwoordelijkheid is het belangrijkst !! Vrijheid van mensen. Burgers moeten zoveel mogelijk hun eigen zaakjes regelen.
Partijen: VVD, PVV

Links: gelijkwaardigheid! Iedereen is gelijk. Iedereen heeft gelijke kansen op onderwijs, inkomen en werk.
Partijen: PvdA, SP, GroenLinks

Er zijn ook steeds meer partijen in het ‘midden’.

CDA is de grootste christendemocratische partij. Behoort tot het politieke midden! Iets links van het midden staat de ChristenUnie (noemt zichzelf christelijk-sociaal). SGP staat meer aan de rechterkant. (conservatief)

3. POLITIEKE PARTIJEN

Politieke partij: groep mensen met dezelfde ideeën over dé ideale samenleving!
Zij verschillen daarin van actiegroepen tot belangenorganisaties.

Actiegroepen: die houden zich bezig met één bepaalde doelstelling en voeren buitenparlementaire acties. (demonstraties, handtekeningen verzamelen) Een politieke partij probeert juist zijn doelen te bereiken via het parlement.

Belangenorganisaties: komen op voor een bepaalde groep mensen.

(en daar bedoelen we géén politieke partijen mee!)

SOORTEN PARTIJEN
- Partijen op basis van ideologie
- One-issuepartijen
Die richten zich op één aspect van de samenleving en hebben daar een duidelijk standpunt over! (denk aan partij vd dieren)
- protestpartijen
ontstaan uit onvrede met de bestaande politiek
- niet-democratische partijen
fascistisch of rechts-extremistisch  zeer nationalistisch

FUNCTIES POLITIEKE PARTIJEN
Politieke partijen hebben natuurlijk een aantal belangrijke taken in onze democratie, zoals:
- integratiefunctie
- informatiefunctie
- participatiefunctie
- selectiefunctie

4. VERKIEZINGEN

Politici op verschillende niveaus (van groot naar klein):
1. het Europees Parlement
2. de Tweede Kamer
3. de Provinciale Staten

4. de gemeenteraden

Je mag je verkiesbaar stellen, als je achttien jaar of ouder bent. Dat gaat niet zomaar, daarom moet een patij die mee wil doen:

● laten registreren bij de Kiesraad
● er zijn 19 kies-gebieden/districten in Nederland. Je moet je kandidaat stellen
daarbij dertig handtekeningen
● 1250 euro betalen

___________________________________________________________________________
Alle Nederlanders van 18+ hebben actief kiesrecht.
 bij landelijke verkiezingen mag je dus je stem uitbrengen

PASSIEF KIESRECHT = het recht om je kiesbaar te stellen (18+ & Nederlander)
Buitenlanders hebben alleen kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen

VERKIEZINGSPROGRAMMA = daarin staan de standpunten van de partij
LIJSTTREKKER = de bekendste kandidaat van een partij. Hij bepaalt het
gezicht van de campagne en je ziet hem vaak op tv.

WELKE PARTIJ?

Hoe weet je op welke partij je wilt stemmen?
 Standpunt komt overeen met wat jij ook vind
 Jouw eigen belangen (denk aan allochtonen&ondernemers)
 Strategisch stemmen, omdat je kijkt wie jij wilt dat er in de regering komt

EVENREDIGE VERTEGENWOORDIGING = alle zetels worden eerlijk verdeeld op
basis van alle uitgebrachte stemmen

KIESDELER = hoeveelheid stemmen die een partij nodig heeft voor één zetel

Zwevende kiezer is iemand die het moeilijk vindt om te kiezen en makkelijk van partij wisselt

REACTIES

V.

V.

goed

12 jaar geleden

/.

/.

Top!

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.