Multiculturele samenleving

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vmbo | 1753 woorden
  • 16 maart 2016
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
12 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Fix onze energie!

Studeer energie & techniek. Iedereen staat te springen om jou! We hebben namelijk veel technische toppers nodig die de energie van morgen fixen. Met een opleiding in energie & techniek ben je onmisbaar voor de toekomst. Check Power Up The Planet en ontdek welke opleiding het beste bij je past! 

Check Power Up The Planet!

4.1

Nederland is de afgelopen 50 jaar sterk veranderd: gezinnen werden kleiner en vrouwen bleven vaker werken als ze trouwden. In een grote stad heb je veel verschillende culturen, in dorpen zijn er veel minder verschillende. Er ontstonden jongerenculturen en er kwamen ‘nieuwe Nederlanders’ naar ons land. Vroeger was het een uitzondering als je een buurman uit Marokko/Suriname had, tegenwoordig is dat heel gewoon. Hun gedrag lijkt voor een deel op andere Nederlanders maar soms verschillen ze in eten, muziek of speciale gewoonten.

Omdat er zoveel verschillende subculturen met autochtonen (iemand die zelf, net als zijn ouders (en vaak grootouders) in het land geboren en opgegroeid is) & allochtonen (jij of één van je ouders in het buitenland geboren en opgegroeid is.) zijn noemen we Nederland een multicultureel land.

De 4 belangrijkste kenmerken van de Nederlandse multiculturele samenleving:
- Er is een dominante cultuur die bij de meeste Nederlanders past (Sinterklaas, Nederlandse taal, leerplicht voor alle kinderen etc.)
- Er wonen verschillende etnische groepen zoals Marokkanen, Somaliërs en Belgen. (Etnisch betekent letterlijk volk, elke allochtone groep vormt een eigen subcultuur.)
- Veel andere subculturen (jongerenculturen, bedrijfsculturen en mensen die elke week samen sporten)
- Verschillende godsdiensten (christendom, islam, jodendom, hindoeïsme. Elk eigen feestdagen en gewoonten.)
 

De meeste allochtonen zijn hier geboren & opgegroeid met Nederlandse gewoonten, ze hebben een Nederlands paspoort en zijn dus Nederlander. Sommige cultuurgewoonten laten ze liever niet los, daardoor: mogelijkheid Spaanse danslessen volgen, oosterse markt kunnen bezoeken, moskeeën & hindoeïstische tempels.
Subculturen kunnen botsen met elkaar en met de dominante cultuur. In Nederland gaan autochtone jongens/meisjes vaak losser met elkaar om dan in andere culturen. Als een Hindoestaans meisje verkering heeft met een Nederlandse jongen durft ze dit thuis meestal niet te vertellen, in die cultuur kiezen ouders namelijk met wie je gaat trouwen.

4.2
Waarom kiezen mensen ervoor om in een ander land te gaan wonen?

Werk
Vijftig jaar geleden kwamen er veel Spanjaarden, Italianen, Marokkanen en Turken naar Nederland om te werken. In die landen was weinig werk en Nederland zochten we arbeiders voor onze fabrieken. De laatste jaren komen er veel buitenlandse werknemers uit:
 

Polen & Roemenië

Werken in de bouw/kassen

India & Verenigde Staten

Werken als computerspecialist/arts


Koloniën
Nederland had vroeger koloniën (gebieden die werden veroverd voor de handel: Suriname & Indonesië). Toen deze landen zelfstandig werden hadden de inwoners weinig vertrouwen in een goede economische & politieke toekomst. Omdat ze een Nederlands paspoort hadden verhuisden deze Indische Nederlanders, Molukkers en Surinamers naar Nederland om hier te wonen, studeren en werken. Op dit moment heeft Nederland geen echte koloniën meer, de Antillen zijn nog wel een deel van het Koninkrijk der Nederlanden.

 
Oorlog
Soms vluchten mensen uit hun land omdat hun leven gevaar loopt: oorlog of ze kunnen opgepakt worden door politieke mening. Deze politieke vluchtelingen noemen we ook welk asielzoekers (= mensen die opzoek zijn naar bescherming in een veilig land.) Ze komen hier eerst terecht in speciale asielzoekerscentra. Daar wordt onderzocht of ze écht gevaar lopen, als je mag blijven krijg je een verblijfsvergunning. Veel asielzoekers komen uit oorlogslanden als Somalië en Afghanistan en dictaturen als Iran en Sudan.

Gezinshereniging & gezinsvorming.
Als een vader snel zijn land uit moet vluchten wil hij het liefst dat zijn vrouw/kinderen bij hem komen wonen: gezinshereniging. Gezinsvorming = als je iemand uit een ander land hierheen haalt om er hier mee te gaan trouwen.

Buitenlanders worden niet makkelijk toegelaten in Nederland, er gelden strenge regels.  Als je uit een ander EU-land komt kan je in de meeste gevallen zonder probleem in Nederland wonen, studeren & werken. Daarom kunnen Nederlandse jongeren makkelijk studeren in Parijs of Barcelona.

Als uit een land buiten de EU komt zijn de regels wél streng:
- Mensen die werk zoeken worden ze alleen toegelaten als het een beroep is waar in Nederland vraag naar is: Profvoetballers of computerdeskundigen.
- Bij gezinsvorming moeten beide partners minimaal 21 jaar zijn en degene in Nederland moet voldoende verdienen. Bij gezinshereniging geld de minimumleeftijd van 21 jaar alleen voor de persoon in Nederland, deze persoon moet ook genoeg verdienen om zijn/haar gezin te kunnen onderhouden.
- Asielzoekers worden alleen toegelaten als zij kunnen bewijzen dat zij in hun land met de dood bedreigt worden. Als ze dat niet kunnen worden ze teruggestuurd.
- Iedere nieuwkomer moét slagen voor het inburgeringsexamen. Bij gezinsvorming/gezinshereniging moet je voor het basisexamen geslaagd zijn vóór je naar Nederland mag komen.

Ondanks de strenge regels zijn er ook illegalen in Nederland. Zij hebben geen toestemming om hier te wonen/werken.

4.3
Gewoonten, normen & waarden overnemen als je in een ander land gaat wonen:
1. Bijna 100% aanpassen. Assimilatie: Je vervangt heel veel van je eigen cultuur door de dominante cultuur v/h land waar je woont. Sommige allochtonen ‘vernederlandsen’ zo sterk dat hun eigen tradities/gewoonten minder belangrijk worden: alcohol drinken, westerse kleding, geen dagelijks bezoek aan tempel/moskee.

2. Niet aanpassen. Segregatie: Sterke scheiding tussen bevolkingsgroepen. Oudere Chinese, Marokkaanse en Turkse Nederlanders hebben weinig contact met autochtone Nederlanders. Allochtone kinderen zitten vaak op ‘zwarte scholen’ (autochtone op ‘witte scholen’), die kinderen hebben weinig contact met elkaar: segregatie.

3. Gedeeltelijk aanpassen. Integratie: nieuwkomers nemen Nederlandse gewoonten over maar houden ook veel van hun eigen cultuur.  Surinaamse jongeren eten thuis bijv. vaak rijst maar gaan ook graag naar de snackbar. Of Turkse ouders die thuis Turks praten maar met Nederlanders; Nederlands.

Hollandse kinderen leren loempia’s eten, Marokkaanse/Surinaamse kinderen zingen mee met Jan Smit.

Wat  vindt de politiek ervan? Bijna allemaal voor integratie!
Liberale partijen (VVD, D66):
“Allochtonen kozen zelf voor Nederland, ze moeten er zelf voor zorgen dat zij de taal leren, diploma’s halen en werk vinden. Gewoonten/tradities uit eigen cultuur mogen gehouden worden als dit de integratie niet in de weg staat.”
Rechtse partijen (PVV): “Allochtonen moeten zich helemaal (meer dan hierboven) aanpassen. Anders verdwijnt de Nederlandse cultuur.
Linkse/sociaal democratische partijen (PvdA, GroenLinks, SP): “Je mag v/d allochtonen eisen dat ze Nederlands leren, naar school gaan en gaan werken. De overheid moet hen hulp bieden door genoeg taalonderwijs, werk en goede huizen.”
Christelijke partijen (CDA): “Respect voor elkaars godsdienst is belangrijk, nieuwkomers moeten wel hun best doen om mee te doen aan de Nederlandse samenleving.

Dit wil je ook lezen:


4.4
Hoe komt het dat de integratie soms wel/niet goed verloopt?
Taal
Allochtonen kunnen niet goed praten met buren, in winkels of bij de dokter. De meeste allochtonen spreken Goed Nederlands maar thuis spreken ze meestal een andere taal. Daardoor is er taalachterstand. Een Nederlandse kleuter kent gemiddeld meer woorden dan een allochtone kleuter: achterstand is moeilijk in te halen.

Opleiding
Door de taalachterstand gaan sommige Turkse/Marokkaanse jongens zonder diploma van school. Surinaamse jongens (vroeger was Suriname een kolonie van Nederland; betere basis v/d taal.)  en Marokkaanse meisjes presteren beter op school. De meiden zijn vaak gemotiveerd om te leren.

Werk
Zonder diploma is het lastig om aan werk te komen. Als je werk hebt is integreren makkelijker, je praat met collega’s en maakt automatisch kennis met de Nederlandse cultuur. Werkloos? Je mist deze vorm van integreren.

Discriminatie
Soms kom je moeilijk aan een baan, hoe goed je opleiding ook is. Dit komt door discriminatie (=mensen in dezelfde situatie worden ongelijk behandeld.) Soms worden meisjes met een hoofddoek niet aangenomen in winkels omdat de eigenaar denkt dat klanten dat niet fijn vinden. Ook andere groepen worden gediscrimineerd: gehandicapten, homo’s soms meisjes en vrouwen.

Probleemwijken
Wijken zijn belangrijk om te integreren. In steden zijn er vaak aparte wijken waar allochtonen wonen (vaak slechtere woningen, meer werkloosheid, criminaliteit en rondhangende jongeren (overlast)) dit is een voorbeeld van een probleemwijk. Succesvolle allochtonen willen op een gegeven moment niet meer in zo’n wijk wonen en verhuizen, daardoor zijn de problemen nog moeilijker op te lossen.

Voor een betere integratie moet iedereen meehelpen: allochtonen, autochtonen & overheid:
Allochtonen kunnen hun best doen om goed Nederlands te leren, diploma te halen en een baan te vinden. Door kinderen naar gemengde scholen te sturen kunnen zij opgroeien met Nederlandse kinderen.
Autochtone Nederlanders kunnen belangstelling tonen in andere culturen hoe meer je weet, hoe minder snel je discrimineert, grotere kans op integratie.
Overheid kan de integratie verbeteren door:
- Zorgen voor voldoende banen (goed voor economie & integratie).
- Extra geld voor lessen Nederlands en taalcursussen
- Spijbelaars & voortijdige schoolverlaters aanpakken
- Huizen in probleemwijken opknappen en de buurt gezelliger maken, mensen met een goede baan blijven en ontstaat een gemengde wijk waar integreren makkelijk is.



4.5
Ongeveer de helft v/d jongeren in Nederland gelooft in een hogere macht als God, Allah, Shiva of Jahweh. Toch gaat maar één kwart van de jongeren naar de kerk, tempel of moskee. Halverwege de vorige eeuw was bijna iedereen in Nederland christelijk. Je ziet nog allerlei christelijke kenmerken, in ieder dorp staat een kerk, er zijn christelijke scholen en de EO, NCRV en KRO zijn christelijke omroepen. Op zondag (christelijke rustdag) is bijna iedereen vrij en zijn de meeste winkels gesloten.

2 stromingen binnen het christendom:
- Katholieken met paus als leider in Rome.
- Protestanten zonder leider.

Vroeger gingen ze niet goed met elkaar om, katholieken gingen naar een katholieke school, sportclub en mochten niet met protestanten trouwen.
Mensen met verschillende godsdienst kunnen naast elkaar leven: christendom, jodendom, islam, hindoeïsme en boeddhisme: godsdienstvrijheid (artikel 6 v/d grondwet)

In Nederland is er vrijheid van meningsuiting, die heeft grenzen:
- Sommige gelovigen noemen homoseksualiteit een afwijking/ziekte
- Gelovigen voelen zich gediscrimineerd door niet-gelovigen.
Als je in deze gevallen naar de rechter gaat zegt hij meestal dat iemand mag zeggen/doen wat hij wil. Hij alleen zal nooit toestaan dat iemand gediscrimineerd of bedreigd wordt. Oproepen tot geweld/haat zaaien is verboden.


Volgens sommige mensen moeten godsdiensten met de tijd meegaan (in de Bijbel/Koran hadden vrouwen vroeger weinig rechten) Moderne gelovigen houden daar rekening mee en vinden dat ze de Bijbel/Koran niet letterlijk moet lezen; alleen de belangrijkste boodschap. Fundamentalisten vinden dat je alles uit de heilige boeken wél letterlijk moet nemen.  Islamitische fundamentalisten vinden dat Islamitische vrouwen niet mogen werken en niet alleen over straat mogen gaan, streng gelovigen vinden dat vrouwen geen broek mogen dragen/niet mogen stemmen. Islamitische/christelijke fundamentalisten zijn beide tegen homoseksualiteit.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.