Multiculturele samenleving

Beoordeling 4.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 1033 woorden
  • 15 februari 2007
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 4.3
7 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Maatschappijleer:

1.1:
Een multiculturele samenleving: een samenleving waarin meerdere groepen mensen kunnen worden onderscheiden met meerdere culturele kenmerken.
Er zijn dus meerdere nationaliteiten in een multiculturele samenleving
Er zijn ook veel cultuurveranderingen: er is een enorme gevarieerdheid in jeugdculturen(denk maar aan gothics en skaters) en er zijn ook veel veranderingen.

Drie oorzaken daarvoor zijn:
- Technische ontwikkelingen die kunnen leiden tot nieuwe levenswijzen
- nieuwe generaties ontwikkelen nieuwe voorkeuren en gedragsregels
- verschillende culturen beïnvloeden elkaar

Er worden in het begrip cultuur 3 dimensies onderscheiden:
• Ideële dimensie: waarden: is iets goed of slecht
• Normerende dimensie: gedragsregels, normen en wetten
• Materiële dimensie: opvattingen: mensen maken zelf uit of ze iets mooi of lelijk vinden.

Internationaliseren: Als je iets eigen gemaakt hebt. Dat betekent dat je geleerd is wat goed en slecht is, en op een gegeven moment maak je dat dus eigen.

Socialisatie: dit vindt plaats in je gezin, via opvoeding.

Sociale controle: Het gedrag van sommige mensen is erg afwijkend van de normen en waarden die we hebben in de samenleving. Als dit het geval is worden deze mensen gestraft. Dit het een sociale controle

Mensen van een andere cultuur zullen altijd gewoontes van hun eigen cultuur behouden. Dit kan leiden misverstanden, communicatieproblemen en tot sociale problemen

Je kan het op verschillende manieren gebruiken:
-beschrijvend: het zegt niet meer dan dat er verschillende culturen in Nederland zijn
-normatief: Zij beschouwen het als een na te streven ideaal.

Paragraaf 2:

Alleen als ze in hun land van herkomst moeten vrezen voor hun leven, wordt hun asiel verzocht. In de praktijk komt het erop neer dat toelating en verblijf worden geweigerd tenzij dat in strijd is met:
-het recht op gezinshereniging en gezinsvorming;
-internationale verdragen;
-klemmende redenen van humanitaire aard.

Allochtonen: nieuwkomers worden allochtonen genoemd.

de overheid hanteert de aanduiding allochtoon voor:
-de eerste generatie nieuwkomers;
-de tweede generatie
-de derde generatie

Allochtone minderheden: groep allochtonen die een lage sociaal-economische positie hebben in de Nederlandse samenleving. De overheid wilt deze positie verbeteren, en duid deze allochtonen aan als doelgroepen.
Autochtonen: Mensen die traditioneel ingezetenen zijn. Als je ergens geboren bent, en dus thuis hoort in dat land.
Omdat overheidsbeleid zich richt op positieverbetering van de allochtone minderheden (zie bovenaan bij de begrippen) worden ze ook wel aangeduid als allochtone doelgroepen.

3.1:

De 4 grootste allochtone doelgroepen zijn in volgorde van hun grootte: Turken, Surinamers, Marokkanen, Antillianen/Arubanen. Dit zijn 1 miljoen mensen op een totale bevolking van 16 miljoen.

De allochtonen wonen het meest in grote steden als Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag. Ze wonen daar in de oudste wijken. (vroeger lagen die vlakbij hun werk, en ze waren goedkoop) Dit is geen evenwichtige spreiding.
Nieuwkomers trokken naar plaatsen waar hun landgenoten waren. Voordeel: een doelgroep zit bij elkaar, dus kunnen er makkelijker buurtvoorzieningen georganiseerd worden.

3.2:

De snellere groei van de allochtone bevolking kan verklaard worden door:
• Immigratie
• Hoog geboorte cijfer(+lage gemiddelde leeftijd)
Daling van het groeicijfer kan verklaard worden door:
• Afnemende immigratie
• Afname van het geboorte cijfer(+stijging van gemiddelde leeftijd)
• Minder grote gezinnen

3.3:

Allochtonen hebben vaak een lagere economische positie in de samenleving. Dat kan je zien aan:
• Laag gemiddeld arbeidsinkomen
• Hoge werkloosheidcijfers
• Slechte huisvestiging

Positieverwervende factoren: capaciteiten en inspanningen
Positietoewijzende factoren: sociale omgeving

Factoren die de sociaal economische positie van allochtonen verslechteren:
• Het Lage opleidingsniveau
• Technologische ontwikkelingen
• De ondoorzichtigheid van de arbeidsmarkt
• Discriminatie
En voor de allochtonen die net in Nederland zijn:
• Taalachterstand

4.1:

discriminatie: het maken van onderscheid qua geloof, huidskleur en politiek

gedrag--> opvattingen-->discriminatie

vooroordeel: is een mening over iemand of een groep mensen die niet op feiten is gebaseerd. Het zijn opvattingen die ten grondslag liggen aan discriminatie.(gevoelens van vijandigheid)
Antipathie: gevoel van vijandigheid (gekoppeld aan angst voor gevoelens voor het vreemde)
Xenofobie of vreemdelingenhaat: een vooroordeel met gevoel van angst en vijandigheid

Kenmerken van vooroordelen:
• Vijandig oordeel
• Oordeel over een groep, of over individuen als leden van een groep
• Het oordeel is onvoldoende door feiten gesteund
• Het oordeel is star (mensen laten zich niet meer overtuigen)

Waarom zijn de oordelen star:
• Positieve eigen identiteit: mensen willen zelf de beste zijn
• Het heeft gevolgen
• Mensen passen zich aan aan hun sociale omgeving

Gedrag wordt beïnvloed door:
• Iemands houding
• Sociale normen (gedragsregels)

Niet iedereen die bevooroordeeld is discrimineert
Niet iedereen die discrimineert is bevooroordeeld.

5.1:

Klassiek racisme: vroeger was er een indeling tussen goed en slecht volk op basis van geloof. Later werd dit ook gebaseerd op biologische, erfelijke kenmerken.(vooral de huidskleur). Het blanke ras werd als superieur beschouwd.

Antropologie: mens-en volkenkunde

Evolutieleer: de blanken werden als hoogste stadium van de evolutie beschouwd. Andere rassen behoorden tot de lagere stadia.

Vlak na de WOII: het werd duidelijk dat het klassieke racisme op misverstanden berustte. Als je alles bij hield qua rassen kon je oneindig doorgaan: 2 mensen uit verschillende rassen krijgen kinderen-> en die krijgen weer kinderen etc…

5.2:

Modern racisme: vreemdelingenhaat. Criminele dingen, menselijke capaciteiten hangen samen met een huidskleur. Racisme is in Nederland bij de wet verboden

6.1:

integratie: samenvoegen. In een maatschappij betekent het: samenleving waarin verschillende culturen naast elkaar (mogen) bestaan, en anderzijds samen in contact staan.

Segregatie: scheiding. Een samenleving waar segregatie bestaat kan je nauwelijks een samenleving noemen. De verschillende cultuurgroepen staan niet met elkaar in contact, en hebben nauwelijks respect voor elkaar.

Segregatie of integratie in Nederland: Nederland zit er tussenin

Melting-pot: smeltkroes. De verschillende culturele groepen versmelten zich op cultureel en fysiek gebied.

Assimilatie: het overnemen door nieuwkomers van de cultuur van een dominante al langer aanwezige groep

Salad-bowl: de sla-bak samenleving: er zijn verschillende culturen in een samenleving.

6.3:

cultuurrelativisten: een cultuur kan alleen vanuit zichzelf worden beoordeeld. De ene cultuur is nooit beter dan de andere

cultuuruniversalisten: een cultuur met mensen rechten is beter dan een andere cultuur waar mensenrechten niet gegarandeerd zijn.

7.1:

Beleid voor vreemdelingen:
• Meer vreemdelingen worden direct teruggestuurd naar waar ze vandaan komen
• Minder vreemdelingen krijgen een (voorlopige) verblijfsvergunning
• Meer vreemdelingen worden (eerder) uitgezet

Gevolg van de vreemdelingenwet:
• Er melden zich minder asielzoekers aan de grens.
• Sommige asielzoekers vinden het beleid te streng, en onmenselijk
• Minder mensen krijgen een verblijfsvergunning, dus gaan mensen illegaal in Nederland verblijven. Deze mensen zijn een makkelijke prooi voor mensenhandelaren-> prostitutie

7.3:

Interculturele onderwijs(ICO)

7.4:

schakelklassen (ISK’s): schakelklassen voor leerplichtige kinderen
Wet inburgering Nieuwkomers(WIN): alle nieuwkomers moeten verplicht een inburgering onderzoek ondergaan. Op basis daarvan wordt gekeken hoelang ze een inburgering cursus moeten volgen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.