MULTICULTURELE SAMENLEVING:
Hoofdstuk 2: de multiculturele samenleving:
2.3: Wat is de multiculturele samenleving:
Nederland = multiculturele/multi-etnische samenleving land waarin verschillende bevolkingsgroepen met verschillende culturen naast elkaar leven.
Ontstaat als groepen mensen besluiten naar een ander land en cultuur te gaan verhuizen (volksverhuizingen)
Migratie verhuizen van het ene land naar het andere.
Etnisch (etnos) ras/volk/natie.
Etnische groep mensen die door zichzelf en door andere groepen als een aparte groep worden beschouwd op basis van etniciteit.
Etniciteit culturele kenmerken en gedragingen van een groep mensen die van generatie op generatie gaan en versterkt worden door gemeenschappelijke afkomst.
Komt o.a. tot uiting in religie, taal, kleding, omgangsvormen, waarden, normen enz…
2.4: Spraakverwarring:
Namen etnische groepen:
- Vreemdeling/buitenlander bezoeker van dit land die niet de Nederlandse nationaliteit heeft.
- Allochtoon iemand die zich op grond van ras of andere zichtbare kenmerken onderscheidt van de oorspronkelijke bewoners van een land.
- Gastarbeiders mensen die door het bedrijfsleven in samenwerking met de overheid uit landen rond de Middellandse Zee zijn gehaald om hier te komen werken.
- Etnische groepen
- Minderheden groepen die onderscheiden van de meerderheid doordat ze op een of andere manier achtergesteld zijn.
Autochtoon inwoner van ons land die hier zijn wortels heeft. (al generaties lang woont zijn familie in Nederland)
Stigmatiseren ergens een stempel op drukken.
2.5: nieuwe sociale en politieke vraagstukken:
Minderhedenbeleid centraal hierin staat de vraag welke taak de overheid heeft bij de verbetering van de sociaal-economische en sociaalculture positie van de etnische minderheden.
Vreemdelingenbeleid centraal hierin staat de vraag of er een ruim (terughoudend) beleid van toelating moet worden gevoerd.
Hoofdstuk 3: waarom zijn er vreemdelingen in Nederland:
3.3: een historische benadering:
Migratiesaldo verschil tussen mensen die naar ons land immigreren en die vanuit ons land emigreren
3.4: gevolgen van de migratie:
Assimilatie opgaan in de autochtone bevolking
Positieve gevolgen:
- geen tekort aan arbeidskrachten meer
- besef dat onze cultuur 1 van de vele is
- evenwichtiger samenbouw van de samenleving
- impulsen aan de ontwikkeling van de wetenschap, handel, nijverheid
Negatieve gevolgen:
- discriminatie
- problemen met huisvesting
- problemen met onderwijs
- botsende cultuurverschillen
- opkomen van extreemrechtse groeperingen
3.5: Waarom migreren mensen:
- Ecologische en economische situatie geen bestaansmogelijkheden. Ecologische = vluchten of creperen van de honger, economische = geen werk vinden enz….
- Politieke situatie worden vervolgd om politieke/godsdienstige redenen
- Persoonlijke situatie gezinsvorming/hereniging
Arbeidsmigratie mensen die emigreren om (beter) werk te krijgen
Pushfactoren factoren in het land van de migrant die hen ertoe brengt naar elders te reizen
Pullfactoren factoren in het migratieland die mensen van buiten aantrekken
Global village benaming voor de wereld omdat je je tegenwoordig makkelijker kunt verplaatsen van het ene naar het andere land.
3.6: de belangrijkste groepen van migranten in Nederland:
Na WOII:
- Indische Nederlanders Nederlanders die in Indonesië hebben gewoond en weer teruggingen naar Nederland toen Indonesië onafhankelijk werd
- Molukkers Nadat Nederland ze een zelfstandige staat had beloofd en die ze niet kregen gingen veel Molukkers naar Nederland om in dienst te gaan bij de Nederlandse Landmacht.
- Surinamers Mensen die in Nederland kwamen om te studeren later waren het politieke vluchtelingen.
- Antilianen Mensen die van de Antillen kwamen om hier te studeren en later omdat er steeds minder werkgelegenheid is op de Antillen.
Vanaf de jaren 60 tot oliecrisis 1973 werkgevers haalden uit Turkije, Marokko, Spanje Italië Griekenland en Joegoslavië laaggeschoolde arbeiders.
3.7: De groei van de etnische groepen in ons land:
- In gezinnen van etnische groepen worden gem. meer kinderen wordt geboren dan in Nederlandse gezinnen.
- De gezinshereniging is sterk aan het afnemen.
- Gezinsvorming komt nog steeds voor
- Veel jongeren van etnische groepen die allemaal een gezin gaan vormen.
- Er komen steeds nieuwe vluchtelingen.
- Geringe retourmigratie.
Gezinshereniging het weer compleet maken van een gezin. Veel mannen die in Nederland kwamen werken lieten vrouw en kinderen achter. Later kwamen die ook naar Nederland.
Gezinsvorming het over laten komen van een huwelijkspartner.
Hoofdstuk4: verblijfstitels voor vreemdelingen:
4.3: de buitenlander en de wet:
Visum Officiële door de overheid verstrekte toestemming om voor een bepaalde tijd naar Nederland te komen.
Toelatingseisen:
- geldige papieren bij zich hebben
- voldoende geld voor verblijf en terugreis
- na 3 maanden vertrokken zijn
Verblijfstitel Een door de overheid erkende vergunning voor verblijf in ons land
4.4: wie is Nederlander:
Nederlanderschap Een verblijfstitel voor mensen om in Nederland te zijn.
- Door geboorte uit een Nederlandse vader en Nederlandse moeder.
- Door geboorte als derdegeneratiekind
- Door gebruik van de optieregel
- Naturalisatie iemand die meerderjarig is, laatste 5 jaar hier gewoond, voldoende ingeburgerd, geen crimineel verleden en een geldige verblijfstitel kan een verzoek indienen.
4.5: Uitgangspunten voor het vreemdelingenbeleid:
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) een plechtige belofte tussen bijna alle landen van de wereld (het blijft echter een belofte)
Europese Verklaring van de Rechten van de Mens (EVRM) uitwerking van de UVRM. In tegenstelling tot de UVRM worden er wel maatregelen genomen als de regels niet worden nageleefd.
Vluchtelingenverdrag van Genève (VVG) mensen die in hun eigen land bedreigd worden op grond van politieke of godsdienstige redenen, op grond van ras of omdat ze behoren tot een bepaalde sociale groep en mensen die vluchten voor oorlogsgevaar moeten toegelaten worden
Grondwet bevat discriminatieverbod.
4.6: verblijfstitels voor vreemdelingen:
Verdrag van Schengen verdrag dat het vrije verkeer en vestiging van personen binnen de EU regelt.
Verblijfstitels:
- Verblijfsvergunning Verblijfstitel voor mensen die in langer dan 3 maanden in ons willen blijven. Word per jaar verlengt en alleen voor de volgende doelen: studie, werk, gezinshereniging/-vorming.
- Vergunning tot vestiging Verblijfstitel voor mensen die hier 5 jaar in NL hebben gewoond. Kan eventueel geweigerd worden
- Verblijf als vluchteling
A-status vluchtelingen status. Niet veilig in eigen land
C-status tijdelijke vergunning tot verblijf in afwachting van ontwikkelingen in eigen land
Gedoogden mensen die naar Nederland komen maar geen verblijfsvergunning krijgen en ook niet het land worden uitgezet om humanitaire redenen. Ze moeten weer terug als de situatie is veranderd in het land van herkomst
Verblijf als gezinslid gezinsvorming/-hereniging
4.7: illegalen:
Illegalen mensen in Nederland zonder verblijfstitel
4.8: argumenten voor en tegen:
- de grote ongelijkheid in de wereld
- het toenemende geweld in de wereld
- internationale afspraken
- het recht van gezinshereniging
- de werkgelegenheid in bepaalde sectoren
- je mag je eigen problemen niet ten kost laten gaan van asielzoekers
- de kosten van asielbeleid te hoog worden
- geen werk en woonruimte voor asielzoekers
- de ‘Nederlandse cultuur’ bedreigd zou worden
Hoofdstuk 5: cultuurverschillen in de samenleving:
5.3: wat is ‘cultuur’:
Cultuur de leefwijze van een groep zoals die in uiting komt inde normen en waarden, regels, tradities, rituelen, symbolen en kunst. Cultuur is plaats en tijdsgebonden en wordt aangeleerd
Waarden datgene wat mensen nastrevenswaard en waardevol vinden
Normen specifieke gedragsregels die voorkomen uit waarden.
Acculturatie het veranderen van de eigen cultuur
Socialisatieproces proces waarin het kind dingen worden geleerd door beïnvloeding van ouders en omgeving.
Internalisatie ervan overtuigd zijn dat je volgens eigen denken handelt wanneer je iets doet dat past binnen de cultuur van de groep waarin je leeft. Je beseft niet dat je keuzes maakt die volgens de opvattingen van jou groep logisch zijn.
5.4: dominante cultuur en subcultuur:
Dominante cultuur de cultuur die de meeste invloed heeft op de samenleving
Subcultuur culturen die afstammen van de dominante cultuur.
Mediterrane cultuur cultuur uit landen rond de Middellandse Zee
Positiegedrag je gedragen zoals je je behoort te gedragen op de positie die je vervult binnen jou groep.
5.5:functies van cultuur in een samenleving:
cultuur:
- Ideële dimensie elementen die niet tastbaar zijn. (godsdienst waarden enz…)
- Normerende dimensie er ontstaan gewoontes uit niet tastbare elementen en daaruit worden normen, wetten en strafbepalingen gemaakt.
- Materiele dimensie kunst, literatuur, muziek en architectuur.
Afwijkend of deviant gedrag gedrag dat niet past bij de belangrijkste normen van de cultuur waar je bij hoort vertonen
Sociale controle het waarderen of afkeuren van het gedrag van leden van de groep
Hoofdstuk 6: problemen door cultuurverschillen:
6.3: Negatieve beeldvorming:
negatieve beeldvorming een negatief beeld hebben over een bepaalde groep
Sociale categorisatie mensen indelen in groepen
Stereotypering mensen waar je niet veel van afweet vaak allemaal in dezelfde groep indelen
Etnocentrisme mensen die niet uit je eigen cultuur komen als minderwaardig beschouwen.
6.4: hoe ontstaat negatieve beeldvorming:
- socialisatieproces
- behoefte aan het creëren van een eigen positieve identiteit
- angst voor het onbekende
- verdwijnen van de van de vanzelfsprekendheid van de eigen cultuur
xenofobie angst voor het vreemde of de vreemdeling
6.5: gevolgen van negatieve beeldvorming:
Negatieve beeldvorming vooroordelen racisme discriminatie.
Vooroordelen meningen over anderen die niet gebaseerd zijn op feiten of kennis maar op basis van stereotypering.
Racisme discriminatie gekoppeld aan uiterlijk
Discriminatie het onterecht verschillend behandelen van personen of groepen. Er is sprake van discriminatie wanneer je kenmerken die niet relevant zijn, wel mee laat tellen.
Institutionele discriminatie bepaalde bevolkingsgroepen systematisch minder kans geven d.m.v. bepaalde wetten.
Nieuw racisme binnen een samenleving een cultuur als minderwaardig beschouwen. En stellen dat meerdere culturen niet samen kunnen gaan in 1 samenleving.
Self-fulfilling prophecy benadrukken van verschil met de autochtone samenleving
Gevolgen negatieve beeldvorming:
- minder kans op de arbeidsmarkt en woningmarkt
- het ontstaan van het gevoel gekwetst en bedreigd te zijn
Sociale onderklasse groep mensen die het beduidend slechter hebben als de rest van de samenleving.
6.6: positieverwerving en positietoedeling:
Positietoewijzing de samenleving zorgt ervoor dat elke groep zijn plek krijgt toegewezen.
Positieverwerving De minderheden zorgen dat ze een eigen plek in de samenleving verwerven.
6.7: Het fundamentalisme:
fundamentalisme het hoe dan ook vasthouden aan religieuze en politieke principes en regels.
Verklaringen voor het ontstaan van fundamentalistische bewegingen:
- Het verzet tegen de modernisering van de samenleving en de daarmee gepaard gaande individualisering en secularisering.
- Het zoeken naar een eigen culturele identiteit in of na een westerse of koloniaal getinte cultuur
- Als bron van inspiratie voor verzet tegen armoede en werkloosheid.
6.8: Een voorbeeld: beeldvorming over moslims en islam:
moslims en de islam in Nederland:
- In extreemrechtse partijen wordt beweerd dat de moslims zo talrijk geworden zijn, dat ze Nederland overnemen.
- Veel mensen denken dat de Islam gewelddadig en intolerant is.
- Over de positie van de islamitische vrouw bestaan ook misverstanden.
- Moslims zouden hun dieren mishandelen.
- Moslims zouden niet bereid zijn tot verandering en tot aanpassing van de Nederlandse samenleving omdat zij de regels van de Koran stipt volgen.
Hoofdstuk 7: denken over cultuurverschillen:
7.3: Een extreme visie:
Extreem rechtse partijen: CD, CP
Uitgangspunt ongelijkwaardigheid van de verschillende culturen.
7.4: Beoordelen van cultuurverschillen:
- Cultureel relativisme andere culturen moet je niet toetsen aan de normen en waarden van je eigen cultuur.
- Universalisme Gaat er van uit dat er algemene waarden zijn die voor iedereen moeten gelden.
7.5: samenlevingsmodellen:
- Segregatiemodel een zeer sterke scheiding van etnische minderheden en de dominante groep in een land
- De multiculturele samenleving alle etnische groepen zijn gelijk. Verschillende culturen zijn gelijkwaardig
- Assimilatiemodel alle nieuwkomers nemen de cultuur van de dominante groep over in een land.
- Melting pot alle culturen binnen een land versmelten tot 1 nieuwe cultuur bestaand uit elementen van oude culturen.
Hoofdstuk 8: maatschappelijke ongelijkheid:
8.3: maatschappelijke ongelijkheid:
sociale klasse een groep mensen in een samenleving die dezelfde positie innemen
maatschappelijke ongelijkheid structurele verschillen van materiële (inkomen) en symbolische (aanzien) beloningen tussen de maatschappelijke lagen
- economische factoren
- culturele factoren
- politieke factoren
sociale stratificatie gelaagdheid in de bevolking
- onderklasse mensen met een zeer laag inkomen
- arbeidersklasse
- professionele middenklasse
- ondernemersklasse
- Bovenlaag van kapitaalbezitters en bestuurders van groot ondernemingen.
8.4: theoretische maatschappelijke ongelijkheid:
Verklaring maatschappelijke ongelijkheid:
- Marxisten verklaren de ongelijkheid vooral uit de wijze waarop mensen in hun bestaan voorzien. Mensen moeten afhankelijk van elkaar zijn en zo allemaal evenveel macht hebben
- Aanhangers van max weber komt door economische, culture en sociale factoren. Door de status die mensen hebben kunnen ze macht krijgen.
- Functionalisten groep mensen die zeggen dat de ongelijkheid in de samenleving nodig is om de samenleving goed te laten functioneren en te laten bestaan.
8.5: maatschappelijke positie en kansen:
mensen uit verschillende klassen onderscheiden zich in:
- levensstijl/cultuur kleding, voedingsgedrag, woninginrichting, vrijetijdsbesteding enz…
8.6: sociale mobiliteit:
sociale mobiliteit het stijgen en dalen op de maatschappelijke ladder
intergenerationele mobiliteit stijging of daling op de maatschappelijke ladder ten opzichte van de ouders
intragenerationele mobiliteit stijging of daling op de maatschappelijke ladder ten opzichte van je eigen loopbaan.
Hoofdstuk 9: de maatschappelijke positie van etnische minderheden:
9.3: De problemen:
9.4: positieverwerving en positietoedeling:
positietoewijzing
- discriminatie op de arbeidsmarkt
- onderwijs
- de mate waarin organisaties van autochtonen openstaan voor etnische minderheden
positieverwerving
- de houding van allochtone jongeren en hun ouders tegenover onderwijs
- de mate waarin allochtonen participeren in organisaties van autochtonen
- de mate waarin allochtonen eigen organisaties ontwikkeld hebben
9.5: achterstand op de arbeidsmarkt:
achterstand op de arbeidsmarkt
- hoge werkloosheid onder allochtonen
- langdurige werkloosheid onder allochtonen
- leden van etnische minderheden hebben vaker lage functies
- hebben vaker een tijdelijke dienstverband
oorzaken positietoewijzing
- het verdwijnen van werk in de secundaire sector
- de verschuiving van de werkgelegenheid naar de dienstensector
- het proces van verdringing
- discriminatie door werkgevers en uitzendbureaus
- indirecte of institutionele discriminatie
oorzaken positieverwerving
- geringe taalbeheersing
- geringe opleidingsniveau
- het niet vertrouwd zijn met Nederlandse sollicitatieprocedures
- het onvoldoende ingevoerd zijn in het netwerk dat toegang geeft tot baantjes
gevolgen
- laag inkomen
- weinig ontplooiingskansen
- het gevoel miskent te zijn
- weinig status
- weinig sociale contacten
- verveling
- negatieve beeldvorming wordt versterkt
9.6: achterstand in huisvesting:
achterstand in huisvesting
- in concentratie bijeen wonen in oudere woonwijken in de grote steden.
Oorzaken positietoewijzing
- toewijzingsbeleid van woningbouwcorporaties
- het spreidingsbeleid van gemeenten
- weerstand bij de bevolking tegen nieuwkomers
oorzaken positieverwerving
- de behoefte aan contacten met leden van de eigen groep
gevolgen
- gettovorming
- allochtonen en autochtonen hebben minder kans om elkaar te leren kennen
9.7: achterstand in het onderwijs:
achterstand in het onderwijs
- het gem. lagere onderwijsniveau van kinderen van etnische minderheden
- kinderen van etnische minderheden presteren relatief slechter op de basisschool
- kinderen van etnische minderheden stromen minder vaak door naar hoger onderwijs
- er zijn onder etnische minderheden meer drop-outs
drop-outs schoolverlaters zonder diploma
oorzaken positietoewijzing
- het onderwijs houdt vaak te weinig rekening met het feit dat kinderen van etnische minderheden de Nederlandse taal minder goed beheersen
- leerkrachten en docenten denken soms ook vanuit vooroordelen en stereotypen
- veel leermiddelen en toetsen zijn onvoldoende toegesneden op etnische minderheden
oorzaken positieverwerving
- met name jongeren die op latere naar Nederland zijn gekomen hebben vaak aansluitingsproblemen in het buitenland
- ouders hebben minder belangstelling voor opleiding
- de opvoeding verloopt anders
- onbekendheid met het Nederlandse onderwijs
- slechte woonomstandigheden
gevolg
- slechte maatschappelijke positie
Hoofdstuk 10: het minderhedenbeleid:
10.3: ontwikkelingen:
inburgeringscontracten vluchtelingen die hier mogen blijven worden verplicht Nederlands te leren en kennis te verwerven over de Nederlandse samenleving om zich daardoor een snellere positie in onze samenleving te verwerven.
REACTIES
1 seconde geleden
R.
R.
multiculturele en multi-etnische samenleving is niet hetzelfde
6 jaar geleden
Antwoorden