Massamedia par 1 + 2 + 3

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 606 woorden
  • 21 augustus 2008
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
* proefwerk maatschappijleer § 1 t/m 3 *
§1

Massamedia:  informatie die bedoeld is voor groot publiek. Voorbeelden-> krant, radio, tv, internet enz.
Communicatie: proces waarbij een zender, bedoeld of onbedoeld, een bootschap overbrengt aan een ontvanger. Voorbeelden -> spreken, schrijven, rooksignalen enz.

Communicatie kun je verdelen in 2 groepen:
1. verbale communicatie: met woorden en zinnen
2. non-verbale communicatie: met lichaamstaal

er zijn 3 vormen van communicatie:
• face-to-face: zender en ontvanger zijn beide op dezelfde plek aanwezig
• indirect: zender en ontvanger maken gebruik van communicatie middelen.
• 1 zender meer publiek: de zender richt zich tot een groot publiek

Media is een ander woord voor communicatiemiddelen.
Zender: persoon die de informatie verstrekt
Ontvanger: persoon die de informatie ontvangt.
Feedback: directe reactie is mogelijk
Communicatiestoornis: de communicatie is slecht verlopen, en de informatie komt niet goed over.
Medium: middel om informatie openbaar te maken

4 kenmerken van massamedia, gedrukte media en audiovisuele media:
1. de geboden informatie is openbaar en voor iedereen toegankelijk
2. de relatie tussen de zender en de ontvanger is van onpersoonlijke aard
3. de informatie die wordt overgebracht is in principe bedoeld voor een groot publiek.
4. de communicatie verloopt meestal eenzijdig, directe feedback is bijna onmogelijk.

Audio: betrekking hebbend op geluid
Visueel: betrekking hebbend op het zien, het gezicht of gezichtsvermogen
Heterogeen: ongelijksoortig
Anoniem: niet met een naam aan te duiden

§2

Massamedia heeft 2 verschillende functies:
1. algemene functies
2. politieke functies

algemene functies zijn weer te verdelen in 4 andere functies:
• nieuwsfunctie
• amusementsfunctie
• educatieve functie
• opiniërende functie

politieke functies zijn weer te verdelen in 5 andere functies:
• informatieve functie
• woordvoerders- of spreekbuisfunctie
• commentaarfunctie
• onderzoeksfunctie
• controlerende functie

censuur: openlijke kritiek wordt niet toegestaan omdat die de macht van de overheerser kan ondermijnen.

§3

4 theorieën over de invloed van massamedia:
1. injectienaaldtheorie
2. agendatheorie
3. Selectieve-perceptietheorie
4. Multi-step-flowtheorie

Injectienaaldtheorie:deze theorie ziet de mens als een weerloze spons die zonder ook maar enige vorm van kritiek de aangeboden informatie van de massamedia aanvaart. De massa wordt als het ware volgespoten met informatie.

Geïndoctrineerd: een politieke leer, een opvatting onder druk doen aanvaarden.
Propagandamachine: als een machine om aanhangers te winnen voor zekere principes
Manipulatie: het ongemerkt beïnvloeden

Agendatheorie:deze theorie zegt dat de media wel invloed hebben, maar dat die invloed indirect is. Ze bepalen niet zozeer wat de mensen denken en zeggen, maar wel wat op de publieke agenda komt, dat waarover mensen denken en discussiëren.

Selectieve-perceptietheorie: deze theorie gaat er van uit dat waarnemen altijd subjectief is. Elk mens interpreteert informatie zodanig dat die past in zijn eigen referentiekader.

Referentiekader: datgene wat je al weet, met begrip van eerder aangeleerde waarden en normen.
Referentiekaders worden gevormd in je eigen omgeving
Multi-step-flowtheorie: deze theorie gaat er vanuit dat de meeste mensen in het algemeen niet in staat zijn, of zichzelf niet in staat achten, een afgewogen oordeel te vormen over allerlei onderwerpen en de massa informatie die de massamedia daarover aanbieden.

Two-step-flow: als iemands mening rechtstreeks door de opinieleider wordt beïnvloed.
Reclame: openbare aanprijzing om de afzet van goederen of diensten te bevorderen => promotie
Waarden: hiermee worden opvattingen aangeduid over goed en kwaad, lelijk en mooi enz.
Normen: normen zijn gedragsregels gebaseerd op waarden
Socialisatie: is de overdracht van waarden en normen
Jeugdsubculturen: cultuur van bijzondere groepen, met van de officiële lijn afwijkende normen en doelstellingen.
agressief gedrag: bewust schade toebrengen aan anderen of aan zaken die anderen toebehoren.

3 meningen over de relatie tussen tv geweld&agressief gedrag:
1. reductiethese: kinderen leren door het kijken naar situaties waarin geweldDadig gedrag wordt vertoond dergelijke situaties (in het dagelijks leven) te vermijden.
2. geen-effecthese: (britse socioloog halloran) televisie geweld is als oorzaak van agressief gedrag geen factor van betekenis bij deze visie.
3. stimulatiethese: geweldscenes leren kinderen hoe ze agressief moeten zijn en dat geweld kan lonend en aanvaardbaar zijn om een bep. doel te bereiken.
4 stimulatiethese: ?

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.