Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 4: Pluriforme Samenleving

Beoordeling 7.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1188 woorden
  • 7 januari 2016
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 7.8
18 keer beoordeeld

Paragraaf 1: Zijn wij allemaal Nederlanders?

sociale identiteit
persoonlijke identiteit:

identiteit

Bestaat de Nederlandse identiteit?

Iedereen zoekt naar een sociale identiteit. Mensen horen graag bij een groep. Dat geeft een ‘wij-gevoel’ en dat voelt veilig.
Binnen een groep mensen bestaan natuurlijk veel verschillen. Je hebt je eigen verleden, karakter en mening. Door je persoonlijke identiteit zijn er binnen een groep ook verschillen.
Hoe je de vraag beantwoordt of de Nederlandse identiteit bestaat, hangt dus vooral af van wat je belangrijker vindt: dat wat ons bindt als groep of juist de verschillen in een groep.

 

cultuur
waarden
normen
symbool


 

pluriformiteit
dominante cultuur
subculturen
tegencultuur

 

 

 

 

 

sociale cohesie



 

Wat is de Nederlandse cultuur?

Uit onderzoek blijkt dat veel Nederlanders de waarde ‘individuele vrijheid’ belangrijk vinden. Dat veel mensen deze waarde delen, zie je terug in onze gedragsregels (normen) over homoseksualiteit, euthanasie en abortus.
In het model rechts zie je dat de kern van een cultuur bestaat uit waarden en overtuigingen. Daaromheen zie je de normen.

Kan cultuur veranderen?

Pluriformiteit betekent letterlijk ‘meerdere vormen hebben’. In Nederland leven veel verschillende groepen mensen naast elkaar. We voelen ons et elkaar verbonden door onze gezamenlijke identiteit: wij zijn allemaal Nederlander.
Met de dominante cultuur worden de waarden, normen en symbolen van de overheersende groep in de samenleving bedoeld. De CDA vindt dat de dominante cultuur in Nederland niet moet gaan lijken op een van de subculturen. Een subcultuur wijkt op punten af van de dominante cultuur, maar zet zich niet af tegen de waarde en normen van de meerderheid.
Als veel mensen zich aansluiten bij kritiek hebben op de maatschappij, ontstaat een tegencultuur. Tegenculturen verkeren vaak op voet van conflict met de dominante cultuur en proberen die te veranderen.

Met wie heb je binding?
De sociale cohesie of onderlinge verbondenheid is belangrijk voor je gevoel van veiligheid en het geeft je een identiteit.

Paragraaf 2: Waarom doe je wat je doet?

sociale druk

 

socialisatie
onderhandelingshuishouding


 

 


socialiserende instituties
sociale controle
individualisering

informele sancties
formele sanctie
internalisatie

 

 

 

 

 



 

Drinken Nederlandse jongeren te veel?

In een groep is er vaan een sociale druk om te drinken. Als je niet meedrinkt, doe je ongezellig.

Meer sociale druk van de opvoeder?

Ouders zijn belangrijk bij de primaire socialisatie: het proces tijdens je opvoeding waarin je leert wat (ab)normaal gedrag is en wat (on)belangrijk is. Je leert over persoonlijke waarden als zorgzaamheden eerlijkheid.
Straffen hoort steeds minder thuis in het gezin dat vaak een soort onderhandelingshuishouding is geworden. Onderhandelen heeft vaak de plaats ingenomen van krachtige sturing door de ouders.

Hoe meer sociale controle hoe beter?

Ouders, school en buurtbewoners zijn voorbeelden van socialiserende instituties. Micha de Winter stelt dat de sociale controle is afgenomen. vroeger hoorde je vaak bij een kerk. Deze verbondenheid is door de individualisering van de samenleving afgenomen. Je kunt nu steeds meer je eigen normen en waarden kiezen.
Er wordt over informele sancties gesproken als er ongeschreven regels worden geschonden.
Als je dronken over straat loopt en de orde of veiligheid verstoort, dan overtreed je een geschreven regel. Dit is een formele sanctie.
Als je de sociale controle niet meer nodig hebt omdat je automatisch het ‘gepaste gedrag’ laat zien, spreken we van internalisatie. Je hebt je het gewenste gedrag eigen gemaakt

 

Paragraaf 3: Zijn verschillen een probleem?

gastarbeiders
push-factoren
pull-factoren

autochtonen
allochtonen

 





niet westerse allochtonen
westerse allochtonen

 

 

 



 

Hoe kwamen de gastarbeiders hier?

Mensen die migreerden vanwege economische motieven en werden gastarbeiders genoemd. De redenen die bepalen waarom iemand vertrekt uit een lang heten ook wel push-factoren. Vaak zijn ze negatief: mensen hebben geen werk, leven in armoede of zijn bang voor vervolging in eigen land. In het laatste geval is er sprake van politieke migratiemotieven. Tegelijkertijd zijn er factoren die de migrant naar zijn plaats van bestemming lokken: de pull-factoren, bijvoorbeeld vrijheid.
Omdat Nederland de arbeiders hard nodig had, stonden veel autochtonen positief tegenover deze gastarbeiders.
Veel autochtone Nederlanders zijn niet tevreden. Sommigen voelen zich niet meer veilig op straat, omdat het straatbeeld door de aanwezigheid van meer allochtonen is veranderd.
 

Hebben andere groepen ook problemen?

Het begrip niet-westerse allochtonen wordt in verband gebracht met een achterstandspositie. Westerse allochtonen zijn vaak welvarend en staan niet negatief in de belangstelling.

 

Paragraaf 4: Moeten we de verschillen opheffen?

etnische groep
segregatie
integratie

 


 


 


 

 

salad bowl
melting pod

assimilatie
ideaaltype

 




sociaal milieu

Opstartkosten

 

Je spreekt over een etnische groep als mensen taal, gewoontes en opvattingen delen, maar ook samen een geschiedenis hebben. Het begrip veronderstelt dat mensen zich met elkaar verbonden voelen.
Veel mensenvinden etnisch homogene scholen om sociale redenen onwenselijk. Het leidt namelijk tot segregatie: de verschillende etnische groepen komen nauwelijks met elkaar in contact.
Gemengd onderwijs zorgt voor gelijke onderwijskansen en draagt bij aan de integratie: het proces waarbij mensen worden opgenomen in de samenleving.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Je spreekt over een etnische groep als mensen taal, gewoontes en opvattingen delen, maar ook samen een geschiedenis hebben. Het begrip veronderstelt dat mensen zich met elkaar verbonden voelen.
Veel mensenvinden etnisch homogene scholen om sociale redenen onwenselijk. Het leidt namelijk tot segregatie: de verschillende etnische groepen komen nauwelijks met elkaar in contact.
Gemengd onderwijs zorgt voor gelijke onderwijskansen en draagt bij aan de integratie: het proces waarbij mensen worden opgenomen in de samenleving.

Biedt pluriformiteit kansen?

Je ontwikkelt je identiteit vooral door de contacten met mensen die anders denken en doen als jijzelf.
De mensen die de pluriforme samenleving een verrijking vinden, kijken vooral naar de voordelen. Critici letten vooral op voorbeelden van conflicten tussen culturen.

Wat is succesvol integreren?

De salad bowl is een idee over hoe integratie er uit zou moeten zien: de bevolkingsgroepen versmelten niet tot een nieuw volk, maar behouden elk hun eigen culturele identiteit. Samen vormen ze één geheel.
Een andere manier van integratie is de melting pot. Hierbij vermengen culturen zich tot een nieuwe, aparte (sub)cultuur.
Als je voor assimilatie bent, wil je ook de verschillen opheffen, maar op zo’n manier dat iedereen zich aanpast aan de dominante cultuur.
De integratiemodellen betreffen vooral een ideaaltype van integratie: het zijn theoretische modellen.

Is het niet gewoon een kwestie van geld?

Een belangrijke scheidslijn die door de samenleving loopt is die van de sociaaleconomische klasse.
Mensen uit de lagere inkomensklassen wonen vaak in achterstandswijken. Ze leven dus in een lager sociaal milieu. Dit heeft ook te maken met een lager opleidingsniveau.
 

Begrippen

Allochtoon: iemand die tenminste één ouder heeft die in het buitenland geboren is.
Autochtoon: iemand van wie beide ouders in Nederland geboren zijn, ongeacht het land waar        hijzelf geboren is.
Cultuur: waarden, normen, rituelen en uitingsvormen de mensen met elkaar delen.
Identiteit: dat wat eigen is aan iemand.
Individualisering: de ontwikkeling waarbij het individu zich steeds vrijer voelt om zijn leve naar eigen inzicht vorm te geven.
Integratie: het proces waarbij mensen worden opgenomen in een geheel; in dit geval de samenleving.
Normen: opvattingen over hoe je je op grond van bepaalde waarden behoort te gedragen.
Pluriformiteit: veelvormigheid: de mate waarin verschillen tussen mensen bestaan in een samenleving
Segregatie: het opdelen van een samenleving in gescheiden gemeenschappen.
Sociale cohesie: de onderlinge verbondenheid; de samenhang in een groep of samenleving.
Sociale controle: leden van een groep letten erop dat mensen zich gedragen zoals van hen verwacht wordt.
Socialisatie: cultuuroverdracht.
Waarden: opvattingen binnen een samenleving of groep over wat goed en juist is en daarom moet worden nagestreefd.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.