Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 4, Nederland, een multiculturele samenleving

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1193 woorden
  • 26 november 2002
  • 479 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
479 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 4. Nederland, een multiculturele samenleving. § 1 Wat is een multiculturele samenleving? Multicultureel: Wil zeggen dat in de samenleving meerdere groepen kunnen worden onderscheiden met onderling verschillende culturele kenmerken. v.b. kenmerken: godsdienst, taal, muziek, gebruiken en tradities, gedragsregels. De verscheidenheid tussen verschillende groepen verandert permanent, want cultuur is voortdurend in beweging. Drie oorzaken hiervan zijn: - nieuwe technologie leidt tot nieuwe levenswijze; - nieuwe generaties zetten zich vaak af tegen de oudere generaties en ontwikkelen nieuwe voorkeuren en gedragsregels; - mensen uit verschillende culturen beïnvloeden elkaar als ze met elkaar in aanraking komen. Cultuur: Het geheel van voorstellingen, opvattingen. Kennis, waarden en normen dat mensen als lid van een samenleving overdragen en verwerven d.m.v. bewuste en onbewuste leerprocessen. Hierin worden drie dimensies onderscheiden: - de ideële dimensie: wetten. - normerende dimensie: gedragsregels, normen en wetten, tradities, gewoonten - materiële dimensie: wijze waarop de ideële en normerende dimensie tot materiële werkelijkheid komen. Leerprocessen: (in de sociologie: socialisatie) Deze vinden plaats binnen het gezin via de opvoeding, in de school, in vriendenkringen, via de massamedia. Cultuur: - reguleert het sociale gedrag door aan te geven wat aanvaardbaar is en wat niet(legt dus beperkingen op aan gedrag); - geeft mensen de mogelijkheid om te communiceren met de andere leden van de gemeenschap en zich met de gemeenschap te identificeren. Mensen reizen: - uit nieuwsgierigheid; - zucht naar avontuur; - hopen om elders een beter bestaan op te kunnen bouwen; - om te vluchten vanwege hongersnood, oorlog of vervolging. § 2 Migratiestromen Voorbeelden van beïnvloeding samenstelling van de Nederlandse bevolking door migratiestromen: - 1685 in Frankrijk> koning Lodewijk X1V herriep het edict van Nantes> Hugenoten van vrije burgers tot vervolgden> op de vlucht naar Nederland> open deuren, godsdienstvrijheid, verwachting economische impuls; - 1949 Indonesië zelfstandig> gezagdragers keerden terug naar Nederland> Nederland streng vestigingsbeleid> zoveel mogelijke spreiding; - De jaren 50> veel Nederlanders naar Canada en Australië; - Na 1960> veel immigranten uit Turkije, Marokko en andere landen langs de Middellandse Zee> zogenaamde gastarbeiders; - 1960-1970> grote groepen uit Suriname, de Antillen en Aruba. Oorzaken omkering migratiestroom: - economisch; - politiek

Nieuwkomers: allochtonen(allos= andere, chthoon= wereld). Traditioneel ingezetene: autochtonen. WRR(Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid): stelde voor(in de Nota Allochtonenbeleid van 1989) voor onder allochtonen te verstaan de 1e en de 2e generatie immigranten en eventueel leden van de 3e generatie, als die zich nog wensen te identificeren met de cultuur van het land van herkomst van hun grootouders. Allochtone minderheden: De groepen die een relatief lage sociaal- economische positie in de Nederlandse samenleving innemen. Gevolg immigratiebeperking: - grenzen sinds 1975 gesloten voor werkzoekenden voor landen die niet behoren tot de EU; - Het aantal asielzoekers wordt sterk afgeremd. Vreemdelingenwet: Regelt de toelating, verblijf en ook uitzetting van niet-Nederlanders. Toelating en verblijf van vreemdelingen wordt geweigerd, als het in strijd zou zijn met: - het recht op gezinshereniging; - internationale verdragen, zoals het recht op vrij verkeer van personen binnen de Europese Unie, of het Vluchtelingenverdrag van Genève; - klemmende redenen van humanitaire aard. De snellere groei van de allochtonen bevolking t.o.v. de autochtone bevolking, heeft twee factoren: - immigratie, voortvloeiend uit gezinshereniging en gezinsvorming van allochtonen in Nederland; - het relatief hoge geboortecijfer onder allochtonen, als gevolg van de gemiddeld relatief lage leeftijd van sommige allochtone groepen. De veronderstelling voor de daling van de vruchtbaarheid van allochtone vrouwen door CBS, bevat drie verschillende argumenten: - een geleidelijke daling van het vruchtbaarheidsniveau in de richting van het Nederlandse niveau is al enige tijd waarneembaar; - in Turkije en Marokko blijkt het vruchtbaarheidscijfer eveneens te dalen; - het aantal Marokkaanse en Turkse immigranten daalt in de nabije toekomst. De vruchtbaarheid van nieuwe immigranten is meestal hoger dan die van de in Nederland reeds aanwezige migrantenpopulatie. Daling van migratie gaat dan gepaard met een daling van de vruchtbaarheid van allochtonen. § 3 De positie van allochtonen minderheden in Nederland De vier grote groepen minderhedenbeleid zijn: - Turken; - Marokkanen; - Surinamers; - Antillianen/ Arubanen
De lage sociaal- economische positie komt tot uiting in: - de relatief hoge werkloosheidcijfers; positieverwerving - en relatief slechte huisvesting in de oudere buurten van vooral grote steden; positietoewijzing
De belangrijkste factoren die het bereiken van een hoger sociaal- economische positie voor mensen uit allochtone minderheden bemoeilijken: - de technologische ontwikkelingen die veel arbeidsplaatsen voor laag- en ongeschoold personeel doet verdwijnen. - diploma- inflatie, mede als gevolg van de hoge werkloosheid. - het gemiddeld lage opleidingsniveau van allochtonen en taalachterstand voor wat betreft het Nederlands; - een voor allochtonen te ondoorzichtige arbeidsmarkt; - discriminatie. § 4 Discriminatie en vooroordelen Discriminatie: Ongelijke behandeling van individuen of groepen op grond van kenmerken van die individuen of groepen die in de gegeven situatie niet relevant zijn. Artikel 1 van de Nederlandse grondwet luidt: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandelt. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.’ Vooroordelen: Een antipathie gebaseerd op een onjuiste en starre generalisatie, die wordt gevoeld of uitgedrukt tegen een groep als geheel, of tegen een individu als lid van de groep. Xenofobie: vreemdelingenhaat
De vier kenmerken van vooroordelen: - het is een vijandig oordeel; - het betreft een oordeel over een groep, of een individu als lid van een groep; - het oordeel wordt niet of onvoldoende door feiten ondersteunt; - het oordeel is in hoge mate star en onveranderbaar. Aantal factoren die bijdragen aan de taaiheid: - mensen hebben in het algemeen behoefte aan een positieve eigen identiteit. Daarom hebben ze de neiging hun successen toe te schrijven aan hun eigen capaciteiten, maar hun eigen falen juist aan oorzaken buiten henzelf; - Vooroordelen blijven vaak niet zonder gevolgen. Waar vooroordelen zijn is vaak ook discriminatie. Dat kan de bevooroordeelde tot voordeel strekken; - Mensen conformeren zich aan hun omgeving, dat wil zeggen dat ze zich aanpassen, ook als het gaat om opvattingen. § 5 Racisme Klassiek racisme: Zoals in de middeleeuwen, met de kerk. Alleen het blanke ras is goed. Na de 2de wereldoorlog is er geen klassiek racisme meer. Modern racisme: Vreemdelingenhaat. Gaat meestal om huidskleur.
§ 6 Overheidsbeleid Discriminatie is een grote bedreiging voor de samenleving. 1ste plaats: Voor diegenen die slachtoffer is. 2de plaats: Voor de kwaliteit van de samenleving. Overheidsbeleid. De overheid probeert op verschillende beleidterreinen iets aan de achterstandspositie van allochtonen minderheden in Nederland te doen. De Onderwijswet is multicultureel ingericht. Antidiscriminatiewetgeving staat in het Wetboek van Strafrecht. Wet Bevordering Evenredig Arbeidsdeelname Allochtonen (WBEAA): Verplichting van werkgever om ten minste 35 werknemer met een etnische achtergrond in dienst te hebben. § 7 Samenleving, cultuur en cultuurverschillen In Nederland hebben we dominante culturen en ondergeschikte (sub)-culturen. Maar wel een multiculturele samenleving. Assimilatie: het overnemen van de cultuur van de dominante groep. Melting pot: Verschillende etnische- of cultuurgroepen cultureel en fysiek versmelten tot een nieuwe bevolkingsgroep. Salad bowlsamenleving: Een multiculturele samenleving waar nog net niet alles is versmolten met elkaar. De etnische groepen scheiden zich nog wel van elkaar. Je kunt bij het beschouwen en waarderen van cultuurverschillen twee uitgangspunten hanteren. - Cultureel universalisme: Algemene waarden die voor iedereen gelden. - Cultureel relativisme: Richt zich niet op de universele waarden en weigert zelfs de universaliteit van bepaalde waarden te accepteren.

REACTIES

K.

K.

dit is niet goed genoeg er wordt niet genoemd welke culturen er in Nederland zijn!

9 jaar geleden

F.

F.

Kut zooi

6 jaar geleden

J.

J.

hallo het is echt heel slecht. DEAL WITH IT

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.