Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 2 + inleiding

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 2075 woorden
  • 2 november 2015
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Maatschappijleer à de analyse van maatschappelijke problemen.

Eisen maatschappelijk probleem:

  • Gaat meerdere mensen aan.
  • Er moet een gezamenlijke oplossing komen.
  • Er is discussie over de oplossing (meerdere meningen)

 

Actoren à persoon/organisatie die strijdt voor een oplossing voor een maatschappelijk probleem.

Bij een maatschappelijk probleem zijn verschillende actoren met waarde(n) en/of belang(en).

Belang à opvattingen die in het voordeel zijn voor jezelf.

Waarde à opvattingen die in het voordeel zijn voor meerdere mensen, wat goed en juist is.

 

Paragraaf 2.1

 

Socialisatie à het proces waarbij je de normen, waarden en andere cultuurkenmerken leert van een bepaalde groep (zoals ouders, vrienden, klasgenoten)

Ongeschreven regels à de omgangsregels die niet op papier staan (hoe je je op verschillende plekken moet gedragen)

Geschreven regels à de wet.

Het doel van de geschreven regels is de handhaving van de orde en het oplossen van conflicten tussen individuen, groepen en de overheid. Op het landelijk niveau worden de geschreven regels door het parlement en het kabinet gemaakt en die staan in verschillende wetboeken. In het wetboek van strafrecht staan zaken als belediging, bedreiging en het oproepen tot geweld.

Internalisatie à gedragingen die volledig eigen zijn gemaakt.

Sociale controle à controle door mensen in je eigen omgeving.

Sociaal contract à contract tussen burgers en soevereine macht (overheid) waarbij burgers een gedeelte van hun vrijheden afstaan in ruil voor orde en veiligheid.

Grondwet:

  • Klassieke grondrechten( ook wel mensenrechten/fundamentele rechten)
  • Sociale grondrechten ( zorg, onderwijs enz.)

Klassieke grondrechten bestaan uit gelijkheidsrechtenà tegen discriminatie, politieke rechten à mogelijkheid om te stemmen , vrijheidsrechten à bepaalde vrijheden voor burgers.

 

Paragraaf 2.2

 

Uitvoerende diensten en inspecties (zoals belastingdienst en onderwijsinspectie) controleren de regels van hat parlement en kabinet.

In een rechtstaat:

  • Grondrechten
  • Machtenscheiding à mensen met macht worden gecontroleerd.
  • Legaliteitsbeginsel à je kan alleen veroordeelt worden voor iets wat verboden is door de wet en de overheid houdt zich aan de wet.
  • Onafhankelijke rechtspraak à rechters moeten niet onder druk staan van andere machten of de overheid.

 

Machtenscheiding à Trias politica ( bedacht door Montesquieu) bestaat uit:

  • Wetgevende macht à 2e + 1e kamer/ gemeenteraad/ provinciale staten.
  • Uitvoerende macht à regering/ college B(burgemeester) en W(wethouders) / gedeputeerde staten.
  • Rechterlijke macht à rechters

De burgers controleren de wetgevende macht en de pijltje geven de andere controles aan.

Soorten recht:

  • Publiek recht à overheid bij betrokken
  • Bestuursrecht àdoel bij bestraffing: illegale situatie opheffen
  • Strafrecht à doel bij bestraffing: afschrikken, vergelding (oog om oog, tand om tand

 

  • Privaatrecht à tussen personen en private organisaties
  • Civiel recht

 

Rechtsbronnen:

  • Verdragen à afspraken tussen landen, bijvoorbeeld het Europese verdrag voor de Rechten van de Mens(EVRM)
  • Grondwet
  • Normale wetten
  • Jurisprudentie à alle rechterlijke uitspraken samen.
  • Gewoonterecht

 

Paragraaf 2.3

 

Proces-verbaal à een verslag waarin zowel eigen bevindingen van de agenten staan als de verklaringen van de verdachte, het slachtoffer en/ of getuigen, de basis voor verder onderzoek of een boete.

Hoofdtaken politie:

  • Ordehandhaving
  • Opsporing
  • Hulpverlening

Geweldsmonopolie à het recht van de politie en het leger om geweld te gebruiken als dat nodig is.

Iedereen vanaf 14 jaar en ouder moeten zich kunnen identificeren. Zonder ben je strafbaar, maar de politie moet wel een goede reden hebben om ernaar te vragen.

 

Bevoegdheden van de politie:

  • Het staande houden van verdachten  (vragen naar persoonsgegevens)
  • Aanhouden (arresteren)
  • Voor verhoor meenemen naar het bureau
  • Fouilleren
  • Geweld gebruiken

 

Openbaar ministerie (OM) à onderdeel van de rechterlijke macht met de rechters en onderdeel van de uitvoerende macht met de politie.

Officier van justitie à werkt voor het OM.

Het openbaar ministerie speelt in de strafrechtketen op verschillende momenten een belangrijke rol. De officier van justitie:

  • Leidt het opsporingsonderzoek(politieonderzoek)
  • Beslist of iemand strafrechtelijk wordt vervolgd.
  • Kan bepaalde verdachten zelf straffen.
  • Zorgt ervoor dat het vonnis van de rechter wordt uitgevoerd.

 

Bij ieder opsporingsonderzoek bepaalt de officier van justitie of agenten en rechercheurs zich aan de regels hebben gehouden. De officier van justitie beoordeelt of het politieoptreden rechtmatig was en kan een zaak vervolgens voor de rechter brengen. De officier van justitie leidt ook het opsporingsonderzoek en beslist daarbij welke bevoegdheden de politie mag gebruiken, het gaat dan om dwangmiddelen die een forse inbreuk maken op grondrechten van burgers (zoals afluisteren van telefoongesprekken, infiltreren in criminele organisaties, opvragen van bankgegevens, een huiszoeking en een arrestatie in eigen woning)

Preventief fouilleren à burgers worden uit voorzorg gefouilleerd, ook als zij zich niet schuldig hebben gemaakt aan een strafbaar feit.

Het OM is de enige instantie in Nederland die verdachten voor de strafrechter kan brengen.

Opportuniteitsbeginsel à de officier van justitie beslist of iemand wel of niet vervolgd wordt.

Seponeren à de beslissing van de officier van justitie om een strafbaar feit niet te vervolgen.

Technisch sepot à het OM ziet af van een vervolging, omdat het toch niet tot een veroordeling zal komen(bijvoorbeeld bij gebrek aan bewijs)

Beleidssepot à het OM ziet af van een vervolging, omdat het vergrijp te klein is of de schade van het slachtoffer al door de dader is vergoed.

OM-afdoening à de officier van justitie kan in lichte zaken zelf ook een verdachte straffen.

 

Paragraaf 2.4

 

Gevangenisstraf is de zwaarste straf in het Nederlands strafrecht. Het belangrijkste recht wordt ontnomen, het recht om in vrijheid te leven. Bij een tijdelijke gevangenisstraf kom je ooit weer vrij(max. 30 jaar)  en bij levenslange gevangenisstraf zit jein Nederland  levenslang vast(in sommige landen kan je weer vrijkomen) de maximumstraffen variëren per delicten de rechter weegt allerlei factoren mee bij het opleggen van een straf, zoals leeftijd, soort delict of hoe vaak de verdachte al is gestraft. Na een tijdelijke gevangenisstraf komt er een nieuwe kans om het leven weer op te pakken., een verlofregeling.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Onschuldpresumptie à je bent een verdachte en geen dader, totdat de rechter heeft besloten.

Onschuldaanname à de verdachte hoeft niet te bewijzen dat hij iets niet gedaan heeft, maar de rechter moet bewijzen dat je het wel gedaan hebt.

Tussen de arrestatie en de rechtszaak zit een lange periode , de voorlopige hechtenis duurt maximaal 104 dagen, maar dan is er nog geen  definitief vonnis van de rechtbank.  In het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) staat dat elke burger recht heeft op een eerlijk proces. In opsporing, vervolging en berechting beschreven in het Wetboek van Strafvordering. Voor de rechtsbescherming van burgers is de onschuldpresumptie erg belangrijk. Aan  de andere kant verlangt de samenleving dat er zoveel mogelijk criminelen opgepakt worden, rechtshandhaving. In de rechtstaat moet een balans worden gevonden tussen rechtsbescherming en rechtshandhaving.

Bescherming tegen de overheid:

  • Legaliteitsbeginsel à alleen veroordeling voor iets wat verboden is door de wet, de overheid houdt zich aan de wet.
  • Onschuldpresumptie à je bent een verdachte en geen dader, totdat de rechter heeft besloten.
  • Gelijkheidsbeginsel à in gelijke gevallen, gelijk behandeld worden.
  • Zwijgrecht
  • Recht op een menselijke behandeling
  • Recht op een eerlijk proces
  • Recht op een advocaat
  • Ne bis in idem-beginsel à je mag niet 2 x voor hetzelfde veroordeeld worden

 

2 soorten strafrechters:

  • Politierechterà bij relatief lichte delicten waarbij de officier van justitie niet meer dan 1 jaar gevangenisstraf eist.
  • Meervoudige kamer à bij zware delicten waarbij 3 rechters nodig zijn, er worden lange/levenslange vrijheidsstraffen opgelegd.

 

De rechter kan alleen iemand veroordelen als er wettig en overtuigend bewijs is tegen de verdachte, als het feit strafbaar is en wanneer de dader strafbaar is.

Wetboek van strafrecht à hierin staan de delicten omschreven en welke maximumstraffen daarbij horen.

 

Verloop rechtszitting:

  1. Rechter opent de zaak, controleert de persoonsgegevens van de verdachte en wijst hem op zijn rechten.
  2. De officier van justitie leest de tenlastelegging voor.
  3. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechter vragen aan de verdachte, de officier van justitie mag ook vragen stellen.
  4. De officier van justitie komt met een strafeis, het requisitoir.
  5. De advocaat houdt zijn pleidooi waarin hij opkomt voor de belangen van de verdachte.
  6. De officier van justitie mag reageren op het pleidooi van de advocaat(repliek). Daarna krijgt de advocaat de mogelijkheid om hier op te reageren (dupliek).
  7. De verdachte heeft het recht op het laatste woord. De verdachte hoeft hier geen gebruik van te maken.
  8. Uitspraak van de rechter.

 

Elke zaak komt in eerste instantie bij de rechtbank. Zowel de advocaat als de officier van justitie kan tegen de uitspraak van deze rechtbank in beroep gaan. Bij een hoger beroep wordt de zaak door het gerechtshof opnieuw behandeld. Zijn ze het nog niet eens, dan kunnen ze in cassatie bij de hoogste rechtbank, de Hoge Raad. Die oordeelt alleen over de eerdere rechters en of de uitspraak goed is gemotiveerd.

Preventie à voorkomen dat iemand nog een keer de fout ingaat.

Nederland heeft een hoog recidivecijfer à de helft van de gevangenen pleegt binnen 2 jaar na vrijlating weer een strafbaar feit. In elke gevangenisregime worden ook andere fundamentele rechten van gedetineerden ontnomen. Ze mogen niet zelf hun dagindeling bepalen, ze moeten zelf hun geld verdienen voor spullen die ze nodig hebben, telefoontjes en post worden gecontroleerd.

Gedetineerden kunnen wel klachten indienen bij de gevangenisdirectie, stemmen met verkiezingen, hebben recht op onderwijs en religieuze diensten.

 

Paragraaf 2.5

 

Rusland:

Rusland kent geen democratische geschiedenis en heeft weinig ervaring met de rechtsstaat. In de Sovjet-Unie was het ‘telefoonrecht’ heel normaal, machthebbers gaven vooraf de straf aan de rechtbank door. Er was geen machtenscheiding. Nu is Rusland geen eenpartijstaat meer, maar na de val van de Sovjet-Unie hebben ze zich nooit ontwikkeld tot een volwaardige democratie. Mensenrechtenorganisaties hebben veel kritiek op Rusland, omdat ze niet aan de voorwaarden van een rechtstaat voldoen.

Repressie à onderdrukking

Andere landen kunnen niet officieel bepalen welk land een rechtstaat is of niet, wel kunnen Russische staatsburgers de eigen overheid aanklagen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Er is veel corruptie in Rusland. Onderdrukking van homo’s.

 

VS:

De VS noemt zich een rechtstaat en voldoet zich aan de formele kenmerken.  Er zitten veel burgers in de overvolle gevangenissen, net als in Rusland. In de VS zitten vooral veel zwarte mannen vast. 1 op de 4 zwarte mannen zit minimaal 1x in zijn leven in de gevangenis. Er wordt ook veel vaker de doodstraf geëist tegen een zwarte dan tegen een blanke man.

Klassenjustitie à in het strafrecht wordt bewust onderscheid gemaakt tussen burgers op basis van herkomst, leeftijd, opleiding of huidskleur.

Borgtocht à iemand komt vrij tegen betaling van een borgsom, in afwachting van de rechtspraak.  

Er is weinig corruptie in de VS.

 

Italië:

In Italië ontsnappen rijke verdachten vaak aan berechting. Zij hebben ook de mogelijkheid om een sterk team van advocaten in te zetten dat processen weet op te rekken door steeds om uitstel te vragen of maximaal gebruik te maken van juridische procedures. Zaken verjaren steeds sneller.

Verjaring à een verdachte kan niet meer veroordeeld worden voor het gepleegde delict als het te lang heeft geduurd voordat de zaak bij de rechter kwam of wanneer het delict al t lang geleden gepleegd is.

Verjaring voorkomt dat burgers voor lichte delicten niet later nog vervolgd kunnen worden. Nederland kent ook verjaringstermijnen.

Doordat de rijkeren veel makkelijker de procedures oprekken, ontstaat hier ook klassenjustitie waarbij het gelijkheidsbeginsel onder druk staat. Er is een gemiddelde corruptie in Italië. Homohuwelijk is niet toegestaan.

 

Rechtsgelijkheidsbeginsel à gelijke rechten en plichten en gelijke berechting.

Door corruptie is er geen sprake meer van rechtsgelijkheid. In Nederland is er bijna geen corruptie.

Censuur à controle door de overheid op voor publicatie bestemde artikelen.

Censuur à controle door de overheid op voor publicatie bestemde artikelen.

Zelfcensuur à het zelf schrappen van kritische delen in een artikel of uitzendingdoor journalisten om problemen met de autoriteiten te voorkomen.

 

Paragraaf 2.6

 

Kroongetuigen à betrokkenen van een zaak kunnen (gedeeltelijk) hun straf ontlopen wanneer ze bereid zijn om bewijs tegen andere criminelen te leveren. 

Dat botst met het gelijkheidsbeginsel, maar de justitie vindt dat er met kroongetuigen onderscheid wordt gemaakt, omdat 1 persoon kan leiden tot een veroordeling van gevaarlijke criminelen.

Utilitarisme à een ethische stroming waarbij gekeken wordt naar de gevolgen van een handeling voor het algemene belang, zoals het welzijn en het geluk van de samenleving.

Wet openbaarheid van bestuur(WOB)à informatie van de overheid.

Bronbescherming à journalisten hoeven niet bekend te maken waar hun informatie vandaan komt, zo kan een journalist gevoelige informatie verzamelen.

Schaduwmacht à groepen die niet behoren tot de Trias Politica, maar die wel invloed uitoefenen op de politieke besluitvorming. Ambtenaren vormen de 4e macht en de media de 5e macht.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.