Waar heb jij je schoolspullen gekocht?

Doe mee aan het Back To School onderzoek over schoolspullen en maak kans op een Bol.com bon van 25 euro.

Hoofdstuk 1, Politiek

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1611 woorden
  • 21 augustus 2008
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
5 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
5 belangrijke vragen die je jezelf moet stellen als studiezoeker

Met keuze uit ruim 1.600 hbo- en wo-bachelors in Nederland is het best lastig om een studie te kiezen. Hoe begin je met zoeken, en hoe kom je dichterbij de studie die bij je past? Om je daarbij te helpen, hebben we vijf belangrijke vragen op een rijtje gezet die je jezelf moet stellen tijdens je studiezoektocht.

Naar de pagina
Politiek
De manier waarop voor een land besluiten worden genomen

Algemene belangen hebben te maken met:
• Openbare orde en veiligheid
• Buitenlandse betrekkingen
• Welvaart
• Welzijn

Het politieke bestuur in ons land kent drie niveaus:
• De gemeente
• De provincie
• Het rijk (hele land)

Als inwoner van ons land kun je op verschillende manieren invloed uitoefenen op de politiek. Bv:
• Stemmen
• Lid worden van een politieke partij

• Contact opnemen met politici
• Een verzoek indienen
• De pers benaderen
• Lid worden van een actiegroep
• Overgaan tot burgerlijke ongehoorzaamheid
• Gerechtelijke procedures beginnen

Stroming

Een geheel van opvattingen

Ideologieën hebben duidelijke standpunten over:
• Normen en waarden
• Sociaal-economische verhoudingen
• Machtsverdeling

Progressief

Heeft in de politiek de betekenis van vooruitstrevend, de maatschappij willen veranderen. (meestal links)

Conservatief

Heeft de betekenis van behoudend. Conservatieve politici benadrukken met name datgene dat al bereikt is. Ze benadrukken traditionele waarden en normen.
Reactionair

Zij willen oude regels die inmiddels door nieuwe regels zijn vervangen weer herstellen. Het betekent letterlijk achteruitstrevend.

Links

Gelijkwaardigheid
Progressief
Komt op voor de mensen met een achterstandspositie
Overheid moet actief optreden

Rechts

Conservatief
Bescherming van persoonlijke en economische vrijheid
Tegen grote gelijke behandeling van mensen
Eigen initiatief

Liberalisme

Ontstond aan het eind van de achttiende eeuw ten tijde van de Franse Revolutie.
Richtten zich vooral op het ideaal van de vrijheid
Rechts en conservatief
Overheid niet bemoeien met de economie
Nu
Voor vrijemarkteconomie

Overheid moet zich beperken tot een aantal kerntaken

Socialisme

Links en progressief
Gelijkwaardigheid
Socialisme ontstond als gevolg van de slechte werkomstandigheden van arbeiders in de negentiende eeuw. De socialisten verzetten zich tegen deze wantoestanden. Zij vonden dat de overheid hiertegen moest optreden.

Communisme

Deel van de socialisten die vonden dat alleen sociale wetten onvoldoende waren om de gelijkheid van alle mensen te bereiken.
De staat alle productiemiddelen en alle macht in handen.

Sociaal- Democraten

De meeste socialisten zijn geen communisten.
Vinden wel dat de overheid de zwakkeren moet beschermen
Kennis inkomen en macht moet meer gespreid
Voor actieve rol van de overheid op sociaal-economisch gebied
Grootste sociaal-democratische partij - PVDA


Christendemocratie

Middenpositie
Benadrukken de gezamenlijke verantwoordelijkheid die samen zorgen voor welvaart en goede arbeidsverhoudingen
Christelijke grondslag
God belangrijkste
Rentmeesterschap: de overheid dient de door god aan de mens ‘in bruikleen’ gegeven aarde op zorgvuldige wijze te beheren
Overheid voert alleen taken uit die niet door andere instituten in de samenleving kunnen worden verricht
Zorgzame samenleving
Gespreide verantwoordelijkheid
CDA- grootste christen-democratische partij


One-issuepartijen

Richten zich op een aspect in de samenleving en daar hebben zij een duidelijk standpunt over

Protestpartijen

Ontstaan uit onvrede met de bestaande politiek
Bv. LPF

Politieke partijen van links naar rechts

SP Groenlinks PvdA D66 CDA LPF VVD ChristenUnie SPG

Onafhankelijke staat als er drie elementen aanwezig zijn:
• er is een vast grondgebied of territoir
• op het grondgebied woont een bevolking
• er wordt een vorm van gezag uitgeoefend

Gezag

Dat je iemand belangrijk vind of accepteert dat iemand boven je staat
Macht
Het vermogen om je wil aan anderen op te leggen
Dictatuur
Een staat waarin alle politieke macht in handen is van één persoon of een kleine groep mensen

Democratie
Verhouding tussen burgers en overheid nauwkeurig is vastgelegd
Ook in ons land kan de overheid niet zomaar besluiten wat ze zelf willen:
1. zij moeten zich houden aan de grondwet
2. de vrijheid van de overheid wordt beperkt door de kiezers
3. de overheid wordt steeds nauwlettend gevold door de media

Rechtsstaat

Een land waarin de macht van de overheid beperkt wordt en de verhouding tussen de overheid en de burgers wettelijk is vastgelegd
Een staat waarin de overheid is gebonden aan wettelijke regels en waarin de bevolking beschikt over politieke en sociale rechten’
Een rechtsstaat heeft de volgende kenmerken:
• er is een grondwet

• burgers hebben grondrechten
• er is een scheiding van de verschillende machten

Grondwet

De belangrijkste rechten en plichten van burgers en overheid vastgesteld enz..

Grondrechten

Rechten die bedoeld zijn om het leven van inwoners te verbeteren
• Vrijheidsrechten
• Politieke Grondrechten
• Sociale Grondrechten

Politieke macht

Het vermogen om invloed en controle uit te oefenen op politieke besluiten

Trias politica

• de wetgevende macht
• de uitvoerende macht
• de rechterlijke macht

Democratie

Een staatsvorm waarbij de bevolking invloed heeft op de politieke besluitvorming
Directe democratie

In de vorm van een volkstemming iedereen kan meebeslissen bij een besluit

Referendum

Een volkstemming over een wetsvoorstel
Voordelen:
• de bevolking wordt meer betrokken bij de politiek
• politici zijn beter op de hoogte van de mening van de bevolking over een kwestie
• volk heeft meer beslissingsmogelijkheden
Nadelen:
• het is erg moeilijk om een duidelijke en volledige vraagstelling op te stellen waarop alleen ja of nee geantwoord kan worden
• het is duur en organisatorisch onuitvoerbaar om regelmatig een referendum te houden
• extreme denkbeelden of niet-realistische maatregelen kunnen onderwerpen worden waarover men een referendum wil houden. Het is de vraag of zoiets wenselijk is.

• Politici moeten ook rekening houden met het belang van minderheden
• Burgers zijn minder op de hoogte van de politicie

Parlementaire democratie

Indirecte democratie  beslissingen over laten aan vertegenwoordigers

Monarchie

Een staatsvorm met een koning(in) als staatshoofd

Grondwet

Geeft het staatshoofd maar weinig macht

Om de paar jaar worden de leden van een aantal politieke bestuursorganen rechtstreeks gekozen namelijk van:
• het Europees Parlement
• de tweede kamer
• de Provinciale Staten
• de gemeenteraden
• de stadsdeelraden (in bv. Amsterdam en Rotterdam)

Actief kiesrecht

Stemmen


Passief kiesrecht

Het recht om je verkiesbaar te stellen

Een partij die mee wil doen aan de verkiezingen moet aan de volgende vier voorwaarde voldoen:
• de partij moet zich officieel laten registreren bij de kiesraad
• de partij moet in elke kieskring waar het wil meedoen een kandidatenlijst inleveren
• de partij moet in elk kiesdistrict waarin het mee wil doen de steunbetuiging van dertig Nederlanders hebben.
• De partij moet 11250 euro betalen.

Verkiezingsprogramma

Hierin staan de belangrijkste plannen en opvattingen van de partij vermeld.

Lijsttrekker

De persoon die voor een partij als eerste op de lijst van kandidaten staat geplaatst

Lijstduwer

Reclamemaker voor de partij


Evenredige vertegenwoordiger

Vertegenwoordigers van het volk

Kiesdeler

De hoeveelheid stemmen die je nodig hebt voor één zetel

Kiesdrempel

Een partij krijgt dan alleen zetels als er een bepaald percentage stemmen is behaald.

Zwevende kiezers

• mensen die niet op een vaste partij stemmen, maar geregeld van partij wisselen;
• mensen die ontevreden zijn over de partij waar zij de vorige keren op stemden en nog niet weten op welke partij zij nu zullen stemmen;
• mensen die nog nooit gestemd hebben. (bv. Jongeren)


Kabinet

Alle ministers en staatsecretarissen samen

Kabinetsformatie

De onderhandeling over welke partijen en personen ons land gaan besturen.

Het doel van de kabinetsformatie is een aantal bekwame bestuurders, ministers en staatsecretarissen te vinden die:
• het globaal eens zijn over het toekomstige beleid
• samen steun hebben van de meerderheid van de tweede kamer

Verloop van de kabinetsformatie

1. debat over mogelijkheden (2e kamer)
2. de koningin krijgt advies
3. de koningin benoemt een informateur
4. de informatie
5. de informateur gaat terug naar de koningin
6. de koningin benoemt een formateur
7. de formatie

8. de formateur gaat terug naar de koningin
9. de koningin benoemt het nieuwe kabinet

Kabinetscrisis

Soms lopen problemen zo hoog op dat het bestaan van het hele kabinet in gevaar komt.

2 redenen:
* De ministers kunnen het onderling niet met elkaar eens worden over een aantal kwesties.
* de meerderheid van de tweede kamer steunt het kabinet niet meer en zegt zijn vertrouwen in de ministers op.

In dit soort situaties komen er vervroegde tweede kamer verkiezingen

Demisionair

Als de oude ministers in functie blijven omdat er een nieuw kabinet samengesteld moet worden.

Regering

De koningin en de ministers

De ministers vormen het dagelijks bestuur van ons land.

Parlement

Eerste en tweede kamer

De belangrijkste taak van de regering is de voorbereiding van het overheidsbeleid dit gebeurt voornamelijk door:
• het opstellen van wetsvoorstellen
• het uivoeren van eenmaal aangekomen wetten
• het jaarlijks opstellen van de rijksbegroting en deze aanbieden aan het parlement

De koningin is onschendbaar

De belangrijkste taken van de koningin zijn:
• het plaatsen van haar handtekening onder alle wetten
• het voorlezen van de troonrede op prinsjesdag
• het benoemen van ministers en (in)formateurs
• het voeren van regelmatig overleg met de minister-president over het kabinetsbeleid.


Portefeuille

Een eigen beleidsterrein van een minister

Ministers zonder portefeuille
Minister zonder eigen ministerie

Staten-generaal

Eerste en tweede kamer samen
Senaat - eerste kamer

Fractie

De groep vertegenwoordigers van een politieke partij in een gekozen orgaan

Fractievoorzitter

(meestal) aanvoerder van zijn/haar partij

Regeringspartijen

De partijen die ook deel uitmaken van de regering

Oppositiepartijen

Gevormd door alle partijen die niet in de regering zitten, zijn het vaak niet eens met de voorstellen van de regering

De belangrijkste taken van het parlement zijn:

• (mede) wetgeving
• Controle van de ministers

Bij de (mede) wetgevende taak kan het parlement gebruik maken van de volgende rechten:
• Ten eerste heeft het parlement stemrecht bij wetsontwerpen.
• Ten tweede geeft het recht initiatief
• Ten derde betekent het recht van amendement dat onderdelen van een wetsvoorstel door de tweede kamer mogen worden gewijzigd.

Bij de controlerende taak kan de tweede kamer gebruik maken van een aantal rechten, waarmee de parlementsleden het beleid van de minister aan de orde kunnen stellen:
• het recht om mondelinge of schriftelijke vragen te stellen aan ministers of staatsecretarissen.

• Het recht van interpellatie.
• Het recht om een parlementaire enquête aan te vragen
• Het budgetrecht om de rijksbegroting wel of niet goed te keuren
• Het recht om een motie in te dienen

Pragmatische gronden

Ieder voorstel moet op zijn eigen waarde beoordeeld worden

Politieke taboes

Zaken waarvan politici vonden dat je er niet in het openbaar over moest spreken.

Beleid

Hierin wordt geformuleerd hoe de doelstellingen bereikt moeten worden

Politieke actoren

Personen, groepen, bestuursorganen en instanties die betrokken zijn bij het politieke besluitvormingsproces.

Vierde macht

Het ambtenarenapparaat

Bureaucratie
Een organisatie waarvan de werkzaamheden worden gekenmerkt door officiële voorschriften, gescheiden deskundigheid en een duidelijke gezagstructuur

• informatieve functie
• spreekbuisfunctie
• onderzoekende of agendafunctie
• commentaarfunctie
• controlerende functie
Deze vijf politieke functies bevestigen voortdurend dat we in een democratie leven.

Pressiegroepen (vijfde macht)

Groepen die proberen invloed (pressie=druk) uit te oefenen op de politieke besluitvorming

• belangengroepen
• actiegroepen
• actieorganisaties
• sociale beweging

Lobbyen

Proberen via persoonlijk contact steun te krijgen voor je standpunten en belangen

Media-explosie

Dan geven veel kranten en tv-programma’s uitgebreide berichtgeving over de kwestie


Beleidsvoorbereiding

Een wethouder of een minister zijn ambtenaren vragen de zaak te onderzoeken en advies uit te brengen.

Beleidsbepaling

Komt een minister bijvoorbeeld met een wetsvoorstel.

Systeemtheorie

• invoer
• omzetting
• uitvoer
• terugkoppeling
• de WAO-keuring

Omgevingsfactoren:

• Demografische kenmerken
• Ecologische kenmerken
• Culturele kenmerken
• Economische kenmerken
• Technologische kenmerken
• Sociale kenmerken
• Internationale kenmerken

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.